ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2694 Raad van Discipline Amsterdam 11-273Assen

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2694
Datum uitspraak: 25-04-2012
Datum publicatie: 07-05-2012
Zaaknummer(s): 11-273Assen
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. derden, subonderwerp: Rechters
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Betreft klacht van rechter tegen advocaat. Advocaat heeft griffie op informele wijze verzocht een andere rechter te benoemen. Verweerder had zijn verzoek rechtstreeks aan de betreffende rechter moeten richten, maar de raad is desalniettemin van oordeel dat verweerder niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld, aangezien hij zijn verzoek in alle openheid en conform van de griffie verkregen instructies heeft gedaan. Klacht ongegrond.

Beslissing van 25 april 2012

in de zaak 11-273Assen     

naar aanleiding van de klacht van:

de heer mr.

klager

tegen:

de heer mr.

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 30 juni 2011, door de Raad van Discipline in het ressort Leeuwarden ontvangen op 4 juli 2011, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Assen de klacht ter kennis van de Raad van Discipline in het ressort Leeuwarden gebracht.

1.2 De griffier van de Raad van Discipline in het ressort Leeuwarden heeft de in de vorige paragraaf genoemde brief bij brief van 28 juli 2011 doorgestuurd naar het Hof van Discipline met het verzoek een andere raad aan te wijzen voor de behandeling van de klacht.

1.3 Het Hof van Discipline heeft de behandeling van de klacht bij beslissing van 21 september 2011 verwezen naar de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam.

1.4 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 27 februari 2012. Klager en verweerder zijn niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennis genomen van:

- de in paragraaf 1.1 bedoelde brief aan de raad en de in die brief genoemde

       bijlagen, genummerd 1 – 9;

- de beslissing van het Hof van Discipline van 21 september 2011.

2 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1 Klager is rechter in de rechtbank Assen. In die hoedanigheid zou hij een zaak behandelen tussen een cliënt van verweerder, partij X, en partij Y. Aangezien klager in een gelijksoortige procedure tussen een andere cliënt van verweerder en partij Y eveneens als rechter was opgetreden en zich daarin een voor de cliënt van verweerder nadelig oordeel had gevormd, had verweerder het voornemen opgevat klager te wraken.

2.2 In verband met de voorgenomen wraking heeft verweerder telefonisch contact opgenomen met een medewerker van de griffie van de rechtbank Assen. In dat telefoongesprek heeft verweerder de vraag voorgelegd of het mogelijk was een meer informeel verzoek aan de rechtbank te doen om de zaak door een andere rechter te laten behandelen dan klager. De medewerker van de griffie heeft verweerder geadviseerd dit verzoek schriftelijk aan de rechtbank te richten.

2.3 In een e-mailbericht van 22 december 2010 aan een medewerker van de rechtbank heeft verweerder vervolgens het volgende geschreven:

“Ter voorkoming van een formele wrakingsprocedure, vraag ik de rechtbank langs deze weg informeel om een andere rechter te benoemen in de zaak tussen [partij X] en [partij Y].

(…)

De benoeming van [klager] is naar het oordeel van [partij X] in strijd met aanbeveling 8 van de Leidraad Onpartijdigheid van de Rechter. [klager] heeft namelijk bijgaand eindvonnis gewezen in de zaak tussen mijn cliënten [partij A en partij B] en [partij Y]. Het feitencomplex in beide zaken is nagenoeg gelijk.

Ik heb dit verzoek besproken met de advocaat van [partij Y], mr. [D] te Hoogeveen. Ik zend hem een CC exemplaar van dit bericht.

Mocht de rechtbank op dit informele verzoek niet willen beslissen, dan zal ik nog deze week een wrakingsverzoek indienen.”

2.4 De rechtbank heeft het informele verzoek van verweerder afgewezen.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij langs informele weg heeft geprobeerd klager als rechter uit te schakelen in de procedure tussen partij X en partij Y, in welke procedure partij X werd bijgestaan door verweerder. Klager is van oordeel dat verweerder – zo hij het vorenstaande daadwerkelijk heeft geprobeerd – een verboden aanval op de positie van de rechter heeft uitgevoerd.

4 VERWEER

4.1 Klager is van oordeel dat hij niet klachtwaardig heeft gehandeld. Hij heeft een wrakingsverzoek willen voorkomen en onderzocht of een informeel verzoek tot vervanging van de rechter tot de mogelijkheden behoorde. Daarop is in die zin bevestigend gereageerd, dat de medewerker van de griffie van de rechtbank meedeelde dat daartoe een schriftelijk verzoek diende te worden ingediend. Verweerder heeft die instructie opgevolgd.

5 BEOORDELING

5.1 De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht van klager.

5.2 De raad stelt voorop dat verweerder zich in beginsel rechtstreeks tot klager als behandelend rechter had dienen te richten met de vraag of klager zou willen overwegen zich in de gegeven omstandigheden te verschonen. Verweerder heeft zich echter niet rechtstreeks tot klager gericht, maar hij heeft, na telefonisch overleg met een medewerker van de griffie, een e-mailbericht aan de griffie van de rechtbank gestuurd. Hiermee heeft verweerder niet de goede weg bewandeld.

5.3 De raad is desalniettemin van oordeel dat verweerder niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Verweerder heeft het in zijn ogen informele verzoek in alle openheid met de medewerker van de griffie van de rechtbank besproken en hij heeft de advocaat van de wederpartij van dit verzoek op de hoogte gesteld. De instructies die verweerder van de medewerker van de griffie van de betreffende rechtbank heeft gekregen, heeft hij opgevolgd.

5.4 Het is de raad voorts niet gebleken dat verweerder boos opzet had om klager van de zaak te (doen) halen. Verweerder heeft slechts op in zijn ogen informele en efficiënte wijze getracht een oplossing te bereiken voor het voor zijn cliënt ontstane bezwaar dat klager als rechter zou fungeren.

5.5 De raad acht verweerders handelen onder deze bijzondere omstandigheden niet tuchtrechtelijk verwijtbaar en de klacht mitsdien ongegrond.

 BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gewezen door mr. H. Brouwer, voorzitter, mr. M.A. le Belle, mr. L.D.H. Hamer, mr. H.B. de Regt en mr. J.J. Trap, leden, bijgestaan door mr. H.J. Delhaas als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 25 april 2012.

voorzitter           griffier

Deze beslissing is in afschrift op 25 april 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Assen

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Van deze beslissing kan hoger beroep worden ingesteld bij het hof van discipline door:

- klager

- verweerder

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Assen

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl