ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0830 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet800.2011

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0830
Datum uitspraak: 29-05-2012
Datum publicatie: 31-08-2012
Zaaknummer(s): GDWverzet800.2011
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Verzet wordt ongegrond verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 29 mei 2012 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 11 oktober 2011 met zaaknummer 274.2011 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer 800.2011 ingediend door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij brief van 27 april 2011 heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 24 mei 2011 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

Bij beslissing van 11 oktober 2011 heeft de voorzitter de klacht als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen.

Bij brief van 13 oktober 2011 is klaagster een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden.

Bij brief van 24 oktober 2011 heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 17 april 2012 waar de gerechtsdeurwaarder is verschenen.

Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 29 mei 2012.

2. De inleidende klacht

Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder - kort samengevat – dat deze onnodige kosten berekent, geen medewerking verleent bij het opheffen van beslagen en geen gehoor geeft aan het verstrekken van een overzicht met alle gevorderde bedragen en de daarbij behorende betalingen.

3. De beslissing van de voorzitter

3.1 De voorzitter heeft op de inleidende klacht overwogen dat uit de door de gerechtsdeurwaarder overgelegde stukken, niet kan worden opgemaakt dat de gerechtsdeurwaarder bij de executie fouten heeft gemaakt. Er is een vergissing gemaakt bij de afwikkeling ten aanzien van € 11,58 aan verdeelkosten, maar dit is naar de voorzitter aanneemt inmiddels hersteld. Voorts blijkt uit het verweer van de gerechtsdeurwaarder dat deze meerdere malen een overzicht van de verschillende vorderingen heeft gestuurd. Op grond van dit verweer zijn de enkele stellingen van klaagster niet voldoende om tuchtrechtelijk laakbaar handelen te kunnen vaststellen.

Het verwijt dat de gerechtsdeurwaarder niet heeft meegewerkt aan de opheffing van beslagen stuit eveneens af op het gemotiveerde verweer dienaangaande.

3.2. De voorzitter heeft voorts overwogen dat een gerechtsdeurwaarder die een vergissing begaat of een rekenfout maakt, zich in het algemeen daarmee niet zonder meer schuldig maakt aan handelen of nalaten dat tuchtrechtelijk dient te worden bestraft. Dit kan anders zijn wanneer de vergissing of fout klaarblijkelijk gevolg is van grote onzorgvuldigheden of van handelen tegen beter weten in. Hiervan is echter niet gebleken.

4. De ontvankelijkheid van het verzet

Klaagster heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat zij in het verzet kan worden ontvangen.

5. De gronden van het verzet

In verzet heeft klaagster aangevoerd dat eerst na indiening van de klacht door de gerechtsdeurwaarder een betalingsoverzicht werd gestuurd. Ook pas daarna werd aan klaagster toegezegd dat het teveel geïnde bedrag ad € 11,58 aan haar zou worden geretourneerd. De handelingen zijn door de gerechtsdeurwaarder niet uit eigen beweging uitgevoerd.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 De door klaagster in verzet aangevoerde gronden werpen naar het oordeel van de Kamer geen nieuwe licht op de beslissing van de voorzitter. De Kamer heeft begrip voor de financiële situatie van klaagster maar het valt soms niet te vermijden dat er door de degene onder wie het beslag is gelegd nog wordt afgedragen terwijl de vordering al is voldaan. Het gaat erom dat het bedrag dat teveel is ingehouden wordt terugbetaald. Dat is hier gedaan. Ten aanzien van de verdeelkosten heeft de voorzitter naar het oordeel van de Kamer terecht overwogen dat niet elke fout tuchtrechtelijk laakbaar handelen oplevert.

6.2 Op zich is de stelling van klaagster in verzet, dat de gerechtsdeurwaarder één en ander heeft gecorrigeerd na indiening van de klacht, juist. Dat is echter niet te wijten aan nalatigheid van de gerechtsdeurwaarder, doch aan het (te) snel indienen van een klacht door klaagster.

6.3 De Kamer acht de beslissing van de voorzitter daarom juist en ziet geen aanknopingspunten de motivering van de beslissing aan te passen. Het verzet kan daarom niet slagen en dient ongegrond te worden verklaard

7. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. C.W. Inden, plaatsvervangend-voorzitter, mr. E.C. Smits en mr. J.J.L. Boudewijn, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 mei 2012 tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39 lid 4 van de

Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.