ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0801 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet732.2011

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0801
Datum uitspraak: 10-04-2012
Datum publicatie: 30-08-2012
Zaaknummer(s): GDWverzet732.2011
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. De beslissing van de voorzitter wordt vernietigd. De klacht, te late doorbetaling gelden, wordt gegrond verklaard. Maatregel van berisping opgelegd.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 10 april 2012 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 13 september 2011 met zaaknummer 388.2011 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer 732.2011 ingediend door:

[     ],

gevestigd te [     ],

klager,

gemachtigde: [     ],

tegen:

[     ],

voorheen gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij brief van 3 juni 2011 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 18 juli 2011 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

Bij beslissing van 13 september 2011 heeft de voorzitter de klacht als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen.

Bij brief van 19 september 2011 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden.

Bij brief van 20 september 2011 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 28 februari 2012 waar klager is verschenen.

Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 10 april 2012.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

3. De inleidende klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder - kort samengevat – het volgende. Klager heeft de gerechtsdeurwaarder medio 2000 opdracht gegeven een vordering te incasseren. Bij brief van 6 februari 2001 werd hij daarover voor het laatst door de gerechtsdeurwaarder geïnformeerd. Eerst bij brief van 4 februari 2011 heeft de gerechtsdeurwaarder hem medegedeeld dat een bedrag ad € 3.775,64 op zijn bankrekening was overgemaakt. Dat bedrag heeft klager nooit ontvangen, omdat door de gerechtsdeurwaarder een verkeerd rekeningnummer is gebruikt. Op 15 februari 2011 is de praktijkvennootschap van de gerechtsdeurwaarder failliet verklaard. Klager stelt dat de gerechtsdeurwaarder zijn kwaliteitsrekening heeft gebruikt voor andere doeleinden dan waarvoor deze bestemd en aldus gelden heeft verduisterd die aan klager toebehoren.

4. De beslissing van de voorzitter

4.1 De voorzitter heeft op de inleidende klacht overwogen dat d e gerechtsdeurwaarder terecht heeft aangevoerd dat klager bij ontvangst van de brief van 4 februari 2011 zelf contact op had moeten nemen met de gerechtsdeurwaarder om te melden dat er een onjuist rekeningnummer in de brief vermeld stond. Dat kwam doordat klager de gerechtsdeurwaarder kennelijk niet op de hoogte had gesteld dat zijn rekeningnummer was gewijzigd. Nu klager heeft nagelaten de gerechtsdeurwaarder van dit feit op de hoogte te stellen, kan het uitblijven van betaling van de vordering de gerechtsdeurwaarder niet tuchtrechtelijk aangerekend worden, aldus de voorzitter.

4.2 De voorzitter heeft daarnaast overwogen dat de kale stelling van klager dat de gerechtsdeurwaarder zijn kwaliteitsrekening gebruikt voor andere doeleinden niet voldoende is om tuchtrechtelijk laakbaar handelen te kunnen vaststellen.

5. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager aangevoerd dat hij de brief van de gerechtsdeurwaarder van 4 februari 2011 eerst op vrijdag 11 februari 2011 heeft ontvangen. De maandag daarop heeft klager diverse malen het kantoor van de gerechtsdeurwaarder gebeld maar hij kreeg slechts verbinding met een antwoordapparaat. Dezelfde dag heeft klager een brief verzonden met het verzoek het bedrag op het juiste banknummer over te maken. Op 15 februari 2011 werd de besloten vennootschap van de gerechtsdeurwaarder failliet verklaard. Klager leidt daaruit af dat de gerechtsdeurwaarder de brief bewust te laat naar hem heeft verzonden. Wanneer bankrekening en tenaamstelling niet overeenkomen, wordt dat bij telebankieren immers direct zichtbaar. Overboeking is dan niet mogelijk.

Uit navraag bij de waarnemer van de gerechtsdeurwaarder is gebleken dat de schuldenaar in 2008 was begonnen met betalen en het bedrag al sinds mei 2010 in het bezit van de gerechtsdeurwaarder was. Klager acht klachtwaardig dat de gerechtsdeurwaarder toen niet aanstonds tot afrekening is overgegaan.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

De Kamer is van oordeel dat op na te melden gronden de beslissing van de voorzitter niet in stand kan blijven.

7. De beoordeling van de klacht.

7.1 Dat de brief van 11 februari 2011door de gerechtsdeurwaarder in verband met het naderende faillissement van de vennootschap van de gerechtsdeurwaarder bewust te laat naar klager is verzonden, kan niet worden vastgesteld. Dat de kwaliteitsrekening is gebruikt voor andere doeleinden en daardoor gelden van klager zijn verduisterd evenmin. Klager heeft daarvoor onvoldoende gesteld. Dat het bedrag door de gerechtsdeurwaarder is overgemaakt naar een verkeerd rekeningnummer, is waarschijnlijk veroorzaakt door een (type)fout.

7.3 Uit de stukken blijkt dat de schuldenaar al in 2008 was begonnen met betaling van het verschuldigde en de vordering medio mei 2010 had voldaan. Gelet op het bepaalde in artikel 7 van de Administratieverordening, is het tuchtrechtelijk laakbaar dat klager eerst bij brief van 4 februari 2011 wordt medegedeeld dat het verschuldigde aan hem wordt overgemaakt.  

8. Op grond van het voorgaande dient het verzet gegrond te worden verklaard. De beslissing van de voorzitter kan niet in stand blijven en dient te worden vernietigd. De klacht dient deels gegrond te worden verklaard.

8. Beslist wordt als volgt. De Kamer acht termen aanwezig om tot het opleggen van na te melden maatregel over te gaan.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-       verklaart het verzet gegrond;

-       vernietigt de beslissing van de voorzitter;

-       verklaart de klacht gegrond voor wat betreft het niet tijdig betalen aan klager;

-       leg de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op;

-       verklaart de klacht voor het overige ongegrond.

Aldus gegeven door mr. E.R.S.M. Marres, voorzitter en mr. M. Nijenhuis en J.C.M. van der Weijden, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 april 2012 tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39 lid 4 van de

Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.