ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0116 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE1711

ECLI: ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0116
Datum uitspraak: 19-04-2011
Datum publicatie: 19-04-2011
Zaaknummer(s): TPPE1711
Onderwerp: Hygiënevoorschriften
Beslissingen: Geldboete
Inhoudsindicatie: In 2009 is niet op kosten van betrokkene op zijn pluimveebedrijf een jaarlijkse controle door een erkende controle-instantie uitgevoerd op de naleving van de hygiënevoorschriften.   Voor de pluimveesector is een Actieplan Salmonella en Campylobacter opgesteld om besmettingen van pluimvee terug te dringen. Dit om de consument een betere bescherming te bieden tegen mogelijke gezondheidsproblemen. Om het met dit plan beoogde doel te bereiken, is het van het grootste belang dat iedereen zich houdt aan het totale pakket van de geldende maatregelen. Hoewel betrokkene aangeeft in verwarring te zijn geweest door de vele brieven die hij jaarlijks door of namens het PPE ontvangt, waardoor hij niet alle brieven heeft gelezen en per abuis de brief over de Actieplancontrole heeft gemist, is het de verantwoordelijkheid van betrokkene zelf om van de inhoud van aan hem gestuurde brieven kennis te nemen. Dat de overtreding, het nalaten van de actieplancontrole, is begaan, is ter zitting onbetwist gebleven. Bij de beoordeling van de zaak weegt het Tuchtgerecht mee dat betrokkene eind 2008 tuchtrechtelijk is veroordeeld wegens een overtreding van de NCD-verordening.

Zaaknummer:

TPPE 17/2011

Betrokkene:

[naam betrokkene]

[adres]

Datum:

19 april 2011

Gang van zaken:

De zaak berust op een berechtingsrapport dat het Centrum voor Bedrijfsdiensten BV (CBD) heeft opgemaakt onder nummer HYG1026, naar aanleiding van een op 9 november 2010 door een controleur van genoemde BV gehouden inspectie op het bedrijf van betrokkene, dat geregistreerd is bij het Productschap Pluimvee en Eieren (PPE) onder nummer [KIP-nummer].

Bovengenoemd berechtingsrapport houdt in de constatering van de navolgende feiten door betrokkene begaan, zoals in de in deze zaak opgemaakte schriftelijke verklaring, als bedoeld in artikel 15 van de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, omschreven.

Het Tuchtgerecht heeft de zaak op 19 april 2011 behandeld op zijn openbare terechtzitting, gehouden te Amersfoort.

Ter terechtzitting is verschenen [naam betrokkene].

Voorts zijn ter zitting verschenen de heer mr. R.B.R. Henke, namens het PPE, en de heer H.G.M. Grolleman, namens het CBD.

Het Tuchtgerecht heeft op dezelfde dag in het openbaar uitspraak gedaan.

Verweten gedraging:

Het pluimveebedrijf van betrokkenen is gedurende het jaar 2009 niet op kosten van betrokkenen door een erkende controleinstantie gecontroleerd op de naleving van het gestelde in de Verordening.

Verklaring van betrokkene:

Ter terechtzitting heeft betrokkene onder meer verklaard, zakelijk weergegeven:

“Ik heb een paar opmerkingen met betrekking tot het berechtingsrapport. Ten eerste is het registratienummer onjuist: het juiste nummer is zonder de letters ‘PLV’. Voorts is het verwijt dat ik geen artikel 11-controle heb laten uitvoeren onterecht. Ik heb in 2010 vier keer een zogenaamd “ZBO art. 11 controle” laten uitvoeren door het CPE (code 41.02). En tot slot, mijn bedrijf bestaat uit twee stallen met 2.500 kippen, in totaal 5.000, en niet één stal met 5.000 kippen, zoals het berechtingsrapport vermeldt.

