ECLI:NL:TADRARN:2012:YA2716 Raad van Discipline Arnhem 12-03b

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2012:YA2716
Datum uitspraak: 02-04-2012
Datum publicatie: 14-05-2012
Zaaknummer(s): 12-03b
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Bezwaren van de deken
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Bezwaren van de deken
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Bezwaren van de deken
Beslissingen: Schrapping
Inhoudsindicatie: Dekenbezwaren raken de volle breedte van de beroepsuitoefening. De kantoororganisatie is niet op orde gebleken, de financiële situatie uitermate zorgelijk, geheimhoudingsplicht geschonden, omtrent het archiefbeheer ontbreekt elk inzicht, financiële verplichtingen jegens medewerkers kantoor niet tijdig nagekomen, praktijk niet naar behoren uitgeoefend, nalatig gebleven in financiële afwikkeling van de relatie met cliënten. Daarnaast toezeggingen aan de deken niet nagekomen, door niet naar behoren met de deken te communiceren deze in de uitoefening van diens toezichthoudende taak op onaanvaardbare wijze gefrustreerd. Verweerder heeft zich op geen enkel moment bewust getoond van de belangen die met de in het geding zijnde regelgeving zijn gemoeid, laat staan dat hij zich voor de schending daarvan heeft verontschuldigd. Hij heeft zelfs cliëntbelangen moedwillig geschaad door niet ter zitting te verschijnen en in strijd met de waarheid aan de rechtbank te verklaren dat hij niet van die behandeling op de hoogte was. Volgt schrapping van het tableau. Dat verweerder zich reeds zelf heeft laten uitschrijven laat noodzaak voor deze maatregel onverlet. Voor het geval van een toekomstig verzoek van verweerder tot herinschrijving zal uit het tableau moeten kunnen blijken van het oordeel van de tuchtrechter omtrent verweerders handelwijze.

12-03b

BESLISSING VAN DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF TE ARNHEM

Bij brief d.d. 5 januari 2012 heeft mr. X, deken van de orde van advocaten in het arrondissement Y, ter kennis van de raad gebracht zijn ambtshalve bezwaren tegen verweerder.

1. De bezwaren zijn behandeld ter openbare zitting van de raad van 19 maart 2012, waar alleen de deken is verschenen. Verweerder heeft op de ochtend van de zitting om aanhouding verzocht omdat hij zich onvoldoende op de behandeling zou hebben kunnen prepareren als gevolg van de zorgen rond zijn faillissement.

De raad heeft het verzoek van verweerder afgewezen. Het verzoek is erg laat gedaan. Honorering daarvan zou in het licht van de motivering van het verzoek een onevenredig zware belasting van de raad betekenen. Verweerders faillietverklaring dateert van 13 januari 2012, op het hoger beroep daartegen moet nog worden beslist. Die procedure behoeft niet in de weg te staan aan een behandeling van de bezwaren van de deken.

2. De raad heeft bij de behandeling van de bezwaren zitting gehouden in de volgende samenstelling: mr. S.H. Bokx-Boom, voorzitter, en mrs. G.R.M. van den Assum, P.R.M. Noppen, E.A.T.M. Steverink en A.M.T. Weersink, leden van de raad, en is bijgestaan door mr. M.Y.A. Verhoeven als griffier.

3. Voorgeschiedenis

Tegelijk met zijn dekenbezwaar had de deken een verzoek ex artikel 60ab Advocatenwet tot schorsing van verweerder bij de raad ingediend. De behandeling daarvan was bepaald op 16 januari 2012. Verweerder heeft - kennelijk daarin -aanleiding gezien zich op 13 januari 2012 van het tableau laten schrappen, waarna de deken dat verzoek tot schorsing heeft ingetrokken.

De deken handhaaft zijn dekenbezwaar omdat hij belang hecht aan een oordeel van de tuchtrechter over verweerders handelwijze, ook met het oog op de latere beoordeling van een eventueel verzoek tot herinschrijving op het tableau, aldus zijn toelichting ter zitting.

