ECLI:NL:TNOKLEE:2011:YC0654 Kamer van toezicht Leeuwarden 04-2011

ECLI: ECLI:NL:TNOKLEE:2011:YC0654
Datum uitspraak: 09-08-2011
Datum publicatie: 12-08-2011
Zaaknummer(s): 04-2011
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Notaris heeft volgens klager onzorgvuldig gehandeld in haar rol als mediator. Handelen van de notaris als mediator raakt volgens Kamer aan het functioneren van de notaris in het ambt van notaris. Kamer heeft de klacht ongegrond verklaard.    

 

 

KAMER VAN TOEZICHT OVER NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN TE LEEUWARDEN

Reg.nr.:

Datum uitspraak:

04-2011

9 augustus 2011

UITSPRAAK

van de Kamer van Toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te Leeuwarden, hierna te noemen de Kamer, in de zaak van:

A,

wonende te B,

hierna te noemen: klager,

procederende in persoon,

tegen

mr. C,

notaris te D,

hierna te noemen: de notaris,

gemachtigde: mr. J.M.A.H. van der Ploeg.

PROCESVERLOOP

1.1       Bij brief van 5 april 2011 heeft klager een klacht ingediend tegen de notaris.

1.2       De notaris heeft schriftelijk verweer gevoerd bij brief van 26 mei 2011.

1.3       Bij brief van 28 juni 2011 met bijlagen heeft klager een aanvulling op zijn klaagschrift ingediend.  

1.4       De mondelinge behandeling van de klacht heeft plaatsgevonden op 11 juli 2011 ter vergadering van de voltallige Kamer. Klager  is verschenen. De notaris is, vergezeld van haar gemachtigde, eveneens verschenen. Van het verhandelde ter zitting zijn door de secretaris aantekeningen gemaakt. De gemachtigde van de notaris heeft een pleitnotitie overgelegd.

MOTIVERING

Vaststaande feiten

2.1.      In de onderhavige zaak zal worden uitgegaan van de navolgende vaststaande feiten.

2.2.      Op 24 juni 2010 hebben klager en zijn thans ex-echtgenote met de notaris een mediationovereenkomst gesloten ter zake van de afwikkeling van hun echtscheiding.

Het standpunt van klager

3.1       Klager heeft zijn klacht geformuleerd in vier onderdelen, te weten:

            "(…)

            Ik verwijt de (kandidaat)notaris kort samengevat, dat hij/zij:

·         De complexiteit van deze mediation heeft onderschat.

·         Geen daadkrachtige maatregelen heeft genomen of interventie heeft gepleegd toen duidelijk werd dat dit een ongewoon traject werd.

·         Ondanks het heldere beeld van de penibele financiële situatie, welke zij voor ogen had, geen acties ondernam tot oplossingen.

·         De kosten uit de hand laten lopen waardoor de financiële situatie verder is verslechterd."

Ter onderbouwing van deze klachtonderdelen heeft klager gesteld dat de notaris veelvuldig heeft gecommuniceerd met de ex-echtgenote van klager zonder de inhoud van die gesprekken met hem te delen, dat de notaris informatie heeft achtergehouden, dat als gevolg van het handelen van de notaris volgens klager te lang is doorgesproken over niet-inhoudelijke zaken en dat de notaris niet heeft voldaan aan het verzoek van partijen om een psychologisch onderzoek. Verder heeft klager gesteld dat als gevolg van het handelen van de notaris de kosten onnodig hoog zijn opgelopen.

3.2       In reactie op het verweer van de notaris heeft klager gesteld dat er aanwijzingen zijn dat de notaris bepaalde zaken met zijn ex-echtgenote heeft besproken waarover hij niet is geïnformeerd. Voorts heeft hij gesteld dat de notaris informatie heeft achtergehouden, waaronder de brief van zijn ex-schoonmoeder. Klager heeft betwist dat de mediation tot 18 januari 2011 heeft geduurd, dat hij in strijd met de afspraken verzuimde afdoende inzicht te verstrekken in de door hem beheerde middelen en financiële verplichtingen en dat door zijn toedoen de voortgang van het mediationtraject werd belemmerd. Klager heeft tot slot verzocht om de notaris te verplichten de stukken die zij heeft ontvangen en niet aan hem heeft doorgezonden per direct aan hem beschikbaar te stellen.

