ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0794 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet10.2012

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0794
Datum uitspraak: 20-03-2012
Datum publicatie: 30-08-2012
Zaaknummer(s): GDWverzet10.2012
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 20 maart 2012 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 10.2012 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 8 november 2011 (zaaknummer 496 en 507.2010) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op door klager (gevoegd behandeld) tegen beklaagde ingediende klachten.

Bij brief van 23 november 2011 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden.

Op 7 december 2011 heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 7 februari 2011 waarbij klager, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet is verschenen. De gerechtsdeurwaarder heeft bij brief van 27 januari 2012 laten weten niet te zullen verschijnen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 20 maart 2012.

2. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager samengevat aangevoerd dat hij het niet eens is met de beslissing van de voorzitter.

3. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

4. De inleidende klacht

Klager verweet de gerechtsdeurwaarder, kort samengevat dat deze ten onrechte heeft geweigerd om gevolg te geven aan de opdracht van klager tot in beslagname van een onverdeeld aandeel in een onroerende zaak om dat vervolgens te laten veilen. Klager heeft hierover een klacht bij de gerechtsdeurwaarder ingediend. Daar is niet serieus op ingegaan.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarder niet in strijd heeft gehandeld met de tuchtrechtelijke norm. De voorzitter was van oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer verder niet geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmee de Kamer zich verenigt. Het verzet is dan ook ongegrond.

6.2 Het standpunt van de gerechtsdeurwaarder dat het veilen van een onverdeeld aandeel in een onroerende zaak niet mogelijk is, is niet in strijd met de tuchtrechtelijke norm. Op de klacht is adequaat gereageerd bij brief van 20 juli 2011. Wellicht had de gerechtsdeurwaarder nog wat duidelijker kunnen zijn door aan klager te laten weten dat het aan een gerechtsdeurwaarder is om beslag te leggen, maar aan een notaris om de executoriale verkoop daarvan te doen.

7. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangend-voorzitter, mr. M.S.F. Voskens en mr. A.C.J.J.M. Seuren (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 maart 2012 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.