ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0100 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE0111

ECLI: ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0100
Datum uitspraak: 25-01-2011
Datum publicatie: 25-01-2011
Zaaknummer(s): TPPE0111
Onderwerp: Hygiënevoorschriften
Beslissingen: Geldboete
Inhoudsindicatie: Jaarlijks hygieneonderzoek nagelaten. Geldboete.

Zaaknummer :

TPPE 01/2011

Betrokkene :

[naam betrokkene]

[adres]

Datum :

25 januari 2011

Gang van zaken :

De zaak berust op een berechtingsrapport dat de Stichting Controlebureau voor Pluimvee, Eieren en Eiproducten (CPE) heeft opgemaakt onder nummer V10070, naar aanleiding van een op 9 juli 2010 door een controleur van genoemde stichting gehouden inspectie op het bedrijf van betrokkene, dat geregistreerd is bij het Productschap Pluimvee en Eieren (PPE) onder nummer [nummer].

Bovengenoemd berechtingsrapport houdt in de constatering van de navolgende feiten door betrokkene begaan, zoals in de in deze zaak opgemaakte schriftelijke verklaring, als bedoeld in artikel 15 van de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, omschreven.

Het Tuchtgerecht heeft de zaak op 25 januari 2011 behandeld op zijn openbare terechtzitting, gehouden te Amersfoort.

Ter zitting is verschenen de heer [naam betrokkene], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], thans wonende aan de [adres] (hierna: betrokkene).

Voorts zijn ter zitting verschenen mr. R.B.R. Henke, namens het PPE en de heer H.J.G. Altena, namens het CPE.

Het Tuchtgerecht heeft op dezelfde dag in het openbaar uitspraak gedaan.

Verweten gedraging :

Niet kon worden aangetoond dat in het jaar 2009 één maal een hygienogram was uitgevoerd voorafgaand aan de plaatsing van een nieuw koppel, nadat de stal was gereinigd en ontsmet. Pas op 25 januari 2010 is in hok 1 een hygiëneonderzoek uitgevoerd.

Verklaring van betrokkene :

Ter terechtzitting heeft de vertegenwoordiger van betrokkene onder meer verklaard, zakelijk weergegeven:

“Ik was me er niet van bewust dat ik dit jaarlijkse onderzoek moest laten doen. Ik hield eerst eenden, dat werkt heel anders. Ik erken dat ik in overtreding ben geweest, maar dat is beslist geen onwil geweest. Nu staat er gerapporteerd dat er hygiëneonderzoeken na een salmonellabesmetting bij eenden zijn uitgevoerd. In september 2009 had ik een IKB controle. Als hij toen een rapport had opgemaakt waaruit bleek dat ik het hygiëneonderzoek ten onrechte had nagelaten, dan had ik actie ondernomen. Pas aan het einde van het jaar kreeg ik dat rapport, en toen was het te laat om nog in 2009 een hygiëneonderzoek te laten nemen. Dat duurt een week of drie tussen de monsterneming en de uitslag.

In juni 2008 ben ik overgestapt van eenden naar vleeskuikens. Ik heb toen aan een pluimveearts gevraagd hoe het een en ander in z’n werk ging. Het jaarlijkse hygiëneonderzoek is me daarbij ontglipt. Ik heb geen map met informatie van het PPE gekregen toen ik begon met vleeskuikens. Ik was een jaar bezig, toen ik een IKB controle kreeg, waarna mij wel veel duidelijk werd.

De bedrijfsvoering gaat wel goed verder. Ik heb er akkerbouw bij. Ik zal zorgen dat dit niet weer gebeurt. De andere voorschriften worden netjes nageleefd.”

Bewijs en verwijtbaarheid :

Het Tuchtgerecht oordeelt dat op grond van de inhoud van het berechtingsrapport en de daarin opgenomen verklaring van betrokkene, ter zitting vast is komen te staan dat op het bedrijf van betrokkene, dat geregistreerd is bij het Productschap Pluimvee en Eieren onder nummer [nummer], de volgende gedraging heeft plaatsgevonden:

Het nalaten van een jaarlijks hygiëneonderzoek.

Dit levert op:

Een overtreding van artikel 3, lid 7, van de Verordening hygienevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007.

Motivering van tuchtrechtelijke maatregel(en) :

Bij de vorming van zijn oordeel neemt het Tuchtgerecht goede nota van de verklaring van de betrokkene blijkende uit het berechtingsrapport onder nummer V10070.

Op grond van het bovenstaande overweegt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, het volgende: Voor de pluimveesector is een “Plan van Aanpak” opgesteld om besmettingen van pluimvee met Salmonella en Campylobacter terug te dringen teneinde de consument een betere bescherming te bieden tegen mogelijke door deze besmettingen te veroorzaken gezondheidsproblemen. Een samenstel van maatregelen is thans van kracht op grond van het bij of krachtens het bepaalde in de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 2007. Teneinde het met het plan van aanpak beoogde doel te bereiken, is het van het grootste belang dat een ieder zich houdt aan het totale pakket van de geldende maatregelen.

Betrokkene voert aan dat het nalaten van het hygiëneonderzoek in 2009 het gevolg is van een miscommunicatie, waarbij het wisselen van dierenarts een rol heeft gespeeld. Betrokkene heeft in dat jaar niet gecontroleerd of het verplichte onderzoek wel was uitgevoerd. De overtreding komt voor zijn eigen rekening. De overtreding is aan het licht gekomen bij een IKB-controle in september 2009. Dat daarvan eerst in december 2009 een rapportage is opgemaakt, doet niet af aan de verwijtbaarheid van betrokkene. Het Tuchtgerecht heeft voor het overige niet de indruk dat sprake is van een onzorgvuldige bedrijfsvoering.

Omdat aan betrokkene niet eerder een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd, legt het Tuchtgerecht de geldboete deels voorwaardelijk op.

Beslissing:

Bij de vaststelling van de hoogte van de geldboete is tevens rekening gehouden met het feit dat betrokkene een bedrijf heeft van relatief wat kleinere omvang, nadat in 2009 de capaciteit was gehalveerd tot circa 10.000 vleeskuikens.

Gelet op het bovenstaande oordeelt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, dat betrokkene - gelet op artikel 13, eerste lid, van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 2007 - de volgende tuchtrechtelijke maatregel wordt opgelegd:

Een geldboete van € 400,- (zegge: vierhonderd euro), waarvan € 200 (zegge: tweehonderd euro) voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Het voorwaardelijke deel van de tuchtrechtelijke maatregel wordt ten uitvoer gelegd, indien na het onherroepelijk worden van deze uitspraak niet wordt voldaan aan de voorwaarde dat binnen de proeftijd niet één van de bepalingen van het bij of krachtens het bepaalde in de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij 2007 dan wel enige verordening houdende bepalingen omtrent hygiënevoorschriften met betrekking tot de pluimveehouderij mag worden overtreden.

Toepasselijke artikelen :

Naast de reeds vermelde artikelen zijn van toepassing de Wet Tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 en het Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren.

Samenstelling van het Tuchtgerecht:

De uitspraak is gedaan door mr. L.F.A. Husson, voorzitter, ing. J. Bazuin en A.C. van Schie, leden, in aanwezigheid van mr. K. Feenstra, secretaris.