Alvorens zijn dekenbezwaar in te dienen heeft de deken aan verweerder de gelegenheid geboden daarop te reageren. Verweerder heeft van die gelegenheid geen gebruik gemaakt.

4. De bezwaren luiden als volgt.

a. 

Verweerder reageert niet of niet voldoende op verzoeken om informatie van de deken. Het betreft onder meer verzoeken om toezending van jaarcijfers over 2010 en een groot deel van 2011. Ook overigens reageert verweerder niet op verzoeken van de deken contact met hem op te nemen. Ook reageert verweerder bij herhaling niet in het kader van het onderzoek van tegen hem ingediende klachten.

b. 

Verweerder komt afspraken met de deken en afspraken omtrent dan wel met voormalige advocaat-medewerkers van zijn kantoor niet na. Het betreft de volgende afspraken:

- toezending van jaarstukken/cijfers over 2010 en een groot deel van 2011;

- de met mr. A na einde arbeidsrelatie getroffen afbetalingsregeling ;

- de met mr. B gemaakte afspraak dat deze bij verweerder op kantoor in Y kantoor zou houden met het oog op de voor deze benodigde begeleiding;

- de afspraak dat verweerder zich per 31-12-2011 van het tableau zou laten schrappen.

c. 

In korte tijd is een veelvoud van klachten tegen verweerder bij de deken neergelegd die erop wijzen dat verweerder zijn praktijk niet naar behoren uitoefent; verweerder heeft erkend dat hij na vertrek van mr. A een groot aantal zaken van haar heeft overgenomen hoewel hij daartoe niet voldoende geëquipeerd was; de klachten hebben betrekking op een gebrek aan deskundigheid, laksheid, niet bereikbaar zijn en onzorgvuldigheid in financiële aangelegenheden; met betrekking tot dit laatste aspect is de deken gebleken dat verweerder zijn cliënten pakketten pleegt te verkopen waarbij zij vooraf een groot aantal uren bijstand inkopen, vanwege de omvang van de bedragen die hij zo in rekening brengt en het ontbreken van afspraken omtrent restitutie wanneer de uren niet worden gebruikt kunnen deze niet als voorschot worden beschouwd maar is veeleer sprake van een wijze van financiering van de praktijk;

d. 

Verweerder heeft zijn geheimhoudingsplicht geschonden door de pandnemer aan wie hij in verband met een lening van € 150.000,00 zijn debiteuren had verpand een lijst met de namen van die debiteuren te verschaffen;

e.

Verweerders optreden heeft geleid tot dermate grote problemen op het gebied van solvabiliteit en liquiditeit dat vrees bestond voor benadeling van rechtzoekenden. Die vrees is met het faillissement van verweerder bewaarheid. De arbeidsrelatie met zijn oud-medewerkers is niet althans niet naar behoren afgewikkeld, bij gebrek aan inlichtingen van verweerder ontbreekt inzicht daarin; verweerder heeft niet aan zijn aflossingsverplichtingen uit hoofde van de onder d. vermelde financiering kunnen voldoen; door justitiabelen betaalde voorschotten zijn niet door verweerder terugbetaald wanneer daarom en om een afrekening werd verzocht; elk inzicht in de cijfers ontbreekt;

f.

Verweerder heeft de rechtbank onjuist laten informeren over de reden van zijn afwezigheid ter zitting van 29 december 2011. Hij zou zich aan de zaak hebben onttrokken, daarvan was de cliënte die wel aanwezig was niet op de hoogte;

g.

Verweerder heeft niet aannemelijk kunnen of willen maken dat zijn archief naar behoren wordt beheerd; er bestaat gegronde vrees dat zulks niet het geval is;

h.

Verweerder heeft nagelaten een voorziening te treffen voor zijn vervanging / opvolging in het bestuur van de Stichting Derdengelden.

