ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0867 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW43.2012

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0867
Datum uitspraak: 31-07-2012
Datum publicatie: 07-09-2012
Zaaknummer(s): GDW43.2012
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Betekening van een vonnis en de kosten daarvan. Afspraak tussen klager en de opdrachtgever van de gerechtsdeurwaarder over de proceskosten. De opdrachtgever van de gerechtsdeurwaarder heeft met klager de afspraak gemaakt dat de proceskosten niet zouden worden berekend. Deze afspraak is kennelijk gemaakt in verband met de klacht die klager had ingediend bij de klachtencommissie waarbij de verzekeraar is aangesloten en omdat die klacht nog niet was afgehandeld op het moment dat de verzekeraar klager heeft doen dagvaarden. Gelet op deze afspraak die ook voor de gerechtsdeurwaarder kenbaar was, had het voor de hand gelegen dat klager ter beperking van de kosten in dit geval eerst wel was aangeschreven om in der minne alsnog aan het vonnis te voldoen. Klacht gegrond, geen maatregel opgelegd.  

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 4

Beschikking van 31 juli 2012 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 43.2012 van:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde: [     ].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen, ingekomen op 30 december 2011 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder. Bij aangehechte brief met bijlagen, ingekomen op 30 januari 2012 heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 19 juni 2012 alwaar namens de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder [     ] is verschenen. Klager heeft bij brief ingekomen op 4 juni 2012 laten weten niet ter zitting te kunnen verschijnen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 31 juli 2012.

1. De feiten

a)      Klager is bij vonnis van 8 juni 2011 veroordeeld tot betaling van een bedrag aan achterstallige premie aan zijn ziektekostenverzekeraar. De kantonrechter heeft overwogen dat de proceskosten worden gecompenseerd, omdat door de verzekeraar bij repliek te kennen was gegeven dat zij de proceskosten voor haar rekening zou nemen.

b)      De gerechtsdeurwaarder heeft het vonnis op 7 juli 2011 aan klager betekend.

c)      Klager heeft op 11 juli 2011 meegedeeld alleen de hoofdsom te zullen voldoen, maar niet de kosten van betekening.

d)     De gerechtsdeurwaarder heeft klager voor die kosten aangeschreven en vervolgens ten laste van klager beslag gelegd voor de niet betaalde explootkosten, waarna klager het restant heeft betaald.

2. De klacht

Volgens klager hield de afspraak met zijn verzekeraar in dat hij de betekeningskosten van het vonnis niet verschuldigd is. De gerechtsdeurwaarder heeft die afspraak genegeerd, terwijl klager hem nadrukkelijk op die afspraak heeft gewezen. Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat deze bij zijn opdrachtgever geen navraag heeft gedaan, maar is doorgegaan met de executie.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

3.1 Er is niet klachtwaardig gehandeld. Na betekening van het vonnis is aan klager meermalen duidelijk gemaakt dat hij de kosten van betekening en bevel ook verschuldigd was. Klager heeft geweigerd om die kosten te voldoen en uiteindelijk is beslag gelegd. Klager dient zich bij bezwaren tegen de beslaglegging tot de gewone rechter te wenden en niet tot de Kamer.

3.2 Ter zitting is hieraan toegevoegd dat klager voorafgaand aan de betekening niet heeft gereageerd noch heeft betaald. De afspraak met de ziektekostenverzekeraar hield niet in dat de kosten van betekening niet verschuldigd zouden zijn, omdat die niet vallen onder de proceskosten. Klager heeft in januari 2011 tijdens de procedure bij de kantonrechter toegezegd dat hij de hoofdsom zou betalen. Op het kantoor van de gerechtsdeurwaarder is de praktijk dat voorafgaand aan de betekening van een vonnis, de debiteur niet standaard wordt aangeschreven, behalve in het geval er een gemachtigde is.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn (kandidaat-) gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk (kandidaat-)gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 De opdrachtgever van de gerechtsdeurwaarder heeft met klager de afspraak gemaakt dat de proceskosten niet zouden worden berekend. Deze afspraak is kennelijk gemaakt in verband met de klacht die klager had ingediend bij de klachtencommissie waarbij de verzekeraar is aangesloten en omdat die klacht nog niet was afgehandeld op het moment dat de verzekeraar klager heeft doen dagvaarden. Gelet op deze afspraak die ook voor de gerechtsdeurwaarder kenbaar was, had het voor de hand gelegen dat klager ter beperking van de kosten in dit geval wel was aangeschreven om in der minne alsnog aan het vonnis te voldoen. De Kamer acht het tuchtrechtelijk laakbaar dat de gerechtdeurwaarder dat hier heeft nagelaten maar direct tot de betekening van het vonnis is overgegaan.

5. Op grond van het vorenstaande acht de Kamer de klacht gegrond. Er is echter geen  aanleiding tot opleggen van een maatregel. Daarbij neemt de Kamer in aanmerking dat onweersproken is gebleven dat klager in de procedure bij de kantonrechter heeft toegezegd de hoofdsom te zullen betalen en dat hij desondanks niet uit eigen beweging tot betaling is overgegaan.

 

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond;

-        ziet van het opleggen van een maatregel af.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangend-voorzitter, mrs. C.W. Inden en J.J.L. Boudewijn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 31 juli 2012 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.