ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0839 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet7.2012

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0839
Datum uitspraak: 12-06-2012
Datum publicatie: 07-09-2012
Zaaknummer(s): GDWverzet7.2012
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 4

Beslissing van 12 juni 2012 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 07.2012 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 22 november 2011 (zaaknummer 524.2011) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klaagster tegen beklaagde ingediende klacht.

Bij brief van 28 november 2011 is klaagster een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden.

Op 2 december 2011 heeft klaagster tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. Op 20 april 2012 heeft zij nog stukken ingediend.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 1 mei 2012 waarbij klaagster en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 12 juni 2012.

2. De gronden van het verzet

In verzet heeft klaagster samengevat aangevoerd dat zij het niet eens is met de beslissing van de voorzitter.

3. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klaagster heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat zij in haar verzet kan worden ontvangen.

4. De inleidende klacht

Klaagster heeft de gerechtsdeurwaarder verweten dat hij een vonnis heeft geëxecuteerd waarvan de inhoud onjuist is en dat hij onbehoorlijk heeft gehandeld bij een beslaglegging.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft geoordeeld dat de klacht kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat klaagster - nadat de voorzitter op  9 november 2010 (zaaknummer 585.2010) al omtrent haar bezwaren had beslist - opnieuw over hetzelfde heeft geklaagd.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmee de Kamer zich verenigt. Het verzet is dan ook ongegrond.

6.2 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. E.R.S.M. Marres, voorzitter, mr. M. Nijenhuis en J.C.M. van der Weijden (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 juni 2012 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.