ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0849 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet103.2012

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0849
Datum uitspraak: 19-06-2012
Datum publicatie: 07-09-2012
Zaaknummer(s): GDWverzet103.2012
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 4

Beslissing van 19 juni 2012 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 103.2012 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 17 januari 2012 (zaaknummer 340.2011) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klager tegen beklaagde ingediende klacht. Bij brief van 18 januari 2012 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden. Op 30 januari 2012 heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. De gerechtsdeurwaarder heeft op 4 mei 2012 een reactie op het verzet toegestuurd en heeft laten weten niet in staat te zijn ter zitting te verschijnen.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 8 mei 2012 waarbij klager is verschenen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 19 juni 2012.

2. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager samengevat aangevoerd dat hij het niet eens is met de beslissing van de voorzitter.  

3. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

4. De inleidende klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder een ten gunste van klager gewezen ontruimingsvonnis niet voortvarend ten uitvoer te hebben gelegd.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarder niet in strijd heeft gehandeld met de tuchtrechtelijke norm. De voorzitter is van oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 Het standpunt dat de gerechtsdeurwaarder in deze zaak heeft ingenomen en zijn daarop gebaseerde handelingen zijn niet in strijd met de tuchtrechtelijke norm. Hoewel het dictum van het vonnis van de voorzieningenrechter niet geheel duidelijk is, valt uit dit dictum in samenhang met de overwegingen  niet zondermeer af te leiden dat ook de in de bovenwoning aanwezige onderhuurders konden worden ontruimd. Het lag dus voor de hand dat de gerechtsdeurwaarder zich terughoudend heeft opgesteld. Het verzet is ongegrond.

6.2 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. C.W. Inden, plaatsvervangend-voorzitter, mr. E.C. Smits en M. Colijn (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 juni 2012 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.