ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0145 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE4111

ECLI: ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0145
Datum uitspraak: 29-11-2011
Datum publicatie: 29-11-2011
Zaaknummer(s): TPPE4111
Onderwerp: Hygiënevoorschriften
Beslissingen: Geldboete
Inhoudsindicatie: Betreft twee keer nalaten van 15-wekelijks Salmonellaonderzoek bij leghennen. Betrokkene heeft een administrateur belast met het laten uitvoeren van de Salmonella onderzoeken op zijn bedrijf. Desondanks is het periodieke Salmonellaonderzoek twee keer niet uitgevoerd. Het Tuchtgerecht beoordeelt dit als een ernstige overtreding.

Zaaknummer:

TPPE 41/2011

Betrokkene:

De heer [betrokkene]

[adres]

Datum:

29 november 2011

Gang van zaken:

De zaak berust op een berechtingsrapport dat de Stichting Controlebureau voor Pluimvee, Eieren en Eiproducten (CPE) heeft opgemaakt onder nummer L10125, naar aanleiding van een inspectie gehouden op 11 november 2010, door een controleur van genoemde stichting, op het bedrijf van betrokkene, dat geregistreerd is bij het Productschap Pluimvee en Eieren (PPE) onder nummer [KIP-nummer].

Bovengenoemd berechtingsrapport houdt in de constatering van de navolgende gedragingen van betrokkene, zoals in de in deze zaak opgemaakte schriftelijke verklaring, als bedoeld in artikel 15 van de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, omschreven.

Het Tuchtgerecht heeft de zaak op 29 november 2011 behandeld op zijn openbare terechtzitting, gehouden te Amersfoort.

Ter zitting is namens betrokkene verschenen de heer [naam administrateur], geboren [1983], wonende aan [adres adminstrateur]. De heer [naam administrateur] voert de administratie van het leghennenbedrijf [betrokkene].

Voorts zijn ter zitting verschenen de heer mr. R.B.R. Henke en de heer R. te Loo, namens het PPE, alsmede de heer H.J.G. Altena, namens het CPE.

Het Tuchtgerecht heeft op dezelfde dag in het openbaar uitspraak gedaan.

Verweten gedraging:

Niet kon worden aangetoond dat de koppels die op 2 oktober 2009 in de hokken 1 en 2 waren opgezet, op een leeftijd van minimaal 22 weken en maximaal 26 weken zijn onderzocht op de aanwezigheid van Salmonella.

Verklaring van betrokkene:

Ter terechtzitting heeft de vertegenwoordiger van betrokkene onder meer, zakelijk weergegeven, verklaard:

Het verwijt aan betrokkene is duidelijk, het gaat om de regelmaat van de Salmonella-onderzoeken.

Door een fout van de GD is er in 2009 een keer te laat een monster is genomen. Daarna is besloten het door Silliker te laten doen. De heer [naam adminstrateur] is in januari begonnen met het nemen van salmonellamonsters. Hij neemt nu elke 13 weken monsters. In juli 2010 heeft hij wel een monster genomen en naar Silliker gebracht, maar heeft daar geen uitslag van gekregen. Vervolgens is er opnieuw een monster genomen.

Bewijs en verwijtbaarheid:

Het Tuchtgerecht oordeelt dat op grond van de inhoud van het berechtingsrapport en de daarin opgenomen verklaring van betrokkene, ter zitting vast is komen te staan dat op het bedrijf van betrokkene, dat geregistreerd is bij het Productschap Pluimvee en Eieren onder nummer 42188, de volgende gedragingen hebben plaatsgevonden:

Twee keer nalaten van 15-wekelijks Salmonellaonderzoek bij leghennen.

Dit levert op:

Twee overtredingen van artikel 4, eerste en tweede lid, onder b., van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007, gelet op art. 4 lid 1 van het Hygiënebesluit leghennenbedrijven (PPE) 2007 en Hoofdstuk 1.1 van Bijlage II van dit Besluit.

Motivering van tuchtrechtelijke maatregel(en):

Bij de vorming van zijn oordeel neemt het Tuchtgerecht goede nota van de verklaring van de betrokkene blijkende uit het berechtingsrapport onder nummer L10125 alsmede de verklaring ter zitting afgelegd.

Op grond van het bovenstaande overweegt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, het volgende. Voor de pluimveesector is een “Plan van Aanpak” opgesteld om besmettingen van pluimvee met Salmonella en Campylobacter terug te dringen teneinde de consument een betere bescherming te bieden tegen mogelijke door deze besmettingen te veroorzaken gezondheidsproblemen. Een samenstel van maatregelen is thans van kracht op grond van het bij of krachtens het bepaalde in de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 2007. Teneinde het met het plan van aanpak beoogde doel te bereiken, is het van het grootste belang dat een ieder zich houdt aan het totale pakket van de geldende maatregelen.

Betrokkene heeft de heer [naam administrateur] belast met het laten uitvoeren van de Salmonella onderzoeken op zijn bedrijf. Desondanks is het periodieke Salmonellaonderzoek twee keer niet uitgevoerd. Het Tuchtgerecht oordeelt dat dit een ernstige overtreding is.

Bij de vaststelling van de hoogte van de geldboete is tevens rekening gehouden met het feit dat er sinds de thans voorliggende gedragingen inmiddels geruime tijd is verstreken en dat betrokkene een bedrijf heeft van relatief kleine omvang.

Gelet op het bovenstaande oordeelt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, dat betrokkene - gelet op artikel 13, eerste lid, van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007 - de volgende tuchtrechtelijke maatregel wordt opgelegd.

Beslissing:

Een geldboete van € 600 (zegge: zeshonderd euro), waarvan € 400 (zegge: vierhonderd euro) voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Indien binnen deze periode niet door betrokkene aan de voorwaarde wordt voldaan, wordt – nadat deze uitspraak onherroepelijk wordt – het voorwaardelijke deel van de boete alsnog ten uitvoer gelegd. De voorwaarde is, dat geen enkele bepaling van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 2007, of van een andere regeling over gezondheidsvoorschriften met betrekking tot de pluimveehouderij, mag worden overtreden.

Toepasselijke artikelen:

Naast de reeds vermelde artikelen zijn van toepassing de Wet Tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 en het Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren.

Samenstelling van het Tuchtgerecht:

De uitspraak is gedaan door mr. L.F.A. Husson, voorzitter, mr. drs. H. Lommers en P. Vingerling, leden, in aanwezigheid van drs. A.M.P. Regout, secretaris.