ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA3353 Raad van Discipline Amsterdam 12-088A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA3353
Datum uitspraak: 08-10-2012
Datum publicatie: 09-10-2012
Zaaknummer(s): 12-088A
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Grievende uitlatingen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht advocaat wederpartij wegens het niet nemen van afstand van een mededeling van zijn cliënte. Van een advocaat mag worden verwacht dat hij de belangen van zijn cliënt behartigt. Er is geen regel waaruit volgt dat een advocaat naar derden toe afstand dient te nemen van de uitlatingen van zijn cliënt. De klacht is ongegrond.

Beslissing van 8 oktober 2012

in de zaak 12-088A    

naar aanleiding van de klacht van:

de heer

klager

tegen:

de heer mr.

advocaat te Amsterdam

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 22 maart 2012, door de raad ontvangen op 23 maart 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 6 augustus 2012 in aanwezigheid van klager. Verweerder is met bericht van verhindering niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de onder 1.1 vermelde brief en de stukken vermeld op de daarbij gevoegde inventarislijst.

2 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.1 Verweerder behartigt als advocaat de belangen van de ex partner van klager. Tussen klager en zijn ex partner [mevrouw Y] bestaat een discussie omtrent de verkoop van de aan hen in eigendom toebehorende koopwoning. Klager verblijft na het vertrek van zijn ex partner alleen in die woning.

2.2 Op 11 november 2011 heeft klager een e-mail van zijn ex partner ontvangen met de volgende tekst:

“Hallo [klager],

Ik wil hierbij informeren dat ik van de bank fiat heb gekregen de woning over te nemen. Zelf heb je 1,5 jaar de kans gehad dit te doen en een paar weken geleden heb je te kennen gegeven dat je de woning niet wenst over te nemen.

Ik vraag je dan ook dringend zo snel mogelijk een ander onderkomen te zoeken, gezien ik voor het einde van het jaar de formaliteiten rond wil hebben.

groeten,

[mevrouw Y]”

2.3 Bij brief van 29 november 2011 heeft verweerder aan de advocaat van de wederpartij het volgende, voor zover hier relevant, bericht:

“Geachte confrère,

Mijn cliënte heeft – buiten mij om – uw cliënt bij mailbericht van 11 november 2011 laten weten, dat zij het aandeel van uw cliënt in de woning zou willen overnemen.

Dat heeft zij gedaan om uw cliënt uit de tent te lokken. Zij wilde weten of uw cliënt de woning zelf wilde behouden en mijn cliënte zou willen uitkopen, al dan niet met behulp van een derde. Dit te meer vanwege het feit, dat uw cliënt mijn cliënte op ongefundeerde wijze per e-mails probeert zwart te maken o.a. bij de ABN AMRO en haar eigen bank.

De e-mail van mijn cliënte is juridisch niet van belang, althans kan uw cliënt daar geen rechten aan ontlenen, omdat zij geen prijs heeft genoemd en andere zaken om van een geldig aanbod te kunnen spreken. Afgezien van het feit dat de bank geen medewerking zou verlenen gelet op haar inkomen.

[..]”

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat verweerder wist volgens klager, althans behoorde te weten, dat zijn cliënte de zaken in genoemde e-mail opzettelijk vals voorstelde, althans dat verweerder in de brief van 29 november 2011 geen afstand van de mededeling van zijn cliënte heeft gedaan, waardoor hij heeft laten blijken de mededeling van zijn cliënte normaal te vinden.

4 DE BEOORDELING VAN DE KLACHT

4.1 Nu de klacht gericht is tegen de advocaat van klagers wederpartij heeft te gelden de door het hof van discipline – de hoogste instantie in het advocatentuchtrecht – gehanteerde maatstaf dat de advocaat van de wederpartij een grote mate van vrijheid toekomt de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem goeddunkt. Die vrijheid in niet onbeperkt; deze kan onder meer ingeperkt worden indien de advocaat (1) zich onnodig grievend uitlaat over de wederpartij, (2) feiten poneert waarvan hij weet of redelijkerwijs kan weten dat zij in strijd met de waarheid zijn, of indien (3) de advocaat (anderszins) bij de behartiging van zijn belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij onnodig of onevenredig schaadt zonder dat daarmee een redelijk doel wordt gediend. Met betrekking to de onder (2) genoemde beperking moet voorts in het oog worden gehouden dat de advocaat de belangen van zijn cliënt dient te behartigen aan de hand van het feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft en dat hij in het algemeen mag afgaan op de juistheid van dat feitenmateriaal en slechts in uitzonderingsgevallen gehouden is de juistheid daarvan te verifiëren. De raad zal het optreden van verweerder derhalve aan de hand van deze maatstaf beoordelen.

4.2 Het is de raad geenszins gebleken dat verweerder voorafgaand of ten tijde van de verzending van de e-mail van 11 november 2011 door zijn cliënte aan klager van (de inhoud van) de e-mail op de hoogte was. De raad heeft geen enkele aanwijzing gevonden op basis waarvan vastgesteld kan worden dat hij daarvan op de hoogte behoorde te zijn. Uit de brief van verweerder van 29 november 2011 aan de advocaat van klager blijkt juist dat zijn cliënte de betreffende e-mail buiten zijn weten om had gezonden. In deze brief heeft verweerder uitgelegd wat de bedoeling van zijn cliënte met het versturen van de e-mail was. Er was voor verweerder geen reden om, zoals klager stelt, afstand te nemen van de e-mail van zijn cliënte. Van een advocaat mag juist verwacht worden dat hij de belangen van zijn cliënt behartigt. Daarmee is in beginsel niet te verenigen dat een advocaat naar derden toe afstand neemt van uitlatingen van zijn cliënt. Van een uitzondering op die regel in geenszins gebleken. De klacht is derhalve ongegrond.

BESLISSING

De raad van discipline verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gewezen door mr. H. Brouwer, voorzitter, mrs. S.M. Gaasbeek-Wielinga, L.D.H. Hamer, H.C.M.J. Karskens, S. Wieberdink, leden, bijgestaan door mr. J.G. Geertsma als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 8 oktober 2012.

griffier voorzitter                     

Deze beslissing is in afschrift op 8 oktober 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam    

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerder  

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl