ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0850 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW786.2011

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0850
Datum uitspraak: 26-06-2012
Datum publicatie: 07-09-2012
Zaaknummer(s): GDW786.2011
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Nodeloos betekenen van een vonnis. Onterecht beslag. Niet beantwoorden klachtbrief. De door klager gedane betaling kon bij de gerechtsdeurwaarder bekend zijn maar het staat echter niet vast dat hij zich die betaling op het moment van betekening en beslaglegging heeft gerealiseerd, zodat zeer wel mogelijk is dat per abuis beslag is gelegd. De gerechtsdeurwaarder heeft het beslag opgeheven, de ontvangsten uit het beslag teruggestort en de kosten voor zijn rekening genomen. Bovendien heeft de gerechtsdeurwaarder, geheel onverplicht, een vergoeding aan klager uitgekeerd. Onder deze omstandigheden kan niet gezegd worden dat de gemaakte fout zo ernstig is dat van klachtwaardig handelen sprake is.Gelet op de pogingen van de gerechtsdeurwaarder om telefonisch met klager in contact te treden en de daaropvolgende brieven aan klager, is door de gerechtsdeurwaarder wel degelijk op de klachtbrief van klager gereageerd. Klacht wordt ongegrond verklaard.    

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 26 juni 2012 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 786.2011 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief, ingekomen op 10 november 2011, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 12 januari 2012 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter zitting van 15 mei 2012 alwaar klager en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 26 juni 2012.

1. De feiten

a)      Bij vonnis van 16 juni 2010 is klager door de kantonrechter te [     ] veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 427,92 verminderd met de eventueel van klager na 21 april 2010 ontvangen betalingen en vermeerderd met wettelijke rente.

b)      Op 14 oktober 2011 heeft de gerechtsdeurwaarder ten laste van klager beslag onder de Belastingdienst gelegd.

c)      Bij brief van 24 oktober 2011 heeft klager de gerechtsdeurwaarder ervan op de hoogte gesteld dat de vordering al voldaan was.

d)     Op 13 december 2011 heeft de gerechtsdeurwaarder per brief aangegeven de zaak met klager te willen bespreken.

e)      Bij brief van 4 januari 2012 heeft de gerechtsdeurwaarder klager medegedeeld dat sprake is van een fout, dat het beslag zal worden opgeheven, de ontvangsten uit het beslag zullen worden teruggestort, de kosten van het beslag en betekening voor rekening van de gerechtsdeurwaarder komen en klager zou worden gecompenseerd voor een bedrag van € 100,00.

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder - samengevat - dat hij het vonnis nodeloos betekend heeft en ten onrechte executoriaal derdenbeslag heeft gelegd en voorts dat hij van de gerechtsdeurwaarder geen reactie heeft ontvangen op zijn klachtbrief van 24 oktober 2011.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft - samengevat - aangevoerd dat achteraf is gebleken dat het beslag ten onrechte is gelegd. De betaling van 30 april 2011 van klager aan het Zilveren Kruis stond op het moment van het beslag niet geregistreerd in het systeem van de gerechtsdeurwaarder en het heeft enige tijd gekost om de betaling te achterhalen. Verder is na ontvangst van de klachtbrief van 24 oktober 2011 op 26 oktober 2011 telefonisch contact geweest tussen de gerechtsdeurwaarder en klager. Daarna is nog meerdere keren tevergeefs getracht telefonisch in contact te komen met klager, waarna op 13 december 2011 een brief naar hem is verzonden, en op 4 januari 2012 een vervolgbrief.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn (kandidaat-) gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk (kandidaat-)gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 De stelling van de gerechtsdeurwaarder dat de betaling van 30 april 2010 op het moment van betekening en het leggen van beslag niet bij hem bekend was, is in zoverre niet juist dat deze in ieder geval bij hem bekend kon zijn. In r.o. 4 van het voormelde vonnis van 16 juni 2010 wordt die betaling immers genoemd, en in die zaak is de gerechtsdeurwaarder als gemachtigde opgetreden. Het staat echter niet vast dat de deurwaarder zich die betaling op het moment van betekening en beslaglegging heeft gerealiseerd, zodat zeer wel mogelijk is dat per abuis beslag is gelegd.

4.3 Door de gemaakte fout is klager echter niet in zijn belangen geschaad, aangezien deze door de gerechtsdeurwaarder zelf is hersteld. De gerechtsdeurwaarder heeft het beslag opgeheven, de ontvangsten uit het beslag teruggestort en de kosten voor zijn rekening genomen. Daar komt bij dat de gerechtsdeurwaarder, geheel onverplicht, een vergoeding van € 100,00 aan klager heeft uitgekeerd.

4.4 Onder deze omstandigheden kan niet gezegd worden dat de gemaakte fout zo ernstig is dat van klachtwaardig handelen sprake is.

4.5 Wat betreft het onderdeel van de klacht dat klager geen reactie van de gerechtsdeurwaarder op zijn klachtbrief heeft ontvangen, oordeelt de Kamer dat, gelet op zijn pogingen telefonisch met klager in contact te treden en de daaropvolgende brieven aan klager, door de gerechtsdeurwaarder wel degelijk op de klachtbrief is gereageerd. Ook op dit punt is – kortom - niet gebleken van tuchtrechtelijk laakbaar handelen.

4.6 Op grond van het voorgaande dient de klacht ongegrond te worden verklaard.

5. Beslist wordt als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart de klacht ongegrond;

Aldus gegeven door mr. E.R.S.M. Marres, voorzitter, mr. M.S.F. Voskens en M.W. de Ruijter, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 juni 2012 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan klager/klaagster binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep instellen bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.