ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0873 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet623.2011

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0873
Datum uitspraak: 31-07-2012
Datum publicatie: 07-09-2012
Zaaknummer(s): GDWverzet623.2011
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 4

Beslissing van 31 juli 2012 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 623.2011 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde: [     ].

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 16 augustus 2011 (zaaknummer 154.2011) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klager tegen beklaagde ingediende klacht. Bij brief van 22 augustus 2011 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden. Op 2 september 2011 heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 29 november 2011 en is vervolgens op verzoek van klager aangehouden. De mondelinge behandeling van het verzet is voortgezet op 19 juni 2012. Klager is verschenen. Namens de gerechtsdeurwaarder is de gemachtigde verschenen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 31 juli 2012.

2. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager samengevat aangevoerd dat hij het niet eens is met de beslissing van de voorzitter.

3. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

4. De inleidende klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder, kort samengevat dat deze bij de ontruiming van een bedrijfsterrein ten onrechte zaken heeft afgevoerd die krachtens een huurovereenkomst tussen klager en derden op het ontruimde perceel aanwezig waren.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarder niet in strijd heeft gehandeld met de tuchtrechtelijke norm. De voorzitter is van oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.  

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmee de Kamer zich verenigt. Het verzet is dan ook ongegrond. Aanvullende klachtonderdelen kunnen in verzet niet voor het eerst aan de orde worden gesteld. Met betrekking tot de ontruiming heeft de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder de gang van zaken uitgebreid toegelicht. Ook in verzet is niet gebleken dat er door de gerechtsdeurwaarder met betrekking tot dit klachtonderdeel in strijd is gehandeld met de tuchtrechtelijke norm.

6.2 Klager heeft in verzet gesteld dat onbegrijpelijk is de overweging van de voorzitter dat de enkele pretentie van derden op de eigendom van door een gerechtsdeurwaarder in beslaggenomen zaken, zelfs indien gestaafd door bewijsstukken, de gerechtsdeurwaarder nog niet noopt tot het buiten het beslag houden van die zaken. Met die overweging is slechts bedoeld dat het niet aan een gerechtsdeurwaarder is om bij een ontruiming of bij een beslaglegging een onderzoek in te stellen naar de eigendom van zaken. Bij een geschil daarover is de beoordeling voorbehouden aan de civiele rechter. Met het woord “gestaafd’ is eigenlijk dus “ondersteund” bedoeld.

6.3 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangend-voorzitter, mrs. C.W. Inden en J.J.L. Boudewijn, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 31 juli 2012 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.