ECLI:NL:TADRARN:2012:YA2527 Raad van Discipline Arnhem 11-143

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2012:YA2527
Datum uitspraak: 23-01-2012
Datum publicatie: 08-03-2012
Zaaknummer(s): 11-143
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Wrakingsverzoek tegen lid van de raad dat zich al verschoond had en door de griffie abusievelijk was ingeroosterd op de klacht van klager. Vergissing door griffie hersteld door verweerder te vervangen door een ander lid. Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk.

11-143

BESLISSING VAN DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF TE ARNHEM

Bij brief van 20 oktober 2011 is ter kennis van de raad gebracht het wrakingsverzoek van klager tegen verweerder.

1. Het wrakingsverzoek is behandeld ter openbare zitting van de raad van 19 decem-ber 2011, waar niemand is verschenen.

De wrakingskamer van de raad heeft zitting gehouden in de volgende samenstel-ling: mr M.J. Blaisse, voorzitter, en mrs J. Brouwer, P.R.M. Noppen, I.P.A. van Heijst, A.M.T. Weersink, leden van de raad, en is bijgestaan door mr S. Le Noble als griffier.

2. Klager heeft een klacht ingediend tegen mr. W. De griffie van de raad van disci-pline te Arnhem heeft klager bij brief van 17 oktober 2011 bericht dat de openbare mondelinge behandeling van de klacht was vastgesteld op maandag 21 november 2011 te 14.00 uur. De griffier van de raad van discipline heeft klager bij brief van 17 oktober 2011 bericht over de samenstelling van de raad. Eén van de leden zou zijn verweerder. Bij brief van 20 oktober 2011 heeft klager mr.  A gewraakt, omdat hij eerder als advocaat–stagiaire op het kantoor van klager werkzaam is geweest. Klager acht de onpartijdigheid c.q. onafhankelijkheid in het geding en wijst erop dat verweerder zich in een eerdere kwestie heeft teruggetrokken als lid vanwege genoemde omstandigheid. Bij brief van 24 oktober 2011 heeft de waarnemend griffier van de Raad van Discipline klager bericht dat het inplannen van verweerder als lid in de zaak van klager berustte op een vergissing. Verweerder had al eerder bij de griffie aangegeven dat hij zich zou verschonen in alle zaken waarin klager partij was. De waarnemend griffier heeft klager in diezelfde brief bericht dat verweerder bij de behandeling op 21 november 2011 zou worden ver-vangen door mr. N. De waarnemend griffier heeft bij die brief aan klager gevraagd of hij zijn wrakingsverzoek onder deze omstandigheden wilde handhaven. Klager heeft de griffie bij brief van 9 november 2011 bericht dat het wrakingsverzoek ge-handhaafd blijft.

3. De raad beoordeelt het wrakingsverzoek als volgt:

In beginsel dient te worden uitgegaan van het vermoeden dat een rechter uit hoof-de van zijn aanstelling onpartijdig is, tenzij zich een omstandigheid voordoet die een zwaarwegende aanwijzing oplevert voor het oordeel dat de rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij die partij bestaande vrees hiertoe objectief gerechtvaardigd is. Bij de griffie van de Raad van Discipline was bekend dat verweerder zich wilde verschonen in alle zaken waarin klager partij is. Bij de planning van de klacht van klager heeft de griffie een vergissing gemaakt door verweerder desondanks als lid op te stellen. De vergissing is na ontdekking direct door de griffie hersteld door verweerder te vervangen door een ander lid. De vervanging van verweerder leidt tot het met het wrakingsverzoek nagestreefde doel, te weten het niet verder kennis nemen door verweerder van de zaak. Ver-weerder heeft niet de hoedanigheid van lid van de Raad van Discipline in een zaak waarbij klager is betrokken, zodat wraking van verweerder niet (meer) mogelijk is.

4. Het wrakingsverzoek is derhalve niet-ontvankelijk.

De beslissing van de wrakingskamer van de raad luidt als volgt:

Het verzoek tot wraking is niet-ontvankelijk.

Aldus beslist door de raad in de hiervoor vermelde samenstelling en uitgesproken in het openbaar op 23 januari 2012.

griffier     voorzitter

Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.