ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0891 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet251.2012

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0891
Datum uitspraak: 23-10-2012
Datum publicatie: 25-01-2013
Zaaknummer(s): GDWverzet251.2012
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie:   De inleidende klacht betreft het feit dat de gerechtsdeurwaarder een dagvaarding heeft betekend aan een verkeerd adres. De voorzitter oordeelt dat de klacht buiten de daarvoor op grond van de jurisprudentie ontwikkelde termijn van drie jaar is ingediend en verklaart de klacht niet-ontvankelijk. De Kamer is in verzet van oordeel dat niet zonder meer gezegd kan worden dat klager omstreeks 2 februari 2007 kennis van het vonnis heeft genomen. Ter zitting is gebleken dat wel bedragen zijn overgemaakt maar dat dit is gedaan door de ouders van klager. Daaruit volgt niet zonder meer dat klager op de hoogte was van het tegen hem gewezen vonnis. Vast staat dat de dagvaarding is betekend aan een adres waar klager niet stond ingeschreven, nu ook de gerechtsdeurwaarder dit erkent. Een verklaring daarvoor kon de gerechtsdeurwaarder niet geven. Verzet en klacht dat op een verkeerd adres is gedagvaard gegrond verklaard. Gelet op de vaste jurisprudentie op het gebied van de betekenen van de dagvaarding de maatregel van berisping opgelegd.  

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 23 oktober 2012 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van 21 februari 2012 met zaaknummer 780.2011 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer 251.2012 ingediend door:

 [     ],

wonende te [     ],

klager,

vertegenwoordigd door [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij brief van 3 november 2011 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 6 februari 2012 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

Bij beslissing van 21 februari 2012 heeft de voorzitter de klacht als zijnde kennelijk niet-ontvankelijk afgewezen.

Bij brief van 2 maart 2012 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden.

Bij brief van 12 maart 2012 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 11 september 2012 alwaar de vertegenwoordiger van klager en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 23 oktober 2012.

2. De feiten

Op 29 september 2006 heeft de gerechtsdeurwaarder een dagvaarding aan klager betekend aan een adres niet zijnde het adres waar klager volgens de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) stond ingeschreven. Op 23 oktober 2006 is bij verstek een vonnis ten nadele van klager gewezen. In 2007 is een aantal betalingen aan het kantoor van de gerechtsdeurwaarder gedaan.

3. De inleidende klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder - kort samengevat - dat de inleidende dagvaarding op een verkeerd adres is betekend. Hierdoor heeft hij niet aan kunnen tonen welke bedragen zijn ouders al hadden voldaan. Volgens klager is de vordering al lang verlopen want het vonnis dateert van oktober 2006. Na een dreiging met een loonbeslag in januari 2009 heeft de gerechtsdeurwaarder tot aan een nieuwe aanzegging in oktober 2011 niet actief gevorderd.

4. De beslissing van de voorzitter

4.1 De voorzitter heeft op de klacht overwogen dat de Gerechtsdeurwaarderswet geen termijn kent waarbinnen een klacht moet worden ingediend. In de verhouding tussen partijen in een tuchtrechtelijke procedure als deze geldt dat, mede gelet op het bepaalde in artikel 6 van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens, krachtens een op de behandelingstermijn van toepassing zijnde redelijkheidsnorm, het tijdsverloop tussen enerzijds het ontstaan en het ter kennis van de klager gekomen zijn van een klachtfeit en anderzijds het indienen van de klacht de toets van de redelijkheid en de daarmee verband houdende behoorlijke procesorde moet kunnen doorstaan.

4.2 Op grond van het voorgaande heeft het Gerechtshof in hoger beroep in een andere klachtzaak beslist dat een termijn van drie jaar in tuchtprocedures tegen gerechtsdeurwaarders in het algemeen als redelijk kan worden aanvaard. Deze termijn begint te lopen op de dag waarop de klager van het handelen of nalaten van een gerechtsdeurwaarder kennis heeft genomen of heeft kunnen nemen.

4.3 Nu klager pas vijf jaar daarna een klacht heeft ingediend is de voorzitter tot de conclusie gekomen dat klager kennelijk niet-ontvankelijk is in zijn klacht.

5. De gronden van het verzet

In verzet handhaaft klager zijn klacht dat de dagvaarding op een onjuist adres is uitgebracht. Klager heeft aangevoerd dat hij pas op de hoogte kwam van het vonnis toen de gerechtsdeurwaarder in januari 2009 dreigde met een loonbeslag. Klager heeft toen contact opgenomen met een raadsman waarna de tenuitvoerlegging van het vonnis door de gerechtsdeurwaarder is opgeschort. Klager kon niet weten dat dit tijdelijk was want hij heeft daarover geen bericht ontvangen.

6. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

7.1 Anders dan de voorzitter is de Kamer van oordeel dat u it het verweer van de gerechtsdeurwaarder niet zonder meer kan worden opgemaakt dat klager omstreeks  2 februari 2007 kennis van het vonnis heeft genomen. Ter zitting is gebleken dat wel bedragen zijn overgemaakt maar dat dit is gedaan door de ouders van klager. Daaruit volgt niet zonder meer dat klager op de hoogte was van het tegen hem gewezen vonnis. Vast staat dat de dagvaarding is betekend aan een adres waar klager niet stond ingeschreven, nu ook de gerechtsdeurwaarder dit erkent. Een verklaring daarvoor kon de gerechtsdeurwaarder niet geven. Gezien het feit dat het van groot belang is dat de dagvaarding wordt betekend aan het juiste adres, is dit klachtwaardig.

7.2 In zijn klacht dat de vordering verlopen is, kan klager niet worden gevolgd. Dat de gerechtsdeurwaarder de tenuitvoerlegging van het vonnis eerst eind 2011 weer heeft hervat doet daar niet aan af. In zijn algemeenheid geldt dat een vonnis twintig jaar geldig blijft. Voor de tuchtrechter is bij de beoordeling van de vraag of de vordering al dan niet verlopen is verder geen taak weggelegd.

7.3 Op grond van het voorgaande dient het verzet deels gegrond te worden verklaard. De beslissing van de voorzitter met betrekking tot de termijn van kennisname van het klachtwaardige feit kan niet in stand blijven en dient te worden vernietigd. Voor het overige dient het verzet ongegrond te worden verklaard.

8. Beslist wordt daarom als volgt. De Kamer acht betekening aan het juiste adres, gezien de daaraan verbonden rechtgevolgen, van groot belang en acht daarom termen aanwezig om tot het opleggen van na te melden maatregel over te gaan.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-       verklaart het verzet deels gegrond;

-       vernietigt de beslissing van de voorzitter in zoverre;

-       verklaart de klacht dat de dagvaarding niet aan het juiste adres is uitgebracht gegrond;

-       legt de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op;

-       verklaart het verzet voor het overige ongegrond.

Aldus gegeven door mr. C.W. Inden, voorzitter, mrs. M.S.F. Voskens en J.J.L. Boudewijn, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 oktober 2012 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen de beslissing kan klager/klaagster binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep instellen bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.