ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0886 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet250.2012

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0886
Datum uitspraak: 28-08-2012
Datum publicatie: 14-09-2012
Zaaknummer(s): GDWverzet250.2012
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Beslag op zorgtoeslag, treffen betalingsregeling. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 6

Beslissing van 28 augustus 2012 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 21 februari 2012 met nummer 806.2011 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 250.2012 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ] en [     ],

gerechtsdeurwaarders te [     ],

beklaagden,

gemachtigde [     ].

1. Verloop van de procedure

De voorzitter heeft bij voormelde beslissing beslist op de op 22 november 2011 ontvangen klacht tegen beklaagde (hierna: de gerechtsdeurwaarder).

Deze beslissing is bij brief van 2 maart 2012 aan klager verzonden. Op 16 maart 2012 is het verzetschrift tegen voormelde beslissing ontvangen.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 5 juni 2012. Van de behandeling ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

Bij brief van 8 augustus 2012 is aan partijen meegedeeld dat de beslissing op een latere datum dan ter zitting toegezegd zal worden gegeven.

2. De ontvankelijkheid van het verzet .

Het verzetschrift tegen voormelde beslissing van de voorzitter is ontvangen binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van deze beslissing, zodat klager in zijn verzet kan worden ontvangen.

3. De inleidende klacht

In de inleidende klacht stelt klager – samengevat – dat de gerechtsdeurwaarders:

a bewust geen rekening hebben gehouden met zijn financiële draagkracht,

b niet akkoord zijn gegaan met zijn betalingsvoorstel;

c hem ervan betichten de zorgtoeslag niet te gebruiken voor het betalen van de zorgpremie.

4. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft overwogen voor zover hier van belang:

‘4.3 Klager stelt dat de gerechtsdeurwaarders bewust geen rekening gehouden hebben met zijn financiële draagkracht. In het onderhavige geval gaat het om beslag op de zorgtoeslag. Deze vordering tot periodieke betaling is niet omschreven in artikel 475c Rv. Derhalve is er in beginsel geen beslagvrije voet van toepassing op de zorgtoeslag. Mocht klager naast de zorgtoeslag onvoldoende andere middelen van bestaan hebben dan dient hij zich op grond van artikel 475f Rv tot de gewone rechter te wenden om (alsnog) een beslagvrije voet van toepassing te verklaren.

4.4 Voor wat betreft het betalingsvoorstel dient als uitgangspunt genomen te worden dat de gerechtsdeurwaarders op grond van artikel 6:29 BW een aangeboden nakoming in gedeelten mogen weigeren. Echter blijkt uit de brief van 20 april 2011 dat de gerechtsdeurwaarders wel bereid zijn een betalingsregeling overeen te komen mits klager de gerechtsdeurwaarders van zijn financiële positie op de hoogte stelt. Van tuchtrechtelijk laakbaar handelen is dan ook geen sprake.

4.5 Uit het vonnis van 17 november 2010 blijkt dat klager is veroordeeld voor de achterstand in premiegelden en/of betaalde zorgkosten die onder het eigen risico van klager vallen. Mocht klager van mening zijn dat hij zijn zorgpremie wel betaald heeft dan dient hij zich op grond van artikel 438 Rv tot de executierechter te wenden. Het tuchtrecht is hiervoor niet de geëigende weg.

5. Nu geen tuchtrechtelijk laakbaar handelen is gebleken, wordt op grond van het voorgaande beslist als volgt.’

5. De gronden van het verzet

Klager stelt in verzet – samengevat – dat er sprake was van een ontoereikende financiële positie en dat de gerechtsdeurwaarders daar geen rekening mee hebben gehouden; dat de gerechtsdeurwaarders geen tegenvoorstel voor een betalingsregeling hebben gedaan en dat de zorgtoeslag geen inkomen maar een belastingmaatregel is.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.2       Dat klagers financiële positie ontoereikend was of dat geen tegenvoorstel is gedaan, zoals klager in verzet stelt, kan niet tot het oordeel leiden dat de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. Zoals de voorzitter al heeft overwogen, is immers in beginsel geen beslagvrije voet van toepassing op een zorgtoeslag en mag een schuldeiser een aangeboden betalingsregeling weigeren.

6.3       Hierbij wordt nog opgemerkt dat, anders dan klager blijkbaar meent, het beslagverbod (naar de Kamer aanneemt doelt klager op het beslagverbod dat is genoemd in artikel 45 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen) niet geldt in een situatie als hier, waarin de vordering is ontstaan door het niet voldoen van de zorgpremie waarvoor de zorgtoeslag wordt ontvangen.

6.4       De mededeling van de gerechtsdeurwaarder in de brief aan klager van

1 augustus 2011, in de derde alinea: “Gezien de achterstand is de toeslag niet gebruikt voor betaling van deze maandpremie derhalve zijn wij gerechtigd uw gehele Zorgtoeslag te innen.’, had wellicht beter achterwege kunnen blijven, doch niet gezegd kan worden dat de gerechtsdeurwaarder daarmee tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld.

6.5       Gelet op vorenstaande werpen de door klager in verzet aangevoerde gronden naar het oordeel van de Kamer geen nieuw licht op de beslissing van de voorzitter, die de Kamer juist acht. Deze gronden bieden evenmin aanknopingspunten om de motivering van de beslissing aan te passen. Het verzet kan daarom niet slagen en dient ongegrond te worden verklaard

7. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangend-voorzitter,

mrs. M.S.F. Voskens en M. Colijn , (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter

openbare terechtzitting van 28 augustus 2012 in tegenwoordigheid van

H.A.J. van der Lee, secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.