ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA3656 Raad van Discipline Amsterdam 12-124A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA3656
Datum uitspraak: 18-12-2012
Datum publicatie: 18-12-2012
Zaaknummer(s): 12-124A
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht ongegrond. Klacht tegen klachtenfunctionaris. Verweerder heeft klacht op zorgvuldige wijze behandeld.

Beslissing van 18 december 2012

in de zaak 12-124A

naar aanleiding van de klacht van:

de heer

klager

tegen:

de heer mr.

advocaat te Amsterdam    

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 3 mei 2012 met kenmerk 1112-0107, door de raad ontvangen op 4 mei 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 17 oktober 2012 in aanwezigheid van klager, vergezeld van zijn echtgenote en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van:

- de in 1.1 bedoelde brief van de deken;

  - de stukken genummerd 1 tot en met 10;

  - een brief met bijlagen van klager d.d. 12 oktober 2012.

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2 Mr. A., een voormalige kantoorgenote van verweerder, heeft klager

bijgestaan in een arbeidsrechtelijk geschil. Klager is ontevreden over het resultaat van de procedure en wijt dit resultaat aan de voormalige kantoorgenote van verweerder.

2.3 Klager heeft zijn ontevredenheid kenbaar gemaakt in een klacht d.d. 20 april 2009 die bij het kantoor van verweerder is ingediend. Verweerder heeft in zijn hoedanigheid van klachtenfunctionaris van zijn kantoor de klacht van klager behandeld en beoordeeld. Verweerder heeft bij brief van 30 juni 2009 gemotiveerd waarom hij tot de conclusie is gekomen dat de klacht over de wijze waarop mr. A. klager heeft bijgestaan ongegrond is. Klager heeft op zijn verzoek kopieën ontvangen van alle documenten, waaraan verweerder in zijn brief van 30 juni 2009 heeft gerefereerd. 

2.4 Bij brief met bijlagen gedateerd januari 2011, meer speciaal punt 7, door de deken op 26 januari 2011 ontvangen, heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

a) Hij de klacht van klager niet serieus heeft genomen;

b) hij zijn beoordeling van de klacht van klager over zijn voormalige

              kantoorgenoot heeft opgesteld op basis van stukken in het dossier

              en van zijn voormalige kantoorgenote en een andere bij de zaak

              betrokken kantoorgenoot verkregen informatie;

c) het kantoor van verweerder zijn voormalige kantoorgenote heeft

              geïnstrueerd vooral telefonisch met klager te communiceren met als

              doel de voor het kantoor onwelgevallige zaken buiten het dossier te

              laten;

d) hij de in het klachtenreglement opgenomen termijn voor afhandeling

              van een klacht, inclusief mogelijke verlenging, heeft overschreden,

              hetgeen heeft geleid tot financiële gevolgen voor klager.

4 BEOORDELING

ad klachtonderdeel a, b, c en d

4.1 De klachtonderdelen a, b, c en d lenen zich voor een gezamenlijke behandeling.

De raad stelt voorop dat het functioneren van een advocaat als klachtenfunctionaris op een advocatenkantoor een activiteit is die voor advocaten behoort tot de gebruikelijke activiteiten bij de uitoefening van het advocatenberoep. Het optreden van een advocaat als klachtenfunctionaris houdt aldus zodanig direct verband met de uitoefening van het advocatenberoep, dat dat optreden toetsbaar is op grond van de normen van artikel 46 Advocatenwet. De omstandigheid dat de advocaat die optreedt als klachtenfunctionaris handelt in een andere relatie dan de relatie tussen advocaat en cliënt maakt dit niet anders.

4.2 Naar het oordeel van de raad heeft verweerder met zijn brief aan klager d.d. 30 juni 2009 voldoende zorgvuldig gereageerd op de klachten van klager en blijk gegeven van intensieve bestudering van het dossier. Het feit dat verweerder de beoordeling van zijn klacht mede heeft gebaseerd op van zijn voormalige kantoorgenote en een andere bij de zaak betrokken kantoorgenoot verkregen informatie past in een zorgvuldige behandeling van de klacht en is tuchtrechtelijk niet verwijtbaar.

4.3 In de stukken van het klachtdossier en de behandeling ter zitting heeft de raad geen enkele aanwijzing gevonden dat het kantoor van verweerder de voormalige kantoorgenote heeft geïnstrueerd vooral telefonisch met klager te communiceren met als doel de voor het kantoor onwelgevallige zaken buiten het dossier te laten. 

4.4 Niet valt in te zien welk belang van klager is geschaad bij de  overschrijding van de in het klachtenreglement opgenomen termijn voor afhandeling van een klacht. Klager heeft ook niet onderbouwd welke financiële gevolgen hierdoor voor klager zijn ontstaan. De klacht is in al zijn onderdelen ongegrond.

BESLISSING

De raad van discipline verklaart:

- de klacht in al zijn onderdelen ongegrond.

Aldus gewezen door mr. Th.S. Röell, voorzitter, mrs. H.B. de Regt, B. Roodveldt, B.J. Sol en A.M. Vogelzang, leden, bijgestaan door mr. H. Oomen als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 18 december 2012.

griffier voorzitter

De beslissing is in afschrift op 18 december 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerder

- de deken van advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a. Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c. Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl