ECLI:NL:TADRLEE:2012:YA3794 Raad van Discipline Leeuwarden 51/11

ECLI: ECLI:NL:TADRLEE:2012:YA3794
Datum uitspraak: 22-06-2012
Datum publicatie: 19-02-2002
Zaaknummer(s): 51/11
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:  Indien uit de opdrachtbevestiging blijkt dat een uurtarief is afgesproken en geen prijsafspraak staat het de advocaat vrij conform het overeengekomen tarief te declareren. Het verzet is gegrond indien de voorzitter een door klager aangevoerd argument niet bij de beslissing heeft betrokken. Klacht ongegrond omdat geen sprake is van misleiding door beroep advocaat op overeengekomen uurtarief. Verzet gegrond, klacht ongegrond.

Beslissing van 22 juni 2012

in de zaak 51/11

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 30 juni 2011 op de klacht van:

de heer [   ]

klager

tegen:

mr. [   ]

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 15 juni 2011  met kenmerk RvT/10/11-KL045/gw/gc, door de raad ontvangen op 16 juni 2011, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Leeuwarden de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    Bij beslissing van 30 juni 2011 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 14 juli 2011 is verzonden aan klager.

1.3    Bij brief van 19 juli 2011 door de raad ontvangen op 21 juli 2011, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 23 maart 2012 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5    De raad heeft kennisgenomen van:

-    de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

-    het verzetschrift van klager d.d. 19 juli 2011.

2    FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1    In november 2010 heeft klager zich in verband met een door hem ingesteld hoger beroep gewend tot het kantoor van verweerder. Op 14 december 2010 heeft hij een intakegesprek gevoerd met mr. A.J.V., juridisch medewerkster. Zij heeft de zaak in handen gegeven van verweerder.

Verweerder heeft klager bij brief van 30 december 2010 bevestigd dat hij ten behoeve van klagers strafzaak een zogeheten second opinion zou geven. Klager heeft de bij de brief gevoegde ‘vastlegging overeenkomst’ waarin een uurtarief van € 260,00 en een voorschot van € 1.250,00 exclusief kantoorkosten en BTW zijn overeengekomen, ondertekend aan verweerder geretourneerd. Klager heeft het voorschot van € 1.576,75 inclusief kantooronkosten en BTW aan verweerder voldaan. Verweerder heeft klager op 31 december 2010 een tussentijdse declaratie gestuurd en op 19 januari 2011 – nadat klager te kennen had gegeven geen gebruik meer te willen maken van de diensten van verweerder – een einddeclaratie. Voorts is op 30 maart 2011 nog een creditnota aan klager gezonden. In totaal is er door verweerder een bedrag van € 799,72 inclusief BTW aan klager geretourneerd.

2.2    Bij brief van 22 februari 2011 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

3    KLACHT EN VERZET

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

aan klager van het door hem betaalde voorschot te weinig is gerestitueerd.

3.2    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat:

Klager in de veronderstelling verkeerde dat verweerder hem in hoger beroep zou bijstaan en dat de kosten niet meer zouden bedragen dan het door hem betaalde voorschot. Zijn contactpersoon, mr. V., had hem desgevraagd meegedeeld dat hoger beroep veel kans van slagen had en dat bijstand in hoger beroep ongeveer 5 uur in beslag zou nemen, d.w.z. € 1.250,00, excl. BTW en kantoorkosten. Omdat mr. V. de eerste twee weken van januari 2011 afwezig was, hoorde klager pas enkele dagen na haar terugkeer op kantoor dat het voorschot uitsluitend was bedoeld om te bezien of hoger beroep kans van slagen had. Daarop heeft klager direct en zo snel mogelijk geprobeerd deze ‘bijstand’ te stoppen.

4    VERWEER

4.1    Klager heeft zich tot het kantoor van verweerder gewend met het verzoek om een inschatting te krijgen van de kans van slagen van het door hem ingestelde hoger beroep. Het ging vooralsnog niet om bijstand in de hoger beroepsprocedure. Aan de hand van het advies zou worden bezien of dat aangewezen was. De stukken die verweerder van klager ontving, waren onvolledig. Een zorgvuldige behandeling vereist dat verweerder de beschikking heeft over alle stukken waarop de rechter zijn oordeel heeft gebaseerd en daarbij kan en mag hij niet alleen afgaan op de stukken die een cliënt hem verstrekt. Verweerder heeft de opgevraagde stukken bestudeerd. Ter regeling van het geschil heeft verweerder de uren van de juridisch medewerkster geheel gecrediteerd.

5    BEOORDELING

5.1    Het verzet is ontvankelijk omdat het tijdig is ingediend.

5.2    De raad is voorts van oordeel dat het verzet gegrond is. Uit de stukken en de nadere toelichting daarop in het verzetschrift en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, blijkt dat de voorzitter bij zijn oordeel niet heeft betrokken het argument dat de klacht zich ook richtte tegen het feit dat klager zich misleid voelde door verweerder. Bij klager was de indruk ontstaan dat de werkzaamheden in hoger beroep niet meer dan 5 uur in beslag zouden nemen en dat de kosten van hoger beroep ongeveer hetzelfde zouden zijn als het reeds betaalde voorschot.

5.3    Thans komt de raad toe aan een beoordeling van de klacht zelve. De raad is van oordeel dat er geen sprake is van misleiding. Klager heeft aangevoerd dat hij in de veronderstelling verkeerde dat hij een prijsafspraak had gemaakt voor wat betreft de procedure in hoger beroep. Verweerder heeft zulks ontkend en beroept zich onder meer op de overeenkomst van 30 december 2010 waarin uitdrukkelijk staat dat is overeengekomen dat een voorschot van € 1.250,00 (exclusief BTW en kosten) zal worden betaald en dat het uurtarief € 260,00 per uur bedraagt. Uitdrukkelijk kan ook worden aangegeven dat er een prijsafspraak wordt overeengekomen. Dit vakje is niet aangekruist. Klager heeft deze overeenkomst ondertekend. Klager is aan die afspraak gebonden. Dit betekent dat de klacht ongegrond is.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet tegen de beslissing van de voorzitter d.d. 30 juni 2011 gegrond, doch verklaart de klacht zelve ongegrond en wijst deze mitsdien af.

Aldus gewezen door mr. P. Schulting, voorzitter, mrs. A.D.G. Bakker, A.J.H. Geense, G.E.J. Kornet, J.V. van Ophem, leden en bijgestaan door mr. D.C. van der Kwaak-Wamelink als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 22 juni 2012.

griffier    voorzitter                           

Deze beslissing is in afschrift op        juni 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

-    verweerder

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Leeuwarden

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-    klager

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Leeuwarden

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.     Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.     Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.     Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl