ECLI:NL:TADRARN:2012:YA3308 Raad van Discipline Arnhem 12-35

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2012:YA3308
Datum uitspraak: 17-09-2012
Datum publicatie: 26-09-2012
Zaaknummer(s): 12-35
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: De raad verwijst in verzet in het bijzonder naar overweging 8 van de voorzitter. Ten tijde van de indiening van haar klacht in 2008 wist klaagster althans had zij mogen aannemen dat verweerders hun toevoeging ter declaratie hadden ingediend. Wanneer zij daar problemen mee had, zou zij haar bezwaren ter zake toen ook kenbaar hebben moeten maken. Nu is zij daarmee te laat.

Beslissing van 17 september 2012

in de zaak 12-35

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 16 maart 2012 op de klacht van:

klaagster tegen verweerders

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 22 februari 2012  met kenmerk 4012, door de raad ontvangen op 23 februari 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Y de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 16 maart 2012 heeft de voorzitter van de raad de klacht als kennelijk niet-ontvankelijk dan wel kennelijk ongegrond afgewezen, welke beslissing op 19 maart 2012 is verzonden aan klager.

1.3 Bij brief van 28 maart 2012 door de raad ontvangen op 29 maart 2012, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 20 augustus 2012 in aanwezigheid van klaagster en verweerder sub 1.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van:

  de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken die de deken bij zijn aanbiedingsbrief ter kennis van de raad heeft gebracht;

- het verzetschrift van klaagster d.d. 28 maart 2012;

- klaagsters brief van 29 maart 2012 aan de raad ter aanvulling van haar verzetschrift;

- klaagsters brief van 10 april 2012 aan de deken en de raad;

- de bijlagen bij laatstgenoemde brief: haar correspondentie met verweerder sub 2;

- klaagsters brieven aan de raad/deken van 17 april, 24 mei, 4 juli en 17 augustus 2012.

2 KLACHT EN VERZET

2.1 Voor de formulering van de klacht verwijst de raad naar alinea 3 van de beslissing van de voorzitter waarvan een kopie aan deze beslissing is gehecht.

2.2 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat klaagster de termijn om te klagen niet heeft overschreden. Zij verwijst in verband daarmee naar de brief van verweerder sub 2 van 18 januari 2007. Voorts wijst klaagster erop dat zij in de periode van 13 juli 2010 tot 16 augustus 2011 nog de nodige stappen heeft ondernomen om tot een oplossing te komen. Klaagster blijft van mening dat verweerder sub 1 de van de raad voor rechtsbijstand ontvangen vergoeding diende terug te storten.

3 VERWEER

3.1 Verweerder sub 1 heeft tot zijn verweer naar voren gebracht dat hij het geheel eens is met de beslissing van de voorzitter. De klacht ziet op het handelen van hem en verweerder sub 2 in 2006. Klaagster heeft zich daar al in 2008 over beklaagd, die klacht is behandeld door de raad van discipline in Den Bosch en heeft geleid tot een voorzittersbeslissing waarbij de klacht als kennelijk ongegrond is afgewezen. Het verzet tegen die beslissing is als ongegrond afgewezen.

4 BEOORDELING

4.1 Met de voorzitter is de raad van oordeel dat de klacht van klaagster tegen verweerders kennelijk niet ontvankelijk is. Hetgeen door klaagster tegen de beslissing van de voorzitter is aangevoerd heeft de raad niet tot een ander oordeel gebracht. De gronden waarop de voorzitter tot zijn oordeel is gekomen kunnen zijn beslissing volledig dragen. De raad verwijst hier in het bijzonder naar overweging 8 van de voorzitter. Ten tijde van de indiening van haar klacht in 2008 wist klaagster althans had zij mogen aannemen dat verweerders hun toevoeging ter declaratie hadden ingediend. Wanneer zij daar problemen mee had, zou zij haar bezwaren ter zake toen ook kenbaar hebben moeten maken. Nu is zij daarmee te laat.

BESLISSING

  De raad van discipline:

Het verzet is ongegrond.

Aldus gewezen door mr. R.A. Steenbergen, voorzitter, en mrs. I.P.A. van Heijst, P.J.M. de Kerf, P.P. Verdoorn en A.M.T. Weersink, leden, bijgestaan door mr. M.Y.A. Verhoeven als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 17 september 2012.

             Griffier    voorzitter