5. Inmiddels zijn zeven klachten van cliënten tegen verweerder op het bureau van de orde in behandeling. Zij hebben onder meer betrekking op kwaliteit van de werkzaamheden, (het ontbreken van) voortvarendheid en de financiële afwikkeling.

6. De raad beoordeelt de bezwaren als volgt.

Ad a

Verweerder heeft niet weersproken dat hij meerdere malen niet gereageerd heeft op verzoeken om informatie van de deken alsmede op verzoeken om contact op te nemen met de deken; ook reageerde en reageert hij – nog steeds - geregeld niet in het kader van onderzoek van tegen hem ingediende klachten. Dit gedrag is in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt. Verweerder verhindert daarmee dat de deken de hem bij wet opgedragen taken effectief kan uitoefenen en onttrekt zich aldus aan het dekenale toezicht. En dat alles in een situatie die, blijkens de verslagen van gesprekken tussen de deken en verweerder op 23 mei, 31 oktober en 30 november 2011, alleszins aanleiding gaven tot grote zorg omtrent de organisatie van verweerders kantoor, de liquiditeit en de wijze van praktijkuitoefening.

Ad b

Blijkens het verslag van zijn gesprek met de deken op 31 oktober 2011 zou verweerder binnen 14 dagen daarna de cijfers over 2010 en een groot deel van 2011 aanleveren. De deken had daar al eerder in vervolg op het gesprek van 23 mei 2011 om gevraagd. Verweerder heeft die cijfers niet aangeleverd, nog immer niet. Voor het verstrekken van die gegevens bestond alle aanleiding: gebleken was dat verweerder de salarissen van zijn medewerkers niet tijdig betaalde, dat er een huurachterstand was, dat verweerder een aanzienlijk bedrag - € 150.000,00 – geleend had bij een particulier,  en er waren signalen uit de markt.

Verweerder is ook de met zijn voormalig medewerkster mr. A getroffen betalingsregeling niet nagekomen. Hetzelfde geldt voor de met mr. B gemaakte afspraak dat deze bij verweerder op kantoor in Y kantoor zou houden met het oog op de voor deze benodigde begeleiding en de afspraak dat hij per 31 december 2011 van het tableau zou laten schrappen.

Een zo stelselmatig niet nakomen van verschillende soorten afspraken laat zien dat in verweerder niet het vertrouwen gesteld kan worden dat van een naar behoren functionerend advocaat verwacht mag worden.

Ad c

Verweerder heeft niet weersproken dat hij zijn praktijk de laatste tijd niet naar behoren uitoefende. Na het vertrek van mr. A heeft hij geen juiste voorzieningen getroffen voor de overname van haar praktijk. Hij heeft zelf een groot aantal zaken van haar overgenomen zonder daartoe, gezien de aard van de ontvangen klachten, zowel organisatorisch als vakinhoudelijk voldoende geëquipeerd te zijn. Ook in financiële aangelegenheden toonde verweerder zich onzorgvuldig door zijn cliënten pakketten van een groot aantal uren bijstand te verkopen. De omvang van de bedragen die hij zo in rekening bracht en het ontbreken van afspraken over restitutie wanneer de uren niet worden gebruikt wijzen erop dat hier geen sprake is van voorschotten maar van een ongewenste wijze van financiering van de praktijk. Een zodanige financiering is een gevaar voor de onafhankelijk van de advocaat in zijn praktijkuitoefening.

Ad d

Verweerder heeft inderdaad zoals dit bezwaar aangeeft zijn geheimhoudingsplicht geschonden door de pandnemer een lijst van debiteuren te verschaffen. Verweerder had bij het aangaan van de desbetreffende lening moeten waarborgen dat dit niet zou gebeuren.

Ad e

Ook dit bezwaar is terecht voorgedragen. Uit het niet nakomen van zijn financiële verplichtingen tegenover zijn personeel en zijn financier, (verweerder heeft betwist dat er een huurachterstand zou zijn), het niet terugbetalen van voorschotten en het ontbreken van elk inzicht in de recente cijfers over de jaren 2010 en 2011 kan niet anders dan worden geconcludeerd dat er grote problemen waren met de solvabiliteit en liquiditeit van verweerders praktijk. Dergelijke problemen brengen mee dat de rechtshulpverlening door verweerder niet in onafhankelijkheid kan plaats vinden en daarom gevaar loopt.

