ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0875 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW824.2011

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0875
Datum uitspraak: 07-08-2012
Datum publicatie: 07-09-2012
Zaaknummer(s): GDW824.2011
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Berekenen kosten van ambtshandelingen bij meerdere exploten op hetzelfde adres. Analyse door gerechtsdeurwaarder welke handelingen voor alle exploten afzonderlijk moeten worden verricht en welke handelingen elkaar overlappen. Afwijken van bij BTAG vastgelegde schuldenaarstarieven. De Kamer acht de klacht gegrond en verenigt zich met de daarvoor door klaagster aangevoerde argumenten. De gerechtsdeurwaarder handelt in strijd met de wettelijke bepalingen en de vigerende jurisprudentie. Geen maatregel opgelegd omdat de klacht in onderling overleg aan de Kamer is voorgelegd teneinde een uitspraak te verkrijgen.  

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 4

Beschikking van 7 augustus 2012 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 824.2011 van:

de KONINKLIJKE BEROEPSORGANISATIE van GERECHTSDEURWAARDERS,

gevestigd te Den Haag,

klaagster,

gemachtigde: [     ],

tegen:

[     ],

kandidaat-gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlage, ingekomen op 1 december 2011, heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder. Bij brief met bijlagen, ingekomen op 13 februari 2012, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 26 juni 2012 alwaar de gemachtigde van klaagster, haar directeur en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. Klaagster heeft een pleitnota overgelegd. De uitspraak is bepaald op 7 augustus 2012.

1. De feiten

a)      Klaagster is ervan op de hoogte geraakt dat ingeval de gerechtsdeurwaarder meerdere exploten op hetzelfde adres moet betekenen (dat wil zeggen een betekening ten behoeve van dezelfde opdrachtgever aan dezelfde geadresseerde van het exploot), de gerechtsdeurwaarder deze exploten niet combineert of alleen de kosten voor één exploot in rekening brengt. De gerechtsdeurwaarder maakt een analyse welke handelingen voor alle exploten afzonderlijk moeten worden verricht en welke handelingen elkaar overlappen en dus slechts eenmaal voor alle exploten behoeven te worden verricht (bijvoorbeeld het opvragen van GBA informatie). Alleen voor laatst-genoemde handelingen wordt slechts eenmaal kosten in rekening gebracht.

b)      Tussen klaagster en de gerechtsdeurwaarder heeft hierover een gesprek plaatsgevonden en in onderling overleg is besloten dat klaagster de onderhavige klacht zou indienen.

2. De klacht

2.1 De gerechtsdeurwaarder handelt in strijd met de artikelen 240 en 434a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en in strijd met artikel 15 lid 3 van de Gerechtsdeurwaarderswet door de wijze waarop hij de kosten voor het verrichten van ambtshandelingen berekent. Daardoor vermeldt hij onder de exploten andere tarieven dan wettelijk voorgeschreven. De gerechtsdeurwaarder is gehouden om zich strikt aan de tarieven van het Btag te houden. Het is de gerechtsdeurwaarder niet toegestaan een eigen interpretatie toe te passen. Dat tast de rechtszekerheid aan en is bovendien in strijd met de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 31 augustus 2010 (LJN: BN5956). Het Gerechtshof heeft overwogen dat als een ambtshandeling bij één exploot kan worden gedaan, dat in beginsel ook zo behoort te worden gedaan. Dat betekent dus dat in dat geval slechts eenmaal het Btag tarief in rekening gebracht mag worden voor de betekening van één exploot. De gerechtsdeurwaarder berekent echter in dergelijke situaties de kosten van meerdere exploten geheel of gedeeltelijk aan de schuldenaar door.

2.2 Ter zitting heeft klaagster hieraan toegevoegd dat uit de wetsgeschiedenis van het Btag blijkt dat de wetgever heeft gekozen voor vaste schuldenaartarieven waarvan niet mag worden afgeweken. In het geval bepaalde ambtshandelingen extra veel werk met zich brengen, heeft een gerechtsdeurwaarder de mogelijkheid daarvoor een hogere prijs van zijn opdrachtgever te bedingen. Dat betekent echter niet dat als een schuldenaar niet meer wil betalen aan de gerechtsdeurwaarder dan op grond van het Btag verhaalbaar is, een gerechtsdeurwaarder dan de vrijheid heeft om zijn meer-kosten te verhalen op de schuldenaar. Aan de beslissing van het Gerechtshof ligt hetzelfde uitgangspunt ten grondslag, namelijk dat de schuldenaar geen invloed heeft op deze kosten. Het is bijvoorbeeld de opdrachtgever die beslist om tien afzonderlijke beslagen te leggen of te combineren tot één beslag. De schuldenaar draagt de gevolgen van die beslissing en dat is onjuist en onwenselijk. Dit voorkomt ook dat een schuldeiser met een gerechtsdeurwaarder afspreekt dat de gerechtsdeurwaarder alle ambtshandelingen bij afzonderlijke exploten mag doen ter maximalisering van zijn op de schuldenaar verhaalbare omzet. In ruil daarvoor zou dan bijvoorbeeld matiging van de kosten kunnen plaatsvinden als er geen verhaal is. De schuldenaar betaalt dan de prijs. Goed beschouwd geldt dat de gerechts-deurwaarder niet zozeer de tarieven ter discussie stelt, maar zijn concurrentiepositie verstevigt door meer kosten op schuldenaren te verhalen dan wettelijk mogelijk is waardoor hij goedkoper wordt voor opdrachtgevers dan andere gerechtsdeurwaarders die de tarieven wel conform de wet toepassen. Het verbod op het maken van onnodige kosten van artikel 10 van de Verordening is een fundamenteel uitgangspunt van het tariefstelsel.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn (kandidaat-) gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk (kandidaat-)gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 De Kamer acht de klacht gegrond en verenigt zich met de daarvoor door klaagster aangevoerde argumenten. De gerechtsdeurwaarder handelt in strijd met de wettelijke bepalingen en de vigerende jurisprudentie. Hij is het kennelijk niet eens met de uitgangspunten van de wetgever en het Gerechtshof en met de wijze waarop klaagster haar leden adviseert om het Btag toe te passen. Dat vormt voor de Kamer echter geen rechtvaardiging voor de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder.

4.3 De gerechtdeurwaarder heeft gepleit voor een hernieuwde evaluatie van het Btag door klaagster. Die evaluatie zou volgens de gerechtsdeurwaarder moeten worden benut om met de wetgever het Btag te actualiseren. Naar het oordeel van de Kamer hoort de discussie inderdaad daar thuis. De Kamer voelt zich daarom niet genoopt de argumenten van de gerechtsdeurwaarder verder te bespreken.

4.4 Klaagster heeft de Kamer met nadruk verzocht geen maatregel op te leggen. De Kamer ziet daartoe in dit geval ook geen aanleiding.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond;

-        ziet van het opleggen van een maatregel af.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangend-voorzitter, mr. M.S.F. Voskens en J.C.M. van der Weijden, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 augustus 2012 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Coll:

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.