ECLI:NL:TNOKDOR:2011:YC0865 Kamer van toezicht Dordrecht 02/11

ECLI: ECLI:NL:TNOKDOR:2011:YC0865
Datum uitspraak: 10-11-2011
Datum publicatie: 31-08-2012
Zaaknummer(s): 02/11
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie:   Klachten over het niet informeren over de inhoud van het testament en/of over de afwikkeling van de nalatenschap.

Kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te Dordrecht

KvT Klachtnummer: 02/11

Datum: 10 november 2011

Beslissing op de klacht van:

[klaagster,

wonende te [woonplaats],

klaagster,

tegen :

1. [oud-notaris],

oud-notaris te [vestigingsplaats],

2. [notaris]

notaris te [vestigingsplaats],

verweerders,

gemachtigde mr. J.G.M. Roels.

Partijen worden hierna aangeduid als 'klaagster', 'de oud-notaris' en de 'de notaris'.

1. Verloop van de procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het klaagschrift, met bijlagen, dat op 27 mei 2011 is ontvangen;

- het verweerschrift van de notaris dat op 17 augustus 2011 is ontvangen;

- het verweerschrift van de oud-notaris dat op 21 augustus 2011 is ontvangen;

- de op 29 september 2011 gehouden mondelinge behandeling.

2. Feiten

2.1. Op 12 oktober 2007 overleed de zus van klaagster, [naam zus] (hierna: erflaatster). Erflaatster heeft bij testament en bij een daarin gevouwen codicil over haar nalatenschap beschikt.

2.2. De oud-notaris was als executeur bij de afwikkeling van die nalatenschap betrokken. Op 29 november 2007 heeft de oud-notaris aan klaagster te kennen gegeven dat zij niet in het testament en het codicil van haar zus voorkwam en dat hij haar om die reden daarin geen inzicht mocht geven.

2.3. Op 30 april 2008 is de oud-notaris gedefungeerd. De notaris heeft de praktijk van de oud-notaris per 1 mei 2008 overgenomen.

2.4. De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie heeft getracht tussen partijen te bemiddelen, maar dit heeft niet geleid tot een oplossing van het geschil.   

3. Klacht

3.1. De klacht strekt ertoe dat de Kamer een passende maatregel treft tegen de oud-notaris en de notaris om de volgende redenen.

3.2. De oud-notaris en de notaris hebben klaagster niet geïnformeerd over de inhoud van het testament en/of over de afwikkeling van de nalatenschap van haar zus, zodat klaagster niet heeft kunnen nagaan of er sprake is van een correcte vastlegging en uitvoering van de laatste wil van haar zus. Tijdens leven heeft de zus aan klaagster te kennen gegeven dat zij wilde dat de sieraden die zij van hun moeder had geërfd, zouden toekomen aan de dochters van klaagster. Volgens klaagster zijn die sieraden door de stiefdochter van haar zus in een zwarte schooltas op het kantoor van de (oud-)notaris afgegeven, zodat het onbegrijpelijk is dat deze daar nu niet meer zijn.

3.3. De oud-notaris en de notaris betwisten de klacht. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4. Beoordeling van het geschil

4.1. Vast staat dat de zus van klaagster is overleden zonder achterlating van een echtgenoot of kinderen. Nu klaagster blijkbaar niet voorkomt in het testament van haar zus en zij daarmee een erfrechtelijke aanspraak heeft verloren, heeft klaagster ingevolge artikel 49 lid 2 van de Wet op het Notarisambt (Wna) slechts recht kennis te nemen van dat onderdeel van het testament dat betrekking heeft op het verlies van de erfrechtelijke aanspraak. De Kamer is van oordeel dat de oud-notaris aan deze verplichting heeft voldaan door klaagster mede te delen dat zij niet voorkwam in het testament en het codicil van haar zus. Hoewel dat voor klaagster wellicht onbevredigend is, kan het de oud-notaris en de notaris gelet op hun beroepsgeheim niet worden verweten dat zij klaagster ook verder geen informatie hebben verstrekt over de afwikkeling van de nalatenschap van haar zus.

4.2. De oud-notaris en de notaris hebben gemotiveerd betwist dat de sieraden op hun kantoor zijn afgegeven. De aard van deze procedure leent zich er niet voor om vast te stellen wat er feitelijk met de sieraden is gebeurd. Dat er sprake is van enig verwijtbaar handelen door de oud-notaris of de notaris ter zake de sieraden kan dan ook niet worden vastgesteld.

4.3. Het vorenstaande betekent dat de klacht ongegrond zal worden verklaard.

5. Beslissing

De Kamer van toezicht:

verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is genomen door mr. T. Zuidema, voorzitter, en mr. F. Hoppel, mr. ir. A.J.E. Cartigny,  mr. W.J. Barendse en mr. W. van der Heiden, leden, in tegenwoordigheid van de secretaris en uitgesproken in het openbaar op 10 november 2011.