Het standpunt van de notaris

4.         De notaris heeft verweer gevoerd. Zij heeft in haar verweerschrift en ter zitting gesteld dat haar geen verwijt kan worden gemaakt en dat zij als notaris in de uitoefening van de functie van mediator naar eer en geweten heeft gehandeld. Ze betwist dat zij informatie heeft achtergehouden, dat zij klager niet heeft geïnformeerd over de inhoud van de gesprekken die zij met de ex-echtgenote van klager heeft gehad, dat door haar toedoen het mediationtraject onvoldoende voortgang kende en uit de hand is gelopen en dat de kosten onnodig zijn opgelopen. Voorts heeft zij gesteld dat zij partijen, naar aanleiding van de gesprekken die hebben plaatsgevonden nadat partijen hadden verzocht een psychiater aan te wijzen om onderzoek te doen naar de psychische toestand van klager, in staat achtte hun echtscheiding constructief te regelen zonder dat daarvoor een psychiater ingeschakeld behoefde te worden.

De beoordeling

De ontvankelijkheid

5.1.1    Alvorens aan de vraag kan worden toegekomen of de notaris tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld, dient de Kamer in onderhavige zaak de vraag te beantwoorden of klager kan worden ontvangen in zijn klacht. De Kamer overweegt ten aanzien van die vraag als volgt.

5.1.2    De Kamer stelt daartoe allereerst vast dat hetgeen klager de notaris verwijt betrekking heeft op de werkzaamheden die de notaris als mediator in het echtscheidingstraject van klager en zijn thans ex-echtgenote heeft verricht en niet ziet op het handelen van de notaris in het ambt van notaris.

5.1.3    In zijn algemeenheid is het mogelijk dat gedragingen van een notaris, gelegen buiten zijn ambtswerkzaamheden, afbreuk doen aan de eer en het aanzien van het ambt dat de notaris bekleedt en op grond daarvan klachtwaardig zijn. Het handelen van een notaris als mediator kan van invloed zijn op het door de tuchtrechter te beschermen vertrouwen van het publiek in het notariaat, onderscheidenlijk de individuele notaris. Verder geldt dat een zodanige betrokkenheid van de klager is vereist dat deze daardoor belang heeft bij een uitspraak over het handelen en/of nalaten van die notaris. De Kamer is van oordeel dat het handelen in deze van de notaris als mediator voldoende raakt aan haar functioneren als notaris, zodat dit handelen in een procedure als deze kan worden beoordeeld. In dat verband overweegt de Kamer dat ook partijen in de onderhavige mediationovereenkomst zijn overeengekomen dat op het functioneren van de mediator het tuchtrecht van notarissen en kandidaat-notarissen van toepassing is, uitgeoefend door de Kamer van Toezicht der Kandidaat-notarissen en Notarissen te Leeuwarden.

5.1.4    Gelet op het voorgaande concludeert de Kamer dat klager kan worden ontvangen in zijn klacht.

Tuchtrechtelijk laakbaar handelen van de notaris

5.2.1    Omdat klager ontvankelijk is in zijn klacht, komt de Kamer toe aan de vraag of de notaris tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. De Kamer overweegt ten aanzien van die vraag als volgt.

5.2.2    Ingevolge artikel 98, eerste lid, van de Wet op het notarisambt (Wna) zijn 

(kandidaat-)notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die zij als (kandidaat-)notarissen behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk (kandidaat-)notaris niet betaamt. De Kamer dient te onderzoeken of de handelwijze van de notaris zoals door klager beschreven een verwijtbare handeling in de zin van dit artikel oplevert.

Mediation

5.3.1    Mediation is een vorm van conflicthantering waarbij een onafhankelijke neutrale derde, de mediator, partijen begeleidt om vanuit hun werkelijke belangen tot een gezamenlijk gedragen en een voor ieder van hen optimale oplossing van hun conflict te komen. Een mediator begeleidt en bewaakt het communicatie- en onderhandelingsproces, waarin het conflict tussen partijen wordt besproken. Partijen zijn zelf verantwoordelijk voor de door hen gevonden oplossingen en hebben daarin een inspanningsverplichting.

