ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0846 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet24.2012

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0846
Datum uitspraak: 19-06-2012
Datum publicatie: 07-09-2012
Zaaknummer(s): GDWverzet24.2012
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Het verzet is niet tijdig gedaan. Het verzet wordt niet-ontvankelijk verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 4

Beslissing van 19 juni 2012 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 24.2012 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 29 november 2011 (zaaknummer 705.2011) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klager tegen beklaagde ingediende klacht. Bij brief van 6 december 2011 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden. Op 22 december 2012 heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 8 mei 2012 waarbij de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Klager heeft laten weten niet te kunnen verschijnen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 19 juni 2012.

2. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager samengevat aangevoerd dat hij het niet eens is met de beslissing van de voorzitter.  

3. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft het verzet niet tijdig ingesteld, namelijk niet binnen veertien dagen na 6 december 2011. Klager is daarom niet-ontvankelijk in zijn verzet.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn verzet.

Aldus gegeven door mr. C.W. Inden, plaatsvervangend-voorzitter, en mr. E.C. Smits en M. Colijn (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 juni 2012 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.