ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0136 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE0911

ECLI: ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0136
Datum uitspraak: 19-04-2011
Datum publicatie: 19-04-2011
Zaaknummer(s): TPPE0911
Onderwerp: Hygiënevoorschriften
Beslissingen: Berisping
Inhoudsindicatie: Deze zaak betreft drie overtredingen van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007:   1.       Het niet tijdig doorgeven van de analyseuitslag van het salmonellaonderzoek voor aflevering van vleeskuikens aan de slachterij; 2.       Het twee keer nalaten van campylobacteronderzoek; 3.       Onvoldoende administratie kunnen overleggen aan inspecteur bij controle.   Voor de eerste twee overtredingen wordt voor elke een geldboete (deels voorwaardelijk) opgelegd. In het geval van de twee niet-uitgevoerde campylobacteronderzoeken in 2009 legt het Tuchtgerecht maar één boete op, gezien de omstandigheid dat deze onderzoeken ondanks de afspraken met de dierenartsenpraktijk niet waren uitgevoerd. Betrokkene beoogde met het abonnement een en ander geregeld te hebben. Schuldigverklaring zonder strafoplegging voor het onvoldoende kunnen overleggen van administratie aan de controleur.

Zaaknummer:

TPPE 09/2011

Betrokkene:

De heer [betrokkene]

[adres]

Datum:

19 april 2011

Gang van zaken:

De zaak berust op een berechtingsrapport dat de Stichting Controlebureau voor Pluimvee, Eieren en Eiproducten (CPE) heeft opgemaakt onder nummer V10104, naar aanleiding van een op 15 september 2010 door een controleur van genoemde stichting gehouden inspectie op het bedrijf van betrokkene, dat geregistreerd is bij het Productschap Pluimvee en Eieren (PPE) onder [KIP-nummer].

Bovengenoemd berechtingsrapport houdt in de constatering van de navolgende feiten door betrokkene begaan, zoals in de in deze zaak opgemaakte schriftelijke verklaring, als bedoeld in artikel 15 van de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, omschreven.

Het Tuchtgerecht heeft de zaak op 19 april 2011 behandeld op zijn openbare terechtzitting, gehouden te Amersfoort.

Ter terechtzitting is verschenen de heer [betrokkene], geboren [1972] te [geboorteplaats], thans wonende [adres].

Voorts zijn ter zitting verschenen de heer mr. R.B.R. Henke, namens het PPE, en de heer H.J.G. Altena, namens het CPE.

Het Tuchtgerecht heeft op dezelfde dag in het openbaar uitspraak gedaan.

Verweten gedraging:

1.       Niet kon worden aangetoond dat aan de afnemer van de op 7 augustus 2009 ter slacht afgeleverde vleeskuikens een analyseuitslag schriftelijk is doorgegeven die niet ouder was dan 21 dagen;

2.       Niet kon worden aangetoond dat in 2009 twee maal een koppel vleeskuikens was onderzocht op de aanwezigheid van Campylobacter, voordat dit koppel van het bedrijf werd afgevoerd naar de slachterij;

3.       Door betrokkenen konden aan de aangewezen toezichthouder niet alle gegevens worden verstrekt en kon ook onvoldoende inzage worden gegeven van de administratie inzake de gegevens van opzet, onderzoek en aflevering, vereist voor de vervulling van de toezichthoudende taak.

Verklaring van betrokkene:

Ter terechtzitting heeft betrokkene onder meer verklaard, zakelijk weergegeven:

“Ik heb een agrarisch loonbedrijf met 23 man personeel en naast een pluimveebedrijf veel andere werkzaamheden. Controleur [naam controleur] heeft geconstateerd dat ik een campylobacteronderzoek had nagelaten. Naar aanleiding daarvan heb ik twee keer een bedrijfsinspectie gehad. In mijn administratie ontbreken nu een paar analyseuitslagen, maar de monsters heb ik wel genomen. Die uitslagen zou ik waarschijnlijk wel kunnen opvragen bij een slachterij.

Ik ben inmiddels geen IKB-deelnemer meer en houd ook geen kuikens meer. Maar ik ben ingeschreven om traag groeiend vlees te gaan produceren.

Ik had een nekhernia en veel pijn vorig jaar, en daardoor had ik geen arbeidsvreugde meer. Daarom ben ik toen gestopt met het houden van vleeskuikens. Wellicht dat ik in de toekomst de draad weer oppak. Er is geen opzet in het spel geweest.”

