ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0857 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet166.2012

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0857
Datum uitspraak: 03-07-2012
Datum publicatie: 07-09-2012
Zaaknummer(s): GDWverzet166.2012
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie:   Beslissing op verzet. Verschil tussen de schuld van klaagster en de geïncasseerde bedragen. De gerechtsdeurwaarder heeft dit niet weersproken omdat hij niet is verschenen en uit de door hem in geding gebrachte stukken valt geen verklaring af te leiden voor dit verschil. Verzet en klacht gegrond en de maatregel van berisping opgelegd. Hoger beroep ingesteld.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 4

Beslissing van 3 juli 2012 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 166.2012 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 24 januari 2012 (zaaknummer 716.2011) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klaagster tegen beklaagde ingediende klacht.

Bij brief van 6 februari 2012 is klaagster een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden.

Op 17 februari 2012 heeft klaagster tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 22 mei 2012, alwaar klaagster is verschenen.

De gerechtsdeurwaarder heeft laten weten niet te kunnen verschijnen. Hij heeft bij brief van 8 maart 2012 op het verzet gereageerd.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 3 juli 2012.

2. De gronden van het verzet

Klaagster is het niet eens met de uitspraak van de voorzitter. De gerechtsdeurwaarder heeft ook in zijn verweer tegen de klacht geen specificatie verstrekt van de op grond van het beslag geïncasseerde bedragen en evenmin van de kosten. Hij heeft slechts een irrelevante stapel kopieën toegestuurd.

3. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klaagster heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat zij in haar verzet kan worden ontvangen.

4. De feiten

De gerechtsdeurwaarder heeft ten laste van klaagster een tweetal beslagen gelegd.

5. De oorspronkelijke klacht

Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder dat geen specificaties heeft willen verstrekken. De gerechtsdeurwaarder heeft meer geïncasseerd dan wat klaagster verschuldigd was. Zij wil het een en ander kunnen controleren.

6. Het oorspronkelijke verweer

De gerechtsdeurwaarder heeft weersproken dat hij geen specificaties heeft verstrekt. Klaagster heeft reeds eerder bij de Kamer geklaagd evenals bij de Ombudsman. Met de werkgever van klaagster is in het kader van het beslag uitvoerig gesproken omtrent de hoogte van het restant van de vordering.

7. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft geoordeeld dat de klacht kennelijk ongegrond is.

8. De beoordeling van de gronden van het verzet

8.1 Bij de mondelinge behandeling van het verzet is naar voren gekomen dat er een verschil zou zijn van € 1.000,00 tussen de schuld van klaagster en de geïncasseerde bedragen. De gerechtsdeurwaarder heeft dit niet weersproken omdat hij niet is verschenen en uit de door hem in geding gebrachte stukken valt geen verklaring af te leiden voor dit verschil. Het voorgaande voert tot het oordeel dat de gerechtsdeurwaarder inderdaad te kort is geschoten in de financiële verantwoording van het onderhavige beslag. Voor zover de gerechtsdeurwaarder een beroep heeft willen doen op het ne bis in idem beginsel, omdat de eerdere klacht van klaagster dezelfde feiten zou betreffen, heeft hij dit niet geconcretiseerd. Van steekhoudend verweer is aldus geen sprake.

8.2 De Kamer acht de klacht daarom alsnog gegrond evenals het verzet. De Kamer acht termen aanwezig om na te noemen maatregel op te leggen.

9. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     vernietigt de beslissing van de voorzitter;

-                     verklaart het verzet gegrond;

-                     legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.          

Aldus gegeven door mr. E.R.S.M. Marres, voorzitter, mr. M. Nijenhuis en mr. J.J.L. Boudewijn (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 3 juli 2012 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.