ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0298 Accountantskamer Zwolle 11/2520 Wtra AK

ECLI: ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0298
Datum uitspraak: 30-07-2012
Datum publicatie: 30-07-2012
Zaaknummer(s): 11/2520 Wtra AK
Onderwerp:
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie:   Klacht over te trage opstelling en indiening van aangifte vennootschapsbelasting ongegrond. Betrokkene heeft voldoende voortvarend gehandeld, terwijl zij duidelijk heeft gewaarschuwd voor het risico van een verzuimboete en heeft medegedeeld dat de aangifte pas kon worden ingediend na schriftelijk akkoord van klaagster. Het staat een accountant niet vrij om zonder duidelijke toestemming zelf tot indiening van zo'n aangifte over te gaan.

ACCOUNTANTSKAMER

BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) van 30 juli 2012

in de zaak met nummer 11/2520 Wtra AK van

de besloten vennootschap X B.V. ,

vertegenwoordigd door mr. A,

gevestigd te [plaats],

K L A A G S T E R ,  

t e g e n

mw. Y ,

accountant-administratieconsulent,

kantoorhoudende te [plaats],

B E T R O K K E N E .

1. Het verloop van de procedure

1.1 De Accountantskamer heeft kennisgenomen van de in deze zaak gewisselde en aan partijen bekende stukken, waaronder:

-           het op 12 december 2011 ingekomen klaagschrift van klaagster met bijlagen;

-           het op 27 januari 2012 ingekomen verweerschrift van betrokkene met bijlagen van 26 januari 2012.

1.2 Per brief van 13 december 2011 heeft de secretaris van de Accountantskamer aan klaagster medegedeeld dat, voor zover de klacht zich richt tegen de medewerkster van betrokkene, de klacht niet in behandeling wordt genomen en voorts dat, voor zover met de klacht een vergoeding van schade wordt beoogd, de Accountantskamer niet dergelijke vergoedingen bepaalt.

1.3 De Accountantskamer heeft wat van de klacht resteert, behandeld ter openbare zitting van 18 juni 2012 waar zijn verschenen:

- namens klaagster de heer mr. A, en

- betrokkene Y AA in persoon.

1.4 Klaagster en betrokkene hebben bij gelegenheid van genoemde zitting hun standpunten doen toelichten respectievelijk toegelicht en geantwoord op vragen van de Accountantskamer.

2. De vaststaande feiten

Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting stelt de Accountantskamer het volgende vast.

2.1 Betrokkene is openbaar accountant en houdt kantoor te [plaats] onder de naam ‘Y&B, accountants en adviseurs’.

2.2 Het kantoor van betrokkene heeft vanaf omstreeks 2007 tot januari 2012 jaarlijks werkzaamheden voor klaagster verricht, bestaande uit het opstellen van de aangifte vennootschapsbelasting met als bijlagen de balans en de winst- en verliesrekening.

2.3 Per e-mailbericht van 21 april 2011 heeft mw. C, medewerkster op het kantoor van betrokkene, aan A voormeld van X medegedeeld:

‘Het is bijna 1 mei en dan is de uitsteltermijn voor de aangifte vennootschapsbelasting 2009 van X BV afgelopen. Dan komt er natuurlijk eerst nog wel een 10-dagen briefje maar dit betekent toch dat we nog maar erg weinig tijd hebben om jouw aangifte in te dienen en eventuele boetes te voorkomen. Mijn vraag is dus wil jij dat wij voor jou de aangifte 2009 verzorgen en zo ja, wanneer we de stukken en het voorschot bedrag van 750 incl btw (…) kunnen verwachten. (…)’

Na telefonisch overleg op 3 mei 2011 heeft A voormeld aan het kantoor van betrokkene opdracht gegeven om de aangifte vennootschapsbelasting 2009 te verzorgen, waarna klaagster het verlangde voorschotbedrag heeft voldaan. Deze verstrekte opdracht is per brief van 21 juni 2011 door betrokkene aan klaagster bevestigd.

2.4 Klaagster is per brief van 24 mei 2011 door de belastingdienst gemaand om binnen 10 werkdagen de aangifte vennootschapsbelasting 2009 in te dienen. Klaagster is per brief van 5 juli 2011 opnieuw door de belastingdienst aangemaand. Deze brieven zijn niet door klaagster aan het kantoor van betrokkene ter hand gesteld of anderszins ter kennis gebracht.

