ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0865 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet799.2011

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0865
Datum uitspraak: 24-07-2012
Datum publicatie: 07-09-2012
Zaaknummer(s): GDWverzet799.2011
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 4

Beslissing van 24 juli 2012 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 799.2011 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

tegen:

[     ] en [     ],

gerechtsdeurwaarders te [     ],

beklaagden,

gemachtigde: [     ].

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 27 september 2011 (zaaknummer 258.2011) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klaagster tegen beklaagden ingediende klacht. Bij brief van 11 oktober 2011 is klaagster een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden. Op 25 oktober 2011 heeft klaagster tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld.  Bij brief van 8 juni 2012 hebben de gerechtsdeurwaarders inhoudelijk op het verzet gereageerd en meegedeeld dat zij niet ter zitting zullen verschijnen. Klaagster heeft bij e-mail van 12 juni 2012 bericht dat zij niet ter zitting zal verschijnen en heeft een nadere inhoudelijke reactie gegeven. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 12 juni 2012. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 24 juli 2012.

2. De feiten

De gerechtsdeurwaarders zijn belast met de ten uitvoerlegging van een (onder andere tegen klaagster) op 17 juni 2010 gewezen onherroepelijk vonnis van de kantonrechter te [     ]. De kantonrechter heeft overwogen dat de bij dagvaarding gevorderde rente ten bedrage van € 1.907,81 onbetwist toewijsbaar is. Daarnaast is de overeengekomen rente van 12 % per jaar toegewezen over € 1.085,18 vanaf 1 februari 2010 tot de voldoening.

3. De inleidende klacht

Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarders, kort samengevat, dat zij te veel rente in rekening hebben gebracht en deze niet hebben willen specificeren. Bij dagvaarding van 1 februari 2010 is een bedrag van € 1.907,81 aan rente gevorderd. Uit een specificatie van de schuldeiser van 23 april 2009 blijkt echter dat toen een bedrag van € 1.194,01 aan rente openstond. In een specificatie van de gerechtsdeurwaarders van 2 december 2009 wordt een bedrag van € 1.824,78 aan rente vermeld. Vanwege al deze verschillende bedragen heeft klaagster de gerechtsdeurwaarders om een specificatie gevraagd.

4. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarders niet in strijd hebben gehandeld met de tuchtrechtelijke norm. Volgens de voorzitter hebben de gerechtsdeurwaarders conform het vonnis gehandeld bij de ten uitvoerlegging daarvan en hebben zij klaagster op 9 februari 2011 per e-mail een toelichting op de wijze waarop de op grond van het vonnis verschuldigde rente is berekend, toegestuurd. De voorzitter is van oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.

5. De gronden van het verzet

In verzet heeft klaagster samengevat aangevoerd dat zij het niet eens is met de beslissing van de voorzitter.  De voorzitter heeft ten onrechte overwogen dat de gerechtsdeurwaarders bij e-mail van 9 februari 2011 een renteberekening hebben toegestuurd. Dat was echter slechts een omschrijving van de vordering.

6. De ontvankelijkheid van het verzet

Klaagster heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat zij in haar verzet kan worden ontvangen.

7. Het verweer in verzet

In verzet hebben de gerechtsdeurwaarders aangevoerd dat klaagster niet meer op de door de rechter bij het vonnis toegewezen rente kan terugkomen. Voorts hebben zij verwezen naar het eerdere verweer tegen de klacht.

8. De beoordeling van de gronden van het verzet

8.1 De Kamer acht het verzet ongegrond. Ook in verzet is niet gebleken dat de gerechtsdeurwaarders bedragen hebben geïncasseerd die niet op het vonnis zijn gebaseerd. In de e-mail van 9 februari 2011 wordt omschreven hoe de gevorderde rente is opgebouwd, wordt verwezen naar de berekening van de rente die in de dagvaarding is opgenomen en door de rechter is toegewezen. De gerechtsdeurwaarders hebben de vordering dus wel gespecificeerd en het had klaagster duidelijk kunnen zijn hoe de rente was opgebouwd. Ook al omdat dit onderdeel van de klacht in de procedure bij de kantonrechter al aan de orde is geweest en de kantonrechter in het vonnis heeft overwogen dat de rente niet nader was betwist. Voor het overige heeft het onderzoek in verzet naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmee de Kamer zich verenigt.

8.2 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. E.R.S.M. Marres, voorzitter, mr. A. Sissing  en A.M. Maas (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 juli 2012 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.