ECLI:NL:TADRLEE:2012:YA4000 Raad van Discipline Leeuwarden 36/11

ECLI: ECLI:NL:TADRLEE:2012:YA4000
Datum uitspraak: 09-08-2012
Datum publicatie: 19-03-2013
Zaaknummer(s): 36/11
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Beleidsvrijheid
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Een advocaat draagt de volledige verantwoordelijkheid voor de behandeling van een zaak, waarbij hij geen handelingen mag verrichten tegen de kennelijke wil van zijn cliënt. Zo is het de verantwoordelijkheid van de advocaat te bepalen welke stukken in de procedure worden overgelegd. Verzet ongegrond.

Beslissing van 9 augustus 2012

in de zaak 36/11

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 17 mei 2011 op de klacht van:

de heer [   ]

klager

tegen:

mr. [   ]

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 19 april 2011  met kenmerk 010/011 KA 019, door de raad ontvangen op 20 april 2011, heeft de waarnemend deken van de orde van advocaten in het arrondissement Assen de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    Bij beslissing van 17 mei 2011 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad de klacht met betrekking tot de schadevergoeding niet-ontvankelijk verklaard en voor het overige kennelijk ongegrond, welke beslissing op 19 mei 2011 is verzonden aan klager.

1.3    Bij brief van 23 mei 2011 door de raad ontvangen op 24 mei 2011, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter.

1.4    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 11 mei 2012 in aanwezigheid van klager en zijn echtgenote alsmede verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5    De raad heeft kennisgenomen van:

-    de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

-    het verzetschrift van klager d.d. 23 mei 2011;

-    een brief van klager d.d. 9 februari 2012 aan de raad van discipline.

2    FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1    In 2009 en 2010 heeft verweerder rechtsbijstand verleend aan klager. Zo heeft hij verweer gevoerd in een kortgedingprocedure, aangespannen door Stichting A. tegen klager, strekkende tot ontruiming van de door klager gehuurde woning wegens overlast. Deze vordering is toegewezen. Vervolgens is door Stichting A. ontruiming aangezegd. Klager heeft de woning verlaten en tegen voornoemd vonnis spoedappel ingesteld, doch het gerechtshof Leeuwarden heeft het vonnis van de voorzieningenrechter bekrachtigd. Verweerder heeft klager op 12 mei 2010 bericht dat hij geen mogelijkheden zag voor het succesvol entameren van een bodemprocedure tegen Stichting A.

2.2    Bij ongedateerde brief, die de voormalig waarnemend deken op 28 december 2010 heeft ontvangen van klager, heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

3    KLACHT EN VERZET

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

a)    verweerder niet volledig voor de rechten van klager is opgekomen. Verweerder heeft verzuimd in de procedures, bij de zitting, foto’s aan de rechter te laten zien, die klager hem ter beschikking had gesteld. Ook heeft hij nagelaten tijdens de zitting de bandopnames te laten horen die hij van klager had ontvangen. Door nalatigheid van verweerder is klager ten onrechte veroordeeld en uit zijn woning gezet. Klager wil een schadevergoeding van € 10.000,00 van verweerder.

b)    verweerder niets heeft gedaan tegen de samenspanning van Stichting A. met politie, justitie en de gemeente om klager uit zijn woning te zetten op basis van valse beschuldigingen, terwijl verweerder beschikte over alle tegenbewijzen.

3.2    De plaatsvervangend voorzitter heeft -kort samengevat- overwogen dat een advocaat de volledige verantwoordelijkheid draagt voor de behandeling van de zaak, waarbij hij geen handelingen mag verrichten tegen de kennelijke wil van de cliënt. Zo is het de verantwoordelijkheid van de advocaat te bepalen welke stukken moeten worden overgelegd. Uit de stukken is gebleken dat verweerder uitvoerig en inhoudelijk verweer heeft gevoerd in de procedures en dat er foto’s zijn overgelegd. Niet gebleken is dat klager het met de inhoud van de door verweerder opgestelde processtukken niet eens was. Voorts is niet gebleken dat er sprake is geweest van samenspanning van derden tegen klager, waartegen verweerder niets zou hebben gedaan. Tevens heeft de plaatsvervangend voorzitter geoordeeld dat de tuchtrechter niet bevoegd is te oordelen over vorderingen ter zake van schadevergoeding.

3.3    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat:

verweerder totaal niets heeft gedaan. Hij heeft enkel gewerkt in het belang van justitie, politie en gemeente. Ook heeft verweerder geen enkel stuk naar voren gebracht; ook het geluidsbandje dat voorhanden was, heeft hij niet aan de rechter overhandigd. Verweerder heeft klager en zijn echtgenote op elk gebied genegeerd. Er is sprake van corruptie en machtsmisbruik.

4    VERWEER

4.1    Verweerder weerspreekt dat hij niet volledig voor de rechten van klager is opgekomen. Verweerder is in diverse procedures voor klager opgetreden waarbij er van zijn kant geen sprake is geweest van nalatigheid. Verweerder heeft in de procedure de originele kleurenfoto’s getoond, zoals ook uit zijn pleitnota van 11 januari 2010 blijkt. Ten aanzien van de geluidsopname voert verweerder aan dat hij deze heeft afgeluisterd en dat hij de inhoud daarvan heeft verwerkt in de processtukken. Het was niet nodig de geluidsopname zelf aan de rechter ter hand te stellen.

5    BEOORDELING

5.1    De raad is van oordeel dat de plaatsvervangend voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de plaatsvervangend voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

5.2    Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

oordeelt het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. F.P. Dresselhuys-Doeleman, plaatsvervangend voorzitter, mrs. G.W. Brouwer, P.L.G. Buisman, F. Klemann, J.P van Stempvoort, leden en bijgestaan door mr. D.C. van der Kwaak-Wamelink als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 9 augustus 2012.

griffier                                                  voorzitter                           

Deze beslissing is in afschrift op 10 augustus 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

-    verweerder

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Assen

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.