2.5 Op 22 mei 2011 heeft klaagster de voor het opstellen van de aangifte vennootschaps-belasting 2009 benodigde stukken bij het kantoor van betrokkene ingeleverd. Per brief van 21 juni 2011 is onder meer aan klaagster aangeleverd een kopie aangifte vennootschaps-belasting en een akkoordverklaring aangifte vennootschapsbelasting, daarbij vermeldend: ‘Na ondertekening s.v.p. aan ons retour zenden zodat wij de aangifte kunnen indienen.’

Deze akkoordverklaring luidt, voor zover relevant:

‘Ondergetekende heeft als rechtsgeldig vertegenwoordiger van [klaagster] kennisgenomen van de inhoud van het fiscaal rapport behorend bij de aangifte vennootschapsbelasting over 2009 en heeft geconstateerd dat de inhoud in overeenstemming is met de gegevens welke, zonder voorbehoud, aan de adviseur zijn aangeleverd.

Ondergetekende gaat akkoord met de weergave in dit fiscaal rapport (…) en geeft toestemming aan de adviseur om het op basis van dit aangiftebiljet en bijlagen gemaakt aangiftebestand elektronisch aan de belastingdienst toe te sturen. (…)’

2.6 Op 18 juli 2011 is de hiervoor bedoelde akkoordverklaring namens klaagster ondertekend. Op 21 juli 2011 heeft het kantoor van betrokkene aangifte vennootschaps-belasting 2009 bij de belastingdienst ingediend.

2.7 De belastingdienst heeft aan klaagster voor het niet (tijdig) indienen van de aangifte vennootschapsbelasting een verzuimboete opgelegd. Klaagster heeft tegen deze boete bezwaar gemaakt. Betrokkene heeft telefonisch van de belastingdienst vernomen dat de boete tot nihil is / zal worden teruggebracht.

3. De klacht

3.1 Ten grondslag aan de door klaagsteringediende klacht liggen, zoals blijkt uit het klaagschrift en de daarop door en namens klaagster gegeven toelichting, de volgende verwijten:

a. betrokkene heeft niet tijdig de aangifte vennootschapsbelasting 2009 ingediend zodat klaagster is geconfronteerd met een door de belastingdienst opgelegde verzuimboete.

b. betrokkene heeft niet kosteloos willen meewerken aan het oplossen van het probleem door slechts tegen betaling een bezwaarschriftprocedure te willen voeren.

4. De gronden van de beslissing

4.1 Op grond van artikel 51 Wet AA is de accountant-administratieconsulent bij het beroepsmatig handelen onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met het bij of krachtens de Wet AA bepaalde en ter zake van enig ander handelen of nalaten in strijd met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep.

4.2 De Accountantskamer heeft vastgesteld dat het handelen en/of nalaten van betrokkene waar de klacht betrekking op heeft, heeft plaatsgevonden ná 17 januari 2007 zodat het moet worden getoetst aan de sindsdien vigerende VGC en in het bijzonder deel A (de gedragscode voor iedere accountant-administratieconsulent) en het (voor openbaar accountants geldende) deel B1 daarvan.

4.3 Daarnaast stelt de Accountantskamer voorop dat het in een tuchtprocedure als de onderhavige in beginsel aan klaagsters is om feiten en omstandigheden te stellen en - in geval van (gemotiveerde) betwisting - aannemelijk te maken, die tot het oordeel kunnen leiden dat de betrokken accountant tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

4 .4 Wat betreft het eerste klachtonderdeel geldt het volgende.

4.4.1 Uit de vaststaande feiten volgt dat klaagster al in een e-mailbericht van 21 april 2011 is gewezen op het per 1 mei 2011 ingediend moeten hebben van de aangifte vennootschapsbelasting 2009 en het risico van het opgelegd krijgen van een verzuimboete indien tijdige aangifte zou uitblijven. Klaagster heeft daarop niet eerder dan op 3 mei 2011 opdracht gegeven tot het opstellen van bedoelde aangifte, waarna zij pas op 22 mei 2011 de daarvoor benodigde stukken aan (het kantoor van) betrokkene ter beschikking heeft gesteld.

