ECLI:NL:TNOKARN:2011:YC0663 Kamer van toezicht Arnhem 07.831/2011/989

ECLI: ECLI:NL:TNOKARN:2011:YC0663
Datum uitspraak: 06-09-2011
Datum publicatie: 09-09-2011
Zaaknummer(s): 07.831/2011/989
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht gegrond met waarschuwing
Inhoudsindicatie: Klaagster verwijt de notaris dat hij onvoldoende voortvarend de tot een nalatenschap behorende aandelen heeft verkocht. Door de waardedaling van de aandelen heeft klaagster schade geleden. Klacht gegrond, maatregel waarschuwing.

KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-  

NOTARISSEN TE ARNHEM

Kenmerk: 07.831/2011/989

Beslissing van de Kamer van Toezicht te Arnhem op de klacht van

[A],

wonende te […],

klaagster,

gemachtigde: mr. B. ten Doesschate te Arnhem,

tegen

[B],

[C],

respectievelijk notaris en kandidaat-notaris te […].

De klacht richt zich zowel tegen [B] als tegen [C]. Zij hebben ook een gelijkluidend verweer gevoerd. [B] en [C] zullen hierna, zowel tezamen als ieder afzonderlijk, de notaris worden genoemd.

1. De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de brief met klaagschrift van 23 december 2010 aan de Kamer van

  Toezicht te Zutphen, waarin de klacht tegen de notaris is neergelegd;

- de beslissing van de president van het gerechtshof te Amsterdam

   van 11 januari 2011, waarin de Kamer van Toezicht te Arnhem is

  belast met de behandeling van de zaak;

- de brief van de notaris van 21 februari 2011;

- de mondelinge behandeling van de klacht op 30 juni 2011, waarbij

   klaagster, haar gemachtigde, [B] en [C] zijn verschenen;

- de pleitaantekeningen namens klaagster.

2. De feiten

2.1  Op 28 januari 2007 is overleden mevrouw [D], hierna te noemen erflaatster. Klaagster is voor 1/8 gedeelte erfgenaam in haar nalatenschap.

Klaagster en de heer [E] zijn de gezamenlijke executeurs in de nalatenschap van erflaatster.

2.2  Op 3 januari 2008 heeft de heer [E], mede namens klaagster, de notaris verzocht de verdere afwikkeling van de nalatenschap ter hand te nemen.

2.3  Op 1 april 2008 heeft de notaris de aangifte voor het recht van successie opgesteld, waarin ten aanzien van effecten een bedrag van € 783.718 is opgenomen.

2.4  Op 2 april 2008 heeft de notaris de heer [E] verzocht om aan te geven of de notaris de volledige afwikkeling moet verzorgen, of dat het alleen gaat om een beperkt aantal notariële handelingen. Op dezelfde dag heeft de heer [E] bevestigd dat het om de volledige afwikkeling gaat.

2.5  Op 9 mei 2008 heeft de notaris een algehele boedelvolmacht naar de heer [E] gezonden, die op 13 mei 2008 ondertekend naar de notaris teruggestuurd wordt. Op 10 mei 2008 heeft klaagster de boedelvolmacht ondertekend.

2.6  Op 12 januari 2009 zijn de aandelen verkocht.

3. De klacht en het verweer

3.1  Klaagster verwijt de notaris dat deze is tekortgeschoten in zijn zorgplicht doordat hij heeft verzuimd tot de nalatenschap behorende aandelen tijdig te verkopen. Tegen de tijd dat uiteindelijk werd overgegaan tot verkoop, waren de aandelen aanzienlijk in waarde gedaald, als gevolg waarvan klaagster schade heeft geleden.

3.2  De notaris voert gemotiveerd verweer. De Kamer zal op de klachten en het verweer, zover van belang, hieronder bij de beoordeling nader ingaan.