5.3.2    In artikel 1 van de onderhavige mediationovereenkomst is - voor zover relevant - het volgende bepaald:

"1.1     Partijen en de Mediator nemen jegens elkaar de inspanningsverplichting op zich, het in artikel 2 genoemde tussen Partijen op te lossen door Mediation. Partijen zijn op de hoogte gesteld van de werkwijze en gevolgen van mediation.

1.2       Partijen en de Mediator verbinden zich jegens elkaar tot al hetgeen waartoe zij ingevolge het vorige lid gehouden zijn.

(…)"

De complexiteit van de mediation

5.4       Naar het oordeel van de Kamer heeft klager verondersteld dat de notaris de complexiteit van de mediation heeft onderschat, maar heeft hij zijn stelling niet onderbouwd. De Kamer zal dit klachtonderdeel daarom ongegrond verklaren.

Informeren partijen door de mediator

5.5.1    Met betrekking tot klagers' stelling dat er aanwijzingen zijn dat de notaris bepaalde zaken met zijn ex-echtgenote heeft besproken waarover hij niet is geïnformeerd en dat de notaris anderszins informatie heeft achtergehouden, welke klager ter zitting als partijdigheid van de notaris als mediator heeft benoemd, overweegt de Kamer dat enkel aanwijzingen onvoldoende zijn om aan te nemen dat de notaris in deze partijdigheid kan worden verweten.

5.5.2    Ter zake van de brief van de ex-schoonmoeder overweegt de Kamer dat klager weliswaar geen afschrift daarvan heeft ontvangen, maar dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij daardoor is benadeeld. Door het voorlezen van de betreffende brief door de notaris heeft klager immers kennis kunnen nemen van de inhoud daarvan.

5.5.3    De Kamer zal dit klachtonderdeel ongegrond verklaren.

Psychologisch onderzoek

5.6       Met betrekking tot het verwijt van klager dat de notaris niet heeft voldaan aan het verzoek om een psychologisch onderzoek te laten doen, overweegt de Kamer dat het niet aan de notaris is om een dergelijk onderzoek te initiëren. Indien het belang van klager bij een dergelijk onderzoek door hem dusdanig groot werd gevonden, had het op zijn weg gelegen zelf een psychiater te benaderen om hem in dit verband te onderzoeken. De stelling van klager treft dan ook geen doel.

De voortgang van het mediationtraject en het treffen van maatregelen door de mediator

5.7       De Kamer is van oordeel dat klager de notaris weliswaar heeft verweten dat zij de voortgang van het traject onvoldoende heeft bewaakt en dat zij geen acties heeft ondernomen om tot oplossingen te komen, maar hij heeft nagelaten te onderbouwen welke concrete maatregelen de notaris had moeten nemen passend bij haar rol als mediator. De Kamer zal om die reden dit deel van de klacht ongegrond verklaren.

Kosten

5.8       Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat niet is gebleken dat de notaris in haar rol als mediator een verwijt kan worden gemaakt, zodat haar evenmin een verwijt kan worden gemaakt van de volgens klager hoog opgelopen kosten. 

Conclusie

5.9       Alles overwegende is de Kamer van oordeel dat de notaris in deze fungerend als mediator niet tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. De Kamer zal de klacht in al haar onderdelen dan ook ongegrond verklaren.

Verzoek van klager

5.10     Met betrekking tot het verzoek van klager de notaris op te dragen de volgens hem door de notaris ontvangen en niet aan hem doorgezonden stukken aan hem ter beschikking te stellen is de Kamer van oordeel dat zij daartoe niet kan overgaan, omdat zij daartoe niet bevoegd is.

DE BESLISSING

De Kamer van Toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te Leeuwarden:

verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond.

Deze beslissing is genomen te Leeuwarden door mr. J.C.G. Leijten, plaatsvervangend voorzitter, mrs. P. Schulting, A.W. Drijver, P. Nijenhuis en N.T. Vink, (plaatsvervangend) leden, bijgestaan door mr. S. Ambachtsheer, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op

9 augustus 2011.

S. Ambachtsheer                                                                   J.C.G. Leijten

De beslissing is verzonden op

Binnen dertig dagen na de dag van verzending van de aangetekende brief waarin van bovenstaande beslissing wordt kennisgegeven, kan hoger beroep tegen deze beslissing worden ingesteld. Dit dient te geschieden door middel van een verzoekschrift bij de griffie van het Gerechtshof te Amsterdam, Prinsengracht 436, correspondentieadres: Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.