Ad f

Uit informatie van de rechtbank is gebleken dat verweerder in strijd met wat zijn kantoor eerder die ochtend had verteld tegenover de rechtbank heeft verklaard dat hij niet van de zitting op 29 december 2011 op de hoogte was en dat deze niet in zijn agenda stond, alsook dat hij zich aan de zaak had onttrokken.

Bij gebreke van enige verklaring van de zijde van verweerder omtrent deze discrepantie houdt de raad het voor waar dat verweerder de rechtbank heeft voorgelogen. Dat is buitengewoon ernstig en een behoorlijk handelend advocaat onwaardig.

Ook dit bezwaar is dan ook terecht voorgedragen.

Ad g

Verweerder is tekort geschoten in het afleggen van verantwoording omtrent het beheer van zijn archief. Ook dat is in strijd met zijn gehoudenheid de deken als toezichthouder naar behoren te informeren.

Ad h

Verweerder heeft in het zicht van de afgesproken schrapping van het tableau nagelaten een voorziening te treffen voor zijn vervanging dan wel opvolging als bestuurder van de Stichting Derdengelden. Ook dat is in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt.

7. Het geheel overziend zijn alle door de deken naar voren gebrachte bezwaren tegen verweerder gegrond. Verweerder heeft op een groot aantal terreinen gehandeld in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt. De hem verweten gedragingen raken de volle breedte van de uitoefening van het beroep van advocaat. De organisatie van zijn kantoor is niet op orde gebleken, de financiële situatie is uitermate zorgelijk, hij heeft zijn geheimhoudingsplicht geschonden, omtrent het archiefbeheer ontbreekt elk inzicht, hij is zijn financiële verplichtingen jegens de medewerkers van zijn kantoor althans een deel van hen niet tijdig nagekomen, heeft zijn praktijk niet naar behoren uitgeoefend en is nalatig gebleven in de financiële afwikkeling van de relatie met cliënten. Daarnaast is hij toezeggingen aan de deken niet nagekomen en heeft hij door niet naar behoren met de deken te communiceren deze in de uitoefening van diens toezichthoudende taak op onaanvaardbare wijze gefrustreerd.

8. Met betrekking tot de ter zake aan verweerder op te leggen maatregel overweegt de raad als volgt.

De ernst van al deze terecht verweten gedragingen rechtvaardigt zonder meer de maatregel van schrapping van het tableau. Verweerder heeft zich op geen enkel moment bewust getoond van de belangen die met de in het geding zijnde regelgeving zijn gemoeid, laat staan dat hij zich voor de schending daarvan heeft verontschuldigd. Hij heeft zelfs cliëntbelangen moedwillig geschaad door niet ter zitting te verschijnen en in strijd met de waarheid aan de rechtbank te verklaren dat hij niet van die behandeling op de hoogte was.

De raad is dan ook van oordeel dat er geen andere keus mogelijk is dan om verweerder de zwaarste sanctie op te leggen, die van schrapping van het tableau. Dat verweerder zich reeds zelf heeft laten uitschrijven laat de noodzaak voor deze maatregel onverlet. De raad is het met de deken eens dat voor het geval van een toekomstig verzoek van verweerder tot herinschrijving uit het tableau zal moeten kunnen blijken van het oordeel van de tuchtrechter omtrent verweerders handelwijze.

De beslissing van de raad luidt als volgt:

De bezwaren van de deken tegen verweerder zijn allen gegrond.

Verweerder wordt de maatregel van schrapping van het tableau opgelegd.

Aldus beslist door de raad in de hiervoor vermelde samenstelling en uitgesproken in het openbaar op 2 april 2012.

griffier     voorzitter