ECLI:NL:TNOKAMS:2011:YC0632 Kamer van toezicht Amsterdam 480199/NT 11-1 B

ECLI: ECLI:NL:TNOKAMS:2011:YC0632
Datum uitspraak: 07-06-2011
Datum publicatie: 24-06-2011
Zaaknummer(s): 480199/NT 11-1 B
Onderwerp: Overig
Beslissingen: Klacht gegrond met schorsing als notaris
Inhoudsindicatie:   De kamer is van oordeel dat de klacht gegrond is. De kamer maakt zich ernstig zorgen over de wijze waarop de notaris communiceert en de mogelijke gevolgen daarvan, zoals benadeling van belanghebbenden en derden. De kamer heeft al eerder klachten behandeld tegen de notaris die betrekking hadden op gebrek aan communicatie aan de zijde van de notaris. Tweemaal is de notaris daarvoor een berisping opgelegd. De kamer heeft in de beslissing van 29 augustus 2006 bepaald dat zij er in de toekomst zwaar aan zou tillen indien zou blijken dat de notaris wederom stelselmatig niet reageert op pogingen om met hem in contact te komen. De kamer acht daarom nu de maatregel van schorsing voor de duur van één week passend en geboden.

KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN

TE AMSTERDAM

Beslissing van 7 juni 2011 in de zaak met nummers 480199 / NT 11-1 B van::

[klager]

wonende te [plaats],

raadsman mr. R. Kuizenga,

tegen:

[de notaris],

notaris te [plaats].

Het verloop van de procedure:

De kamer is uitgegaan van de volgende stukken:

-         klaagschrift met bijlagen, ingekomen op 10 januari 2011.

Hoewel hij bij herhaling is verzocht om een reactie op het klaagschrift, heeft de notaris geen schriftelijk verweer gevoerd.

Bij de mondelinge behandeling van de klacht op 12 april 2011 waren klager en de notaris aanwezig. Beide partijen hebben het woord gevoerd. De uitspraak is bepaald op 7 juni 2011.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

a.    De notaris heeft op 11 februari 2009 een convenant opgesteld in verband met de beëindiging geregistreerd partnerschap van klager en zijn partner.

b.    Nadien heeft klager laten weten prijs te stellen op een afstandverklaring inzake zijn pensioen. [Naam medewerker], werkzaam op het notariskantoor van de notaris heeft hem vervolgens meegedeeld dat aan die afstandsverklaring geen kosten verbonden waren en dat klager zich voor verdere vragen tot de notaris kon wenden.

c.    De notaris heeft niet gereageerd op verzoeken van klager.

d.    De notaris heeft vervolgens ook niet gereageerd op pogingen van de KNB tot bemiddeling in deze zaak.

2. De klacht

De notaris reageert in het geheel niet op verzoeken van klager om de hiervoor genoemde afstandverklaring op te stellen.

3. De beoordeling

3.1 De kamer dient te beoordelen of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van artikel 98, eerste lid, Wet op het notarisambt (hierna: Wna) oplevert. In dat artikel heeft de wetgever de tuchtnorm neergelegd waaraan zowel notarissen als kandidaat-notarissen zijn onderworpen. Het gaat daarbij kort gezegd om handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris of kandidaat-notaris niet betaamt.

3.2 Op de zitting heeft de notaris verklaard dat de afstandverklaring in concept klaarligt.

Hij heeft erkend dat hij de zaak niet zo ver had moeten laten komen, maar dat het voor hem lastig is om excuses te maken. Hij wil daarmee niet de indruk wekken dat hij er makkelijk mee weg wil komen. Hij heeft geen verweer gevoerd, aangezien hij meent dat klager gelijk heeft. Daarom heeft hij klager op de zitting toegezegd de afstandverklaring binnen één week gereed te hebben. Ook zal de notaris klager een schadevergoeding betalen.

De kamer heeft van de notaris na de zitting e-mailcorrespondentie ontvangen tussen hem en klager, waaruit blijkt dat de notaris de door klager ondertekende afstandsverklaring op

20 april 2011 aan het pensioenfonds heeft verstuurd.

Klager heeft ter zitting verklaard dat hij, ondanks de toezegging van de notaris een en ander te regelen, zijn klacht handhaaft.

3.3 De kamer is van oordeel dat de klacht gegrond is. De kamer maakt zich ernstig zorgen over de wijze waarop de notaris communiceert en de mogelijke gevolgen daarvan, zoals benadeling van belanghebbenden en derden.

De kamer heeft al eerder klachten behandeld tegen de notaris die betrekking hadden op gebrek aan communicatie aan de zijde van de notaris. Tweemaal is de notaris daarvoor een berisping opgelegd. De kamer heeft in de beslissing van 29 augustus 2006 bepaald dat zij er in de toekomst zwaar aan zou tillen indien zou blijken dat de notaris wederom stelselmatig niet reageert op pogingen om met hem in contact te komen.

De kamer acht daarom nu de maatregel van schorsing voor de duur van één week passend en geboden.

3.4 Dat leidt tot de volgende beslissing.

Beslissing

De kamer van toezicht:

-         verklaart de klacht gegrond;

-         legt de notaris een schorsing in de uitoefening van het ambt op voor de duur van één week.

Deze beslissing is gegeven door mrs. N.C.H. Blankevoort, voorzitter, O.J. van Leeuwen,

J.P. van Harseler, F.L.M. van de Graaff, en P.J. van Veen, leden, in tegenwoordigheid van

mr. E.B.T. Kienhuis, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 7 juni 2011.

mr. E.B.T. Kienhuis,                                                   mr. N.C.H. Blankevoort,

secretaris.                                                                   voorzitter.

Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam (postbus 1312, 1000 BH Amsterdam) binnen 30 dagen na de dag van verzending van de aangetekend verzonden kennisgeving.