Bewijs en verwijtbaarheid:

Het Tuchtgerecht oordeelt dat op grond van de inhoud van het berechtingsrapport en de daarin opgenomen verklaring van betrokkene, en het feit dat de overtredingen ter zitting onweersproken zijn gebleven, vast is komen te staan dat op het bedrijf van betrokkene, dat geregistreerd is bij het Productschap Pluimvee en Eieren onder [KIP-nummer], de volgende gedragingen hebben plaatsgevonden:

1.       Het niet tijdig doorgeven van de analyseuitslag salmonellaonderzoek voor aflevering vleeskuikens aan slachterij;

2.       Het nalaten van campylobacteronderzoek;

3.       Onvoldoende administratie kunnen overleggen aan inspecteur bij controle.

Dit levert op:

1.       Een overtreding van artikel 4, lid 1, van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007;

2.       Een overtreding van artikel 4, lid 3, onder c., van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007.

3.       Een overtreding van artikel 12, lid 2, onder a. en b., van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007.

Motivering van tuchtrechtelijke maatregel(en):

Bij de vorming van zijn oordeel neemt het Tuchtgerecht goede nota van de verklaring van de betrokkene blijkende uit het berechtingsrapport onder nummer V10104.

Op grond van het bovenstaande overweegt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, het volgende. Voor de pluimveesector is een “Plan van Aanpak” opgesteld om besmettingen van pluimvee met Salmonella en Campylobacter terug te dringen teneinde de consument een betere bescherming te bieden tegen mogelijke door deze besmettingen te veroorzaken gezondheidsproblemen. Een samenstel van maatregelen is thans van kracht op grond van het bij of krachtens het bepaalde in de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007. Teneinde het met het plan van aanpak beoogde doel te bereiken, is het van het grootste belang dat een ieder zich houdt aan het totale pakket van de geldende maatregelen.

Betrokkene voert aan dat hij een abonnement voor het uitvoeren van campylobacteronderzoek had bij de Dierenartsenpraktijk te [plaatsnaam], en dat hij daarvoor ook betaalde. In 2009 is echter geen campylobacteronderzoek uitgevoerd wegens drukke werkzaamheden.

Beide campylobacteronderzoeken zijn ondanks de afspraken met de dierenartsenpraktijk niet uitgevoerd. Daarmee zijn strikt genomen twee overtredingen begaan. Gezien de omstandigheden waaronder ze zijn begaan - betrokkene beoogde met het abonnement een en ander geregeld te hebben - legt het Tuchtgerecht voor de twee nagelaten campylobacteronderzoeken een enkele geldboete op.

Betrokkene is gestopt met het houden van pluimvee, maar sluit niet uit in de toekomst nog weer pluimvee te gaan houden.

Betrokkene heeft voorts ter zitting de indruk gewekt voor het overige een consciëntieus ondernemer te zijn. Mede gelet hierop en omdat aan betrokkene niet eerder een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd, legt het Tuchtgerecht de geldboete deels voorwaardelijk op.

Beslissing:

Bij de vaststelling van de hoogte van de geldboete is tevens rekening gehouden met het feit dat betrokkene ten tijde van de overtredingen een bedrijf had van gemiddelde omvang.

Gelet op het bovenstaande oordeelt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, dat betrokkene - gelet op artikel 13, eerste lid, van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007  - de volgende tuchtrechtelijke maatregel wordt opgelegd:

1.       Een geldboete van € 500 (zegge: vijfhonderd euro), waarvan € 250 (zegge: tweehonderd vijftig euro) voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, voor het niet tijdig doorgeven van de analyseuitslag van salmonellaonderzoek voor aflevering aan slachterij;

2.       Een geldboete van € 500 (zegge: vijfhonderd euro), waarvan € 250 (zegge: tweehonderd vijftig euro) voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar voor het nalaten van campylobacteronderzoek;

3.       schuldigverklaring zonder strafoplegging, voor het onvoldoende kunnen overleggen van administratie aan de controleur.

Het voorwaardelijke deel van de tuchtrechtelijke maatregel wordt ten uitvoer gelegd, indien na het onherroepelijk worden van deze uitspraak niet wordt voldaan aan de voorwaarde dat binnen de proeftijd niet één van de bepalingen van het bij of krachtens het bepaalde in de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007 dan wel enige verordening houdende bepalingen omtrent hygiënevoorschriften met betrekking tot de pluimveehouderij mag worden overtreden.

Toepasselijke artikelen:

Naast de reeds vermelde artikelen zijn van toepassing de Wet Tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 en het Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren.

Samenstelling van het Tuchtgerecht:

De uitspraak is gedaan door mr. L.F.A. Husson, voorzitter, mr. drs. H. Lommers en P. Vingerling, leden, in aanwezigheid van mr. K.Feenstra, secretaris