ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0835 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet172.2012

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0835
Datum uitspraak: 05-06-2012
Datum publicatie: 07-09-2012
Zaaknummer(s): GDWverzet172.2012
Onderwerp: Incassotraject
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM - 6

Beslissing van 5 juni 2012 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van de voorzitter van

7 februari 2012 met nummer 759.2011 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 172.2012 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Voormelde beslissing van de voorzitter is bij brief van 10 februari 2012 aan klager verzonden.

Op 13 februari 2012 is het tegen de beslissing van de voorzitter ingestelde verzet van klager ontvangen.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 24 april 2012. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

2. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat het verzet ontvankelijk is.

3. De gronden van het verzet

Klager stelt in verzet – samengevat – dat de Kamer niet volledig is geïnformeerd over hetgeen waartegen hij bezwaar maakt. Hij stelt dat de gerechtsdeurwaarder beschikt over stukken van een op 25 augustus 2003 opgestelde overeenkomst met de [     ]. Deze hadden teruggegeven moeten worden. Voorts stelt hij dat de gerechtsdeurwaarder ten onrechte beschikt over afgetapte telefoongesprekken.

4. De inleidende klacht

In de inleidende klacht stelt klager – samengevat – dat hij het niet eens is met de vordering van [     ]. Klager maakt zich zorgen over de door [     ] aan de gerechtsdeurwaarder ter hand gestelde gegevens om de vordering te innen. De gerechtsdeurwaarder heeft klager per gewone post stukken verzonden. Indien de post verkeerd zou zijn geadresseerd zou de privacy van klager zijn geschonden. Klager vordert onder meer de gerechtsdeurwaarder een dwangsom op te leggen en klager een schadevergoeding toe te kennen wegens het schenden van zijn privacy.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft overwogen voor zover hier van belang:

“4.3 Als een schuldenaar bij een gerechtsdeurwaarder inhoudelijk bezwaar maakt tegen de (hoogte van de) vordering, dient de gerechtsdeurwaarder het bezwaar voor een inhoudelijke beoordeling daarvan door te sturen naar zijn opdrachtgever. Zodra de gerechtsdeurwaarder het standpunt van zijn opdrachtgever heeft ontvangen, dient hij het standpunt mede te delen aan de schuldenaar. Dat heeft de gerechtsdeurwaarder gedaan. Van enige schending van klagers privacy is daarbij niet gebleken. Niet is gebleken dat de post van klager aan het verkeerde adres is verzonden. Indien daarna nog verschil van mening blijft bestaan over de hoogte van de vordering is het niet aan de gerechtsdeurwaarder verder inhoudelijk met klager in discussie te blijven wie het gelijk aan zijn zijde heeft. Het tuchtrecht is niet de geëigende weg om verder op de bezwaren tegen de vordering in te gaan.

4.4 Zo daartoe al aanleiding voor zou zijn is voor de door klager gedane vorderingen tot het opleggen van en dwangsom en het toekennen van een schadevergoeding in het tuchtrecht geen plaats.

5. Nu enig tuchtrechtelijk laakbaar handelen niet is gebleken, wordt op grond van het voorgaande beslist als volgt.”

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1       De  gerechtsdeurwaarder heeft de opdrachtgever om aanvullende informatie verzocht naar aanleiding van de bezwaren van klager. Zorgvuldigheidshalve heeft hij de ontvangen stukken ook aan klager toegezonden. Dat hij die stukken allemaal in één enveloppe heeft gedaan is niet tuchtrechtelijk laakbaar. Hierbij is in aanmerking genomen dat er geen wettelijk voorschrift bestaat waaruit dat volgt en bovendien heeft klager deze stukken zelf verstrekt.

6.2       Dat er ten onrechte telefoonopnames zijn gemaakt die aan de gerechtsdeurwaarder ter hand zijn gesteld, wordt bestreden. Gelet op het verweer van de gerechtsdeurwaarder dat hij onbekend is met het vermeende “aftappen” van telefoongesprekken en dat de door klager gewraakte opmerkingen uit telefoonnotities komen, acht de Kamer niet aannemelijk dat de gerechtsdeurwaarder over dergelijke opnames zou beschikken.

6.3       Gelet op vorenstaande werpen de door klager in verzet aangevoerde gronden naar het oordeel van de Kamer geen nieuw licht op de beslissing van de voorzitter, die de Kamer juist acht. Voorts bieden deze gronden geen aanknopingspunten om de motivering van de beslissing aan te passen. Het verzet kan daarom niet slagen en dient ongegrond te worden verklaard

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, (plaatsvervangend) voorzitter,

mrs. M.S.F. Voskens en J.J.L. Boudewijn , leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 juni 2012 in tegenwoordigheid van H.A.J. van der Lee, secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.