ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG1399 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 201/2011

ECLI: ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG1399
Datum uitspraak: 22-09-2011
Datum publicatie: 22-09-2011
Zaaknummer(s): 201/2011
Onderwerp: Schending beroepsgeheim
Beslissingen: Niet-ontvankelijk
Inhoudsindicatie: Raadkamerbeslissing. Klacht tegen apotheker betreffende het abusievelijk verstrekken van informatie die aan een andere patiënt gegeven had moeten worden aan klager. Klager niet rechtstreeks belanghebbend, niet-ontvankelijk.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

Beslissing d.d. 22 september 2011 naar aanleiding van de op 22 juli 2011 bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle ingekomen klacht van

A , wonende te B,

k l a g e r

-tegen-

C , apotheker, werkzaam te B,

a a n g e k l a a g d e

1.      HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Klager heeft een klaagschrift ingediend en, als reactie op een brief van de secretaris van het college, een aanvullend klaagschrift voorzien van een bijlage.

2.      DE FEITEN

Op grond van de stukken dient, voor zover van belang voor de beoordeling van de klacht, van het volgende te worden uitgegaan.

Klager heeft op 19 juli 2011 medicijnen opgehaald bij de apotheek van de aangeklaagde. Klager kreeg daarbij niet alleen de informatie mee over zijn eigen medicatie maar, in een andere folder, ook informatie over de medicatie van een andere patiënt. Klager heeft als bijlage bij het aanvullend klaagschrift een afschrift van die folder, in geanonimiseerde vorm, aan het college overgelegd.

Klager heeft gebeld met de aangeklaagde. Deze zegde toe een intern onderzoek naar de gang van zaken in te stellen.

3.      HET STANDPUNT VAN KLAGER EN DE KLACHT

Klager verwijt verweerder -zakelijk weergegeven- dat door het nalatig handelen van zijn personeel het medisch geheim van een van zijn cliënten is geschonden.

4.      DE OVERWEGINGEN VAN HET COLLEGE

Het college zal eerst beoordelen of klager in zijn klacht kan worden ontvangen.

Klager geeft in zijn inleidend klaagschrift aan dat de aangeklaagde apotheker tegen hem had gezegd dat het niet aan klager was om een klacht in te dienen. Klager is blijkbaar van oordeel, zo blijkt uit zijn klaagschrift en zijn aanvullend klaagschrift, dat hij wel gerechtigd is een klacht in te dienen omdat het een kwalijke zaak is dat het medisch geheim van iemand is geschonden.

Krachtens artikel 65, eerste lid onder a van de wet BIG wordt een tuchtzaak aanhangig gemaakt door een schriftelijke klacht van -onder meer- een rechtstreeks belanghebbende. Onder dit begrip valt in ieder geval de patiënt zelf. Klager is in dit geval niet de patiënt zelf. Zijn medisch geheim is niet geschonden. Klager klaagt over de schending van het medisch geheim van iemand anders.

Klager kan dan ook niet als rechtstreeks belanghebbende in de zin van de Wet BIG worden aangemerkt. Ook al is er kennelijk in de apotheek een fout gemaakt - daargelaten de vraag of de aangeklaagde daarvoor tuchtrechtelijk aansprakelijk is - en zijn klagers motieven om de klacht in te dienen wel begrijpelijk, hij is nu eenmaal niet rechtstreeks in zijn belang getroffen.

Degene die immers mogelijk als rechtstreeks belanghebbende terzake zou moeten gelden is degene op wie de informatie betrekking heeft.

Uit het bovenstaande volgt, dat klager niet als rechtstreeks belanghebbende in de zin van de wet kan gelden. Hij moet dan ook - zonder verder onderzoek - in zijn klacht niet-ontvankelijk worden verklaard.

5.      DE BESLISSING

Het college verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klacht.

Aldus gedaan in raadkamer door mr. A.L. Smit, voorzitter, P.C. Daniels-Hansum en

Th.F.J. Tromp, leden-apothekers, in tegenwoordigheid van mr. H. van der Poel-Berkovits, secretaris en uitgesproken in het openbaar op 22 september 2011 door mr. A.L. Smit, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H. van der Poel-Berkovits, secretaris.

                                                                                                                 voorzitter

                                                                                                                 secretaris

Tegen deze beslissing kan binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift ervan schriftelijk hoger beroep worden ingesteld bij het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg door:

a. de klager en/of klaagster, voor zover de klacht is afgewezen, of voor zover hij/zij niet-ontvankelijk is verklaard;

b. degene over wie is geklaagd;

c. de hoofdinspecteur of de regionale inspecteur van de volksgezondheid, wie de aangelegenheid uit hoofde van de hun toevertrouwde belangen aangaat.

Het tot het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg gerichte beroepschrift wordt ingezonden bij de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle, door wie het binnen de beroepstermijn moet zijn ontvangen.