ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0231 Accountantskamer Zwolle 11/2133 Wtra AK

ECLI: ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0231
Datum uitspraak: 16-01-2012
Datum publicatie: 23-01-2012
Zaaknummer(s): 11/2133 Wtra AK
Onderwerp:
Beslissingen: Klacht gegrond met doorhaling
Inhoudsindicatie:  Nadere maatregel wegen het niet betalen van een door de Accountantskamer opgelegde geldboete: doorhaling.

ACCOUNTANTSKAMER

BESLISSING van 16 januari 2012 in de zaak met nummer 11/2133 Wtra Ak, welke zaak ingevolge artikel 5, vierde lid Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) is voortgevloeid uit de zaak met nummer 11/337 Wtra AK van

de voorzitter van het KONINKLIJK NEDERLANDS INSTITUUT VAN REGISTERACCOUNTANTS  (NIVRA) ,

kantoorhoudende te Amsterdam,

K L A G E R ,

t e g e n

drs. Y ,

registeraccountant,

wonende te [woonplaats],

B E T R O K K E N E .

1. Het verloop van de procedure

1.1 De Accountantskamer heeft kennisgenomen van:

-          haar uitspraak van 27 juni 2011 (zaaknummer 11/337 Wtra AK) waarbij aan betrokkene - onder meer - de maatregel van een geldboete van € 6.000,00 is opgelegd;

-          de last tot tenuitvoerlegging van haar voorzitter d.d. 22 augustus 2011;

-          de door haar voorzitter aan betrokkene bij brief van 27 september 2011 geboden laatste gelegenheid tot betaling van de hiervoor bedoelde boete binnen een termijn van 2 weken en

-          de oproeping van betrokkene d.d. 19 oktober 2011 om aanwezig te zijn op de  openbare zitting van 5 december 2011 teneinde te worden gehoord over de eventuele ambtshalve oplegging van de maatregel van een (tijdelijke) doorhaling van de inschrijving van betrokkene in het register als bedoeld in artikel 1, onder j. van de Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra).

1.2 Betrokkene is ter zitting verschenen.

2. De vaststaande feiten

Op grond van de stukken stelt de Accountantskamer het volgende vast.

2.1 Betrokkene is sinds 15 april 1998 ingeschreven in het accountantsregister bij het NIVRA. Hij is accountant in business.

2.2 Bij beslissing van 27 juni 2011 is aan betrokkene wegens - kort weergegeven - het niet naleven van zijn PE-verplichtingen en het niet voldoen aan zijn informatieverplichting jegens het NIVRA onder meer de maatregel opgelegd van een geldboete van € 6.000,00. Deze beslissing is op 9 augustus 2011 onherroepelijk geworden.

2.3 Bij last tot tenuitvoerlegging d.d. 22 augustus 2011 is aan betrokkene de gelegenheid geboden om de geldboete uiterlijk voor 15 september 2011 te voldoen. Betrokkene heeft niet op die last gereageerd en daar evenmin gevolg aan gegeven.

2.4 Vanwege het uitblijven van betaling is betrokkene bij brief van 27 september 2011 door de voorzitter van de Accountantskamer gewezen op artikel 5 Wtra dat bepaalt dat bij niet tijdige betaling aan betrokkene de maatregel van (tijdelijke) doorhaling van de inschrijving in het register als bedoeld in artikel 1, onder j. van de Wtra kan worden opgelegd. Betrokkene is daarbij verzocht om binnen twee weken een betalingsbewijs over te leggen dan wel alsnog binnen die termijn voor betaling zorg te dragen en van die betaling aan de Accountantskamer kennis te geven. Betrokkene heeft op die brief niet gereageerd en heeft evenmin alsnog de boete voldaan.

2.5 Bij brief van 19 oktober 2011 is betrokkene opgeroepen om aanwezig te zijn op de zitting van 5 december 2011.

3. De gronden van de beslissing

Omtrent het niet voldoen aan de last tot tenuitvoerlegging overweegt de Accountantskamer het volgende.

