ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0150 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE4811

ECLI: ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0150
Datum uitspraak: 29-11-2011
Datum publicatie: 29-11-2011
Zaaknummer(s): TPPE4811
Onderwerp: Hygiënevoorschriften
Beslissingen: Geldboete
Inhoudsindicatie: Het niet kunnen aantonen van het laten uitvoeren van Salmonellaonderzoek door een HOSOWO-instantie na reiniging en ontsmetting van de stal, na de constatering van een Salmonellabesmetting en voordat nieuwe kuikens waren opgezet.   De overtreding wordt aangemerkt als ernstig. Het Tuchtgerecht oordeelt dat de ondernemer te allen tijde verantwoordelijk is voor de juiste naleving van de verordening op zijn bedrijf. Omdat de uitslag van het blindedarmonderzoek op de slachterij negatief was, dacht betrokkene dat het uitvoeren van een swabonderzoek niet nodig was. Hiermee heeft hij het risico genomen dat de normen worden overschreden. Dat risico komt voor zijn rekening.

Zaaknummer:

TPPE 48/2011

Betrokkene:

De vennootschap onder firma Gebr. [bedrijfsnaam]

[adres]

Datum:

29 november 2011

Gang van zaken:

De zaak berust op een berechtingsrapport dat de Stichting Controlebureau voor Pluimvee, Eieren en Eiproducten (CPE) heeft opgemaakt onder nummer V11063, naar aanleiding van een op 8 september 2011 door een controleur van genoemde stichting gehouden inspectie op het bedrijf van betrokkene, dat geregistreerd is bij het Productschap Pluimvee en Eieren (PPE) onder nummer [KIP-nummer].

Bovengenoemd berechtingsrapport houdt in de constatering van de navolgende feiten door betrokkene begaan, zoals in de in deze zaak opgemaakte schriftelijke verklaring, als bedoeld in artikel 15 van de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, omschreven.

Het Tuchtgerecht heeft de zaak op 29 november 2011 behandeld op zijn openbare terechtzitting, gehouden te Amersfoort.

Betrokkene is behoorlijk en tijdig bij aangetekende brief opgeroepen, maar is, na het Tuchtgerecht daarvan telefonisch mededeling te doen, niet op de terechtzitting verschenen.

Voorts zijn ter zitting verschenen mr. R.B.R. Henke, namens het PPE, en de heer H.J.G. Altena, namens het CPE.

Het Tuchtgerecht heeft op dezelfde dag in het openbaar uitspraak gedaan.

Verweten gedraging:

Niet kon worden aangetoond dat in hok 1 naar aanleiding van een geconstateerde besmetting door een HOSOWO-instantie een onderzoek naar de aanwezigheid van Salmonella was uitgevoerd, nadat hok 1 was gereinigd en ontsmet en voordat nieuwe kuikens waren opgezet. 

Verklaring van betrokkene:

Blijkende uit het berechtingsrapport onder nummer V11063 heeft betrokkene onder meer verklaard, zakelijk weergegeven:

Betrokkene heeft zelf de stal gereinigd en laten ontsmetten door de firma [naam firma voor ongediertebestrijding] uit [plaatsnaam]. Omdat de uitslag van het blindedarmonderzoek op de slachterij negatief was, dacht betrokkene dat het uitvoeren van een swabonderzoek niet nodig was. Daarom heeft hij het niet laten doen, er was geen sprake van opzet. Als hij had geweten dat het verplicht was had hij het zeker laten doen.

Bewijs en verwijtbaarheid:

Het Tuchtgerecht oordeelt dat op grond van de inhoud van het berechtingsrapport en de verklaring van betrokkene, ter zitting vast is komen te staan dat op het bedrijf van betrokkene, geregistreerd bij het Productschap Pluimvee en Eieren onder nummer [KIP-nummer], de volgende gedraging heeft plaatsgevonden:

Het niet kunnen aantonen van het laten uitvoeren van Salmonellaonderzoek door een HOSOWO-instantie na reiniging en ontsmetting van de stal, na de constatering van een Salmonellabesmetting.

Dit levert op:

Een overtreding van artikel 7, lid 3, van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007.

Motivering van tuchtrechtelijke maatregel(en):

Bij de vorming van zijn oordeel neemt het Tuchtgerecht nota van de verklaring van de betrokkene blijkende uit het berechtingsrapport onder nummer V11063.

Op grond van het bovenstaande overweegt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, het volgende: Voor de pluimveesector is een “Plan van Aanpak” opgesteld om besmettingen van pluimvee met Salmonella en Campylobacter terug te dringen teneinde de consument een betere bescherming te bieden tegen mogelijke door deze besmettingen te veroorzaken gezondheidsproblemen. Een samenstel van maatregelen is thans van kracht op grond van het bij of krachtens het bepaalde in de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 2007. Teneinde het met het plan van aanpak beoogde doel te bereiken, is het van het grootste belang dat een ieder zich houdt aan het totale pakket van de geldende maatregelen.

De overtreding wordt aangemerkt als ernstig.

Het Tuchtgerecht oordeelt dat de ondernemer te allen tijde verantwoordelijk is voor de juiste naleving van de verordening op zijn bedrijf. Betrokkene dacht dat het uitvoeren van een swabonderzoek niet nodig was. Hiermee heeft betrokkene het risico genomen dat de normen worden overschreden. Dat risico komt voor zijn rekening.

Bij de vaststelling van de hoogte van de geldboete is tevens rekening gehouden met het feit dat betrokkene een bedrijf heeft van gemiddelde omvang.

Gelet op het bovenstaande oordeelt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, dat aan betrokkene – gelet op artikel 13, eerste lid, van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 2007 – de volgende tuchtrechtelijke maatregel wordt opgelegd:

Beslissing:

Een geldboete van € 750,- (zegge: zevenhonderd vijftig euro), waarvan € 375,- (zegge: driehonderd vijfenzeventig euro) voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Indien binnen deze periode niet door betrokkene aan de voorwaarde wordt voldaan, wordt – nadat deze uitspraak onherroepelijk wordt – het voorwaardelijke deel van de boete alsnog ten uitvoer gelegd. De voorwaarde is, dat geen enkele bepaling van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007, of van een andere regeling over hygiëne- of gezondheidsvoorschriften met betrekking tot de pluimveehouderij, mag worden overtreden.

Toepasselijke artikelen:

Naast de reeds vermelde artikelen zijn van toepassing de Wet Tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 en het Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren.

Samenstelling van het Tuchtgerecht:

De uitspraak is gedaan door mr. L.F.A. Husson, voorzitter, mr. drs. H. Lommers en P. Vingerling, leden, in aanwezigheid van drs. A.M.P. Regout, secretaris.