4.4.2 Namens klaagster is niet weersproken dat zij de van de belastingdienst ontvangen aanmaningen van 24 mei 2011 en 5 juli 2011 om binnen tien werkdagen de aangifte 2009 in te dienen, niet ter kennis van betrokkene of haar kantoor heeft gebracht. Klaagster heeft niet doen stellen, en zulks is evenmin anderszins gebleken, dat betrokkene zich jegens haar had verplicht om binnen een bepaalde termijn de aangifte op te stellen. Klaagster heeft evenmin doen stellen dat zij op een andere wijze betrokkene heeft gemaand tot spoedige oplevering van de aangifte.

4.4.3 Het staat voorts vast dat (het kantoor van) betrokkene per brief van 21 juni 2011 de concept-aangifte aan klaagster heeft aangeboden met het verzoek om bij akkoordbevinding daarvan de bijgevoegde akkoordverklaring terug te zenden. Klaagster heeft deze verklaring vervolgens niet eerder dan op 18 juli 2011 ondertekend en teruggezonden, waarna op 21 juli 2011 voor klaagster de aangifte is ingediend.

4.4.4 Uit het voorgaande volgt dat klaagster vóór het verstrijken van de gegeven uitsteltermijn is gewezen op haar verplichting tot het indienen van de aangifte over 2009 en op het risico van een verzuimboete, terwijl betrokkene na de ontvangst van de benodigde stukken naar het oordeel van de Accountantskamer met de nodige voortvarendheid heeft gehandeld door met vier weken de concept-aangifte met toebehorende stukken aan te leveren. In de begeleidende brief van 21 juni 2011 is klaagster expliciet medegedeeld dat zij zich conform bijgevoegde verklaring akkoord diende te verklaren alvorens de aangifte voor haar kon worden ingediend.

4.4.5 De van een accountant jegens een cliënt te vergen zorgvuldigheid ging in dit geval niet zover dat betrokkene, naast de in het e-mailbericht van 21 april 2011 weergegeven waarschuwing en de mededeling in de brief van 21 juni 2011 dat de aangifte pas zou kunnen worden ingediend na retourontvangst van de akkoordverklaring, klaagster nogmaals zou attenderen op haar belang van het indienen van die aangifte. Dit geldt te minder nu vaststaat dat de contactpersoon binnen klaagster voor (het kantoor van) betrokkene - de heer A voormeld - advocaat is en deze in die hoedanigheid ten volle geacht moet worden het belang te kennen van een termijn en van een machtiging om voor een ander te handelen. Het stond betrokkene, anders dan klaagster meent, ook niet vrij om zonder haar (expliciete) toestemming voor haar de aangifte vennootschapsbelasting in te dienen.

4.4.6 Gelet op het voorgaande moet dit onderdeel van de klacht ongegrond worden verklaard.

4.5 Het tweede klachtonderdeel bouwt voort op het eerste onderdeel. Nu zoals overwogen de klacht dat betrokkene de aangifte te laat heeft ingediend en daardoor de verzuimboete aan betrokkene moet worden verweten, geen stand houdt, valt er geen wettelijke of beroepsregel aan te wijzen die betrokkene ertoe zou nopen om kosteloos voor klaagster een bezwaarprocedure te voeren. Dit klachtonderdeel faalt daarom eveneens.

4.6 De klacht dient dan ook in al haar onderdelen ongegrond te worden verklaard.

4.7 Nu ook overigens niet is gebleken of aannemelijk geworden dat betrokkene in de onderhavige zaak heeft gehandeld in strijd met de voor haar geldende regelgeving, dient op grond van al het hiervoor overwogene als volgt te worden beslist.

5. Beslissing

De Accountantskamer verklaart de klacht ongegrond.

Aldus beslist door mr. W.F. Boele, voorzitter, mr. E.W. Akkerman, rechterlijk lid, en J. Maan AA, accountantslid, in aanwezigheid van W. Welmers, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 30 juli 2012.

_________                                                                                          __________

secretaris                                                                                            voorzitter

Deze uitspraak is aan partijen verzonden op:_____________________________

Ingevolge artikel 43 Wtra, juncto artikelen 31 en 32 Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, kunnen klaagster, betrokkenedan wel de voorzitter van de NOvAA tegen deze uitspraak binnen 6 weken na verzending daarvan hoger beroep instellen door het indienen van een beroepschrift bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, postbus 20021, 2500 EA te Den Haag. Het beroepschrift dient te zijn ondertekend en de gronden van het beroep te bevatten.