3.1 Betrokkene is ter zitting verschenen en heeft samengevat aangevoerd dat hij al lang niet meer werkzaam is als ‘traditioneel accountant’ doch een technische onderneming drijft en dat hij zich in de regels van het NIVRA met betrekking tot de PE-verplichtingen van accountants in business niet kan vinden omdat hij zijn titel als een opleidingstitel ervaart. Hij vindt het moreel gezien niet juist dat hem vanwege het niet naleven van deze regels een boete is opgelegd en weigert daarom de boete te voldoen.

3.2 De Accountantskamer gaat voorbij aan het door betrokkene gestelde bezwaar tegen een verplichte permanente educatie en de daaraan verbonden gevolgen indien die verplichting niet wordt nagekomen. Betrokkene miskent met zijn betoog immers dat de aan hem opgelegde sanctie al vaststaat en dat er thans geen ruimte meer is voor een debat over de grondslag daarvoor. Daarvoor had hij de procedure die heeft geleid tot de uitspraak van 27 juni 2011 moeten benutten. Gezien het vorenstaande is er geen enkele rechtvaardiging voor het niet betalen  van de aan betrokkene opgelegde boete. Deze weigering levert - opnieuw - strijd op met de wet en met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep.

3.3 Alles in aanmerking nemende acht de Accountantskamer de nadere oplegging van de in artikel 2 sub e. Wtra bedoelde maatregel van een doorhaling van de inschrijving van betrokkene in het register passend en geboden, met bepaling van de termijn dat betrokkene zich niet opnieuw kan laten inschrijven op zes maanden. Bij die beslissing heeft de Accountantskamer rekening gehouden met de hoogte van de niet betaalde boete, met de omstandigheid dat betrokkene herhaaldelijk is gewaarschuwd voor een ambtshalve toepassing van het bepaalde in het vierde lid van artikel 5 Wtra en met het gegeven dat betrokkene er totaal geen blijk van heeft gegeven de onjuistheid van zijn handelen als hier bedoeld in te zien.

3.4 De AFM en de voorzitter van het NIVRA dienen ingevolge artikel 9, tweede lid juncto artikel 47 Wtra, zodra deze uitspraak onherroepelijk is en de voorzitter van de Accountantskamer een last tot tenuitvoerlegging heeft uitgevaardigd, er voor zorg te dragen dat de opgelegde maatregel in het register bedoeld in artikel 1, sub j. Wtra wordt opgenomen.

4. De beslissing

De Accountantskamer:

·         legt terzake aan betrokkene op de - nadere - maatregel van doorhaling van de inschrijving van betrokkene in het register bedoeld in artikel 1, onder j. Wtra, met de bepaling dat de termijn, waarbinnen betrokkene niet opnieuw in het register kan worden ingeschreven, 6 (zes) maanden bedraagt. Deze doorhaling gaat in op de tweede dag volgend op de dag waarop deze beslissing onherroepelijk is geworden én de voorzitter van de Accountantskamer een last tot tenuitvoerlegging heeft uitgevaardigd;

·         verstaat dat de AFM en de voorzitter van het NIVRA na het onherroepelijk worden van deze uitspraak en de last tot tenuitvoerlegging van de voorzitter van de Accountantskamer zorgen voor opname van deze tuchtrechtelijke maatregel in het register bedoeld in artikel 1, onder j. Wtra.

Aldus beslist door mr. W.F. Boele, voorzitter, mr. M.J. van Lee, rechterlijk lid, en prof. dr. G.C.M. Majoor RA, accountantslid, in aanwezigheid van P.M. Foppen LLB, secretaris, en uitgesproken ter openbare zitting van de Accountantskamer van 16 januari 2012.

_________                                                                            __________

secretaris                                                                               voorzitter

Deze uitspraak is naar partijen verzonden op :______________________

Ingevolge artikel 43 Wtra, juncto artikelen 31 en 32 Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, kunnen betrokkene dan wel de voorzitter van het NIVRA tegen deze uitspraak binnen 6 weken na verzending daarvan hoger beroep instellen door het indienen van een beroepschrift bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA te Den Haag. Het beroepschrift dient te zijn ondertekend en de gronden van het beroep te bevatten.