Ik begrijp dat ik een brief van het PPE met betrekking tot de jaarlijkse actieplancontrole over het hoofd gezien heb. De reden dat dit gebeurd is, is dat ik veel herinneringen van het PPE krijg voor onderzoeken die ik niet zou hebben uitgevoerd. Die brieven miskennen dat ik een scharrelbedrijf heb en om die reden in een ander monitoringsschema zit. Daar heb ik al een aantal keer over gebeld, maar daar luistert het PPE niet naar. De onderhavige waarschuwingsbrief, zonder mijn naam in de aanhef, heb ik per abuis voor zo’n brief aangezien. Toen de inspecteur, de heer Grolleman me hierover belde en me erop wees, heb ik meteen zo’n onderzoek laten uitvoeren, op 6 december 2010. De actieplancontrole werd uitgevoerd door dezelfde controleur die twee weken daarvoor ook al langs kwam, voor een CPE-controle. Dat vind ik verwarrend en maakt op mij een wat onzuivere indruk. Wij krijgen 24 controles per jaar op ons bedrijf. Al die controles, met onderscheidenlijke voorrijdkosten zijn erg duur. Ik heb het idee dat het niet zo efficiënt geregeld is.”

Bewijs en verwijtbaarheid:

Het Tuchtgerecht oordeelt dat op grond van de inhoud van het berechtingsrapport en de daarin opgenomen verklaring van betrokkene, ter zitting vast is komen te staan dat op het bedrijf van betrokkene, dat geregistreerd is bij het Productschap Pluimvee en Eieren onder nummer [KIP-nummer], de volgende gedraging heeft plaatsgevonden:

Het in 2009 nalaten van een jaarlijkse verplichte controle op de naleving van de voorschriften van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007.

Dit levert op:

Een overtreding van artikel 11, lid 1, van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007.

Motivering van tuchtrechtelijke maatregel(en):

Bij de vorming van zijn oordeel neemt het Tuchtgerecht goede nota van de verklaring van de betrokkene blijkende uit het berechtingsrapport onder nummer HYG1026.

Op grond van het bovenstaande overweegt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, het volgende. Voor de pluimveesector is een “Plan van Aanpak” opgesteld om besmettingen van pluimvee met Salmonella en Campylobacter terug te dringen teneinde de consument een betere bescherming te bieden tegen mogelijke door deze besmettingen te veroorzaken gezondheidsproblemen. Een samenstel van maatregelen is thans van kracht op grond van het bij of krachtens het bepaalde in de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007. Teneinde het met het plan van aanpak beoogde doel te bereiken, is het van het grootste belang dat een ieder zich houdt aan het totale pakket van de geldende maatregelen.

Het Tuchtgerecht stelt vast dat met betrekking tot het registratienummer van het bedrijf van betrokkene geen misverstand bestaat en dat de toevoeging ‘PLV’ staat voor pluimvee.

De standaard waarschuwingsbrieven die de GD stuurt namens het PPE, zijn alleen op de envelop geadresseerd, en hebben geen naam in de aanhef van de brief zelf. Afgezien van het standpunt of dit een zorgvuldige wijze van correspondentie is, is het de verantwoordelijkheid van betrokkene zelf om van de inhoud van aan hem gestuurde brieven kennis te nemen. Dat de overtreding, het nalaten van de actieplancontrole, is begaan, is ter zitting onbetwist gebleven. De zogenaamde ZBO-controle is een controle die door het CPE op grond van eigen voorschriften wordt uitgevoerd. Het Tuchtgerecht treedt niet in de beoordeling van doelmatigheid van regelgeving.

Bij de beoordeling van de zaak weegt het Tuchtgerecht wel mee dat betrokkene op 11 november 2008 tuchtrechtelijk is veroordeeld wegens een overtreding van de Verordening vaccinatie Newcastle Disease (PPE) 2006.

Beslissing:

Bij de vaststelling van de hoogte van de geldboete is tevens rekening gehouden met het feit dat betrokkene een bedrijf heeft van relatief kleine omvang.

Gelet op het bovenstaande oordeelt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, dat betrokkene - gelet op artikel 13, eerste lid, van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007 - de volgende tuchtrechtelijke maatregel wordt opgelegd:

Een geldboete van € 300 (zegge: driehonderd euro).

Toepasselijke artikelen:

Naast de reeds vermelde artikelen zijn van toepassing de Wet Tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 en het Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren.

Samenstelling van het Tuchtgerecht:

De uitspraak is gedaan door mr. L.F.A. Husson, voorzitter, mr. drs. H. Lommers en P. Vingerling, leden, in aanwezigheid van mr. K. Feenstra, secretaris.