ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0841 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet171.2012

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0841
Datum uitspraak: 12-06-2012
Datum publicatie: 07-09-2012
Zaaknummer(s): GDWverzet171.2012
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 4

Beslissing van 12 juni 2012 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 171.2012 ingesteld door:

[        ],

wonende te [        ]

klager,

tegen:

[        ]

toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder te [        ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 7 februari 2012 (zaaknummer 719.2011) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klager tegen beklaagde ingediende klacht. Bij brief van 8 februari 2012 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden. Op 10 februari 2012 heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 1 mei 2012 waarbij klager is verschenen. De gerechtsdeurwaarder is hoewel behoorlijk opgeroepen niet verschenen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 12 juni 2012.

2. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager samengevat aangevoerd dat hij het niet eens is met de beslissing van de voorzitter. Klager is van oordeel dat de gerechtsdeurwaarder niet professioneel te werk is gegaan.

3. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

4. De inleidende klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder, kort samengevat dat deze ten onrecht beslag heeft gelegd zijn banktegoeden.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarder niet in strijd heeft gehandeld met de tuchtrechtelijke norm. De voorzitter is van oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmee de Kamer zich verenigt. Het verzet is dan ook ongegrond. Aanvullende klachtonderdelen kunnen in verzet niet voor het eerst aan de orde worden gesteld.

6.2 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. E.R.S.M. Marres, voorzitter, mr. M. Nijenhuis en J.C.M. van der Weijden (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 juni 2012 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.