ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0840 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet11.2012

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0840
Datum uitspraak: 12-06-2012
Datum publicatie: 07-09-2012
Zaaknummer(s): GDWverzet11.2012
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 4

Beslissing van 12 juni 2012 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 11.2012 ingesteld door:

[        ]

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ] en [     ],

gerechtsdeurwaarders te [     ],

beklaagden,

gemachtigde: [     ].

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 22 november 2012 (zaaknummer 631.2011) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klager tegen beklaagde ingediende klacht.

Bij brief van 6 december 2011 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden.

Op 13 december 2011 heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 1 mei 2012 waarbij namens de gerechtsdeurwaarders de gemachtigde is verschenen. Klager heeft bij brief van 13 april 2012 laten weten niet in staat te zijn om te verschijnen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 12 juni 2012.

2. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager samengevat aangevoerd dat hij het niet eens is met de beslissing van de voorzitter.

3. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

4. De inleidende klacht

Klager heeft - verkort samengevat - de gerechtsdeurwaarder verweten dat deze de beslagvrije voet niet juist hebben toegepast bij de beslaglegging op zijn uitkering.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter is van oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat zijn in de beslissing van de voorzitter, waarmee de Kamer zich verenigt. Het verzet is dan ook ongegrond. Dat te meer omdat niet gebleken is dat de gerechtsdeurwaarders eerder dan op 18 juli 2011 over de juiste gegevens beschikten met betrekking tot het huurcontract van klager. De gerechtsdeurwaarders hebben dit toegelicht en klager heeft dat niet weersproken. De gerechtsdeurwaarders zijn dus terecht pas na die datum overgegaan tot aanpassing van de beslagvrije voet.

6.2 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. E.R.S.M. Marres, voorzitter, mr. M. Nijenhuis en J.C.M. van der Weijden (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 juni 2012 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.