ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0792 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW295.2011

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0792
Datum uitspraak: 20-03-2012
Datum publicatie: 30-08-2012
Zaaknummer(s): GDW295.2011
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Adresverificatie. De gerechtsdeurwaarders hebben in dit geval het GBA niet tijdig gecontroleerd, niet vooraf maar achteraf toen het exploot al ‘op de route’ was. De foutieve adressering is wel op tijd ontdekt, maar het exploot is alsnog betekend. Na het bekend worden van het juiste adres had klager alsnog aangeschreven kunnen worden. De gerechtsdeurwaarders hanteren uit coulance kennelijk het beleid bij (kleine) vorderingen als de onderhavige een debiteur eerst aan te schrijven. Dat beleid hebben zij aan klager bekend gemaakt en dat schept verwachtingen. Klacht gegrond. Geen maatregel vanwege het coulante beleid en de aangeboden excuses.  

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beschikking van 20 maart 2012 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 295.2011 van:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ] en [     ],

gerechtsdeurwaarders te [     ],

beklaagden,

gemachtigde: [     ].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen, ingekomen op 9 mei 2011, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagden, hierna: de gerechtsdeurwaarders.

Bij aangehechte brief met bijlagen, ingekomen op 9 augustus 2011, hebben de gerechtsdeurwaarders op de klacht gereageerd.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 7 februari 2012. Klager en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarders zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 20 maart 2012.

1. De feiten

a.       De gerechtsdeurwaarders zijn belast met de tenuitvoerlegging van een door het CJIB tegen klager uitgevaardigd dwangbevel.

b.      De gerechtsdeurwaarders hebben klager voorafgaand aan de betekening van het dwangbevel een brief gestuurd zodat klager, zonder de kosten van een betekeningsexploot, afdoening kon bewerkstelligen. Deze brief is echter naar een oud adres van klager gestuurd. Klager heeft deze dan ook nooit ontvangen.

c.       Aangezien de gerechtsdeurwaarders geen betaling ontvingen is opdracht gegeven het dwangbevel te betekenen.

d.      Terwijl het dwangbevel al ‘op de route was’, ontdekte men dat het aan een oud adres was gericht. Het dwangbevel is op dat moment uit de route gehaald.

e.       Op 12 april 2011 is het dwangbevel op het juiste adres van klager betekend.

f.       Het verkeerd geadresseerde dwangbevel is op 29 april 2011 per abuis alsnog op het oude adres van klager betekend.

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarders - kort samengevat - dat deze de GBA-gegevens van klager niet hebben gecheckt en het dwangbevel in eerste instantie verkeerd betekend hebben.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarders

De gerechtsdeurwaarders hebben de klacht gemotiveerd weersproken en hebben gesteld dat op het moment dat het uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie werd ontvangen het exploot van betekening al gereed was gemaakt. In dat exploot stond het adres van klager vermeld zoals dat op dat moment bekend was. Vanuit het kantoor is toen verzocht om het foutief geadresseerde dwangbevel mee terug naar kantoor te nemen. Per abuis is dit dwangbevel echter niet vernietigd, maar opnieuw in de route gekomen en betekend op het verkeerde adres. De gerechtsdeurwaarders hebben excuses aangeboden en hebben de kosten van het exploot gecrediteerd.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarders een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Bij de beoordeling van de klacht geldt als uitgangspunt dat controle op adresgegevens standaard onderdeel van de procedure dient te zijn bij betekening van gerechtelijke stukken. Voor justitiabelen vormt de betekening aan het juiste adres gelet op de gevolgen immers een belangrijk facet van rechtsbescherming. Het is derhalve van groot belang dat deze ambtshandelingen worden verricht op basis van recente gegevens. Als afnemer in de zin van de Wet op de Gemeentelijke Basis Administratie met een publieke taak heeft een gerechtsdeurwaarder, voor dat doel, bovendien directe toegang tot deze administratie, zodat voldoening aan die plicht ook niet praktisch bezwaarlijk is. De gerechtsdeurwaarders hebben in dit geval het GBA niet tijdig gecontroleerd, niet vooraf maar achteraf toen het exploot al ‘op de route’ was. De foutieve adressering is wel op tijd ontdekt, maar het exploot is alsnog betekend. Dit is een onzorgvuldige gang van zaken.

4.3 Het had de gerechtsdeurwaarders gesierd als zij na het bekend worden van het juiste adres alsnog klager eerst hadden aangeschreven. De gerechtsdeurwaarders hanteren uit coulance kennelijk het beleid bij (kleine) vorderingen als de onderhavige een debiteur eerst aan te schrijven. Dat beleid hebben zij aan klager bekend gemaakt en dat schept ook verwachtingen.  De Kamer acht de klacht in zoverre gegrond.

4.4 De Kamer acht niet passend is om een maatregel op te leggen. Het beleid van de gerechtsdeurwaarders is immers in principe coulant. Bovendien hebben de gerechtsdeurwaarders ter zitting verklaard dat zij schriftelijk excuses hebben aangeboden. Die brief hadden zij ter zitting niet voor handen, maar de Kamer gaat ervan uit dat die brief is verzonden.

5. Op grond van het vorenstaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-           verklaart de klacht gegrond;

-           ziet van het opleggen van een maatregel af.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangend-voorzitter, mr. M.S.F. Voskens en mr. A.C.J.J.M. Seuren (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 maart 2012 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.