4. De beoordeling van de klachten

4.1  Ingevolge artikel 98 lid 1 Wet op het notarisambt zijn notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij de zorg die zij als notarissen behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. De Kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2  De notaris heeft in het kader van de ontvankelijkheid de vraag aan de orde gesteld of klaagster haar klacht als erfgenaam of als executeur heeft ingediend. De Kamer is van oordeel dat klaagster in ieder geval belanghebbende is omdat zij erfgenaam is. De vraag in welke hoedanigheid klaagster haar klacht indient acht de Kamer niet ter zake doende.

4.3  De notaris stelt dat hij de executeurs reeds op 15 maart 2007 op de hoogte heeft gesteld van het risico van een eventuele waardedaling van de effecten. Het verweer van de notaris houdt in dat hij voor de verkoop van de aandelen van alle erfgenamen moest weten of deze al dan niet een deel van de aandelen wensten over te nemen. Zolang daarover geen duidelijkheid was, is het in de visie van de notaris niet aan hem om te bepalen wanneer de aandelen verkocht moeten worden.

4.4  De Kamer overweegt als volgt. De notaris was reeds in maart 2007 ervan op de hoogte dat de nalatenschap van erflaatster een aanzienlijke aandelenportefeuille bevatte. Ook in de aangifte successierecht in april 2008 zijn de effecten genoemd. Vanaf januari 2008 was de notaris betrokken bij de afwikkeling van de nalatenschap en in april 2008 wist de notaris dat het om een volledige afwikkeling ging. Ongeveer medio mei 2008 beschikte de notaris over de boedelvolmachten, waarmee overgegaan kon worden tot verkoop. De Kamer is van oordeel dat een notaris, die weet van een aandelenportefeuille, vanaf het moment van opdrachtverlening voortvarend te werk moet gaan. De Kamer volgt de notaris in zijn stelling dat de erfgenamen gevraagd moet worden of zij al dan niet een deel van de aandelen willen overnemen, maar de Kamer is van oordeel dat de notaris de erfgenamen niet zoveel tijd had moeten geven. In juni 2008 wist de notaris via klaagster al dat haar broer en zussen geen belangstelling hadden om de aandelen over te nemen, maar de notaris is tot in december 2008 hiertoe brieven naar de erfgenamen blijven schrijven. Dat één van de erfgenamen, weliswaar gerechtigd voor de helft in de nalatenschap, zich kennelijk niet uitliet, heeft voor de notaris geen beletsel mogen vormen om voortvarend te handelen. De Kamer is van oordeel dat de notaris onvoldoende voortvarend te werk is gegaan is en daarmee niet heeft voorkomen dat de erfgenamen werden geconfronteerd met een waardedaling. De Kamer acht de klacht gegrond.

4.5  De Kamer constateert dat er voor de erfgenamen een groot financieel belang op het spel staat. Als verzachtende omstandigheden neemt de Kamer in aanmerking dat er enige tijd is verstreken voordat duidelijk was wat de omvang van zijn opdracht was. Bovendien waren er twee executeurs in de nalatenschap, die weliswaar de opdracht uit handen hadden gegeven, maar die desondanks ook enige actie hadden kunnen ondernemen. Alle omstandigheden in aanmerking genomen en in hun onderlinge samenhang bezien, is de Kamer van oordeel dat de maatregel van waarschuwing volstaat. Aldus zal de Kamer ten aanzien van zowel [B] als [C] beslissen.

5. De beslissing

De Kamer van Toezicht

- verklaart de klacht tegen [B] gegrond en

legt hem de maatregel van waarschuwing op;

- verklaart de klacht tegen [C] gegrond en

legt haar de maatregel van waarschuwing op.

Deze beslissing is gegeven door mr. L.A. van Son, plv. voorzitter, Mrs. A.J.V. Tierolff, T.K. Lekkerkerker, D.T. Boks en A.A.H.M. Derks plv. leden, en in tegenwoordigheid van mr. C. van Schelven, secretaris, uitgesproken in het openbaar op 6 september 2011.

De secretaris                                      De plv. voorzitter