ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0908 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW132.2012

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0908
Datum uitspraak: 04-12-2012
Datum publicatie: 31-01-2013
Zaaknummer(s): GDW132.2012
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: De klacht betreft het doorbetalen van (een deel van de) geïncasseerde gelden. De Kamer is van oordeel dat klager onvoldoende heeft gesteld om enig tuchtrechtelijk laakbaar handelen van de gerechtsdeurwaarder te kunnen vast stellen. Klacht ongegrond verklaard    

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 11 december 2012 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 132.2012 ingediend door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

voorheen gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief, ingekomen op 1 februari 2012, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

De gerechtsdeurwaarder heeft niet op de klacht gereageerd waarna deze voor behandeling naar de Kamer is verwezen.

De klacht is behandeld ter zitting van 30 oktober 2012 alwaar niemand is verschenen.

Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 11 december 2012.

1. De feiten

a)      Klager heeft een vordering ter incasso aan de gerechtsdeurwaarder gegeven.

b)      Op 17 februari 2011 is de praktijkvennootschap van de gerechtsdeurwaarder failliet verklaard.

c)      Het is de Kamer ambtshalve bekend dat de gerechtsdeurwaarder ontslag is verleend uit zijn ambt.

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder, samengevat, dat hij van een door de debiteur aan de gerechtsdeurwaarder voldaan bedrag van € 1.100,00 slechts een bedrag van

€ 200,00 heeft ontvangen.

3. De beoordeling van de klacht.

3.1 Op grond van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn (kandidaat-) gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk (kandidaat-)gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

3.2 Klager heeft onvoldoende, met stukken onderbouwd, gesteld om enig tuchtrechtelijk laakbaar handelen van de gerechtsdeurwaarder te kunnen vast stellen.

4. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. E.R.S.M. Marres, voorzitter, mrs. M.S.F. Voskens en A.M. Maas, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 december 2012 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan klager/klaagster binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep instellen bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.