ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG1232 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2010-179

ECLI: ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG1232
Datum uitspraak: 19-07-2011
Datum publicatie: 19-07-2011
Zaaknummer(s): 2010-179
Onderwerp: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klaagster verwijt de tandarts dat hij in plaats van extractie van twee verstandskiezen het tandvlees op de kiezen heeft weggehaald waarna zij een infectie en erge pijnklachten heeft gekregen. Klaagster is van mening dat ze had mogen verwachten dat de tandarts haar een alternatieve behandeling zou bieden die minder pijn tot gevolg zou hebben dan het trekken van de kiezen en voldoende resultaat zou geven. Klacht ongegrond    

Datum uitspraak: 19 juli 2011

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te 's-Gravenhage heeft de navolgende beslissing gegeven inzake de klacht van:

A ,

wonende te B,

klaagster,

tegen:

C , tandarts,

wonende te B ,

de persoon over wie geklaagd wordt,

hierna te noemen de tandarts.

1. Het verloop van het geding

Het klaagschrift is ontvangen op 15 september 2010. De tandarts heeft op de klacht gereageerd, waarna partijen hebben gerepliceerd, respectievelijk gedupliceerd. Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om in het vooronderzoek mondeling te worden gehoord. De mondelinge behandeling door het College heeft plaatsgevonden ter openbare zitting van 24 mei 2011. Partijen zijn verschenen en hebben hun standpunten mondeling toegelicht.

2. De feiten

Klaagster bezocht de tandarts op 6 september 2010 vanwege een afgesproken verwijdering

van twee verstandskiezen. De tandarts had hiervoor de indicatie gesteld vanwege chronische

pericoronitis.

Klaagster gaf aan op te zien tegen het extraheren van de kiezen, waarop de tandarts een

operculotomie voorstelde – waarbij het tandvlees op de kiezen zou worden verwijderd –

en uitlegde dat dit mogelijk een oplossing zou kunnen zijn om extractie te voorkomen.

Klaagster ging hiermee akkoord. De tandarts voerde de operculotomie vervolgens uit onder

anesthesie met een electrotoom. Daarna gaf de tandarts klaagster een recept met

H2O2 1,5 % in lauwe oplossing mee om de wonden mee te spoelen.

Op 10 september 2010 heeft klaagster de tandarts bericht dat zij uitgeschreven wilde worden

in de praktijk.  De assistente heeft voorgesteld om klaagster door te verbinden met de

tandarts, maar klaagster wilde dat niet. Klaagster heeft de tandarts niet over haar klachten

geïnformeerd. Klaagster is naar een andere tandarts gegaan, die haar verwees naar de kaak-

chirurg waar haar verstandskiezen alsnog verwijderd zijn.

3. De klacht

Bij de behandeling op 6 september 2010 is klaagsters mond verbrand, waarna zij een infectie en erge pijnklachten kreeg. Als gevolg daarvan kon klaagster niet meer eten, drinken, slapen, praten en werken. Op 10 september 2010 is klaagster naar een andere tandarts gegaan, waar zij pijnstillers en antibiotica kreeg alsmede een verwijzing voor de kaakchirurg. De kaakchirurg heeft daarna de twee verstandskiezen geëxtraheerd, hetgeen klaagster als vele malen minder pijnlijk heeft ervaren dan de behandeling bij de tandarts.

Klaagster verwijt de arts dat hij op 6 september 2010 onzorgvuldig heeft gehandeld. De tandarts heeft voorafgaand aan de behandeling verteld dat hij het tandvlees zou weghalen op haar kiezen. Klaagster had mogen verwachten dat de tandarts haar een alternatieve behandeling zou bieden, die minder pijn tot gevolg zou hebben dan de extractie en voldoende resultaat zou geven. Dit was echter niet het geval. Door de vervolgens alsnog uitgevoerde extractie is de behandeling van de tandarts en de pijn als gevolg daarvan onnodig geweest. Indien klaagster van te voren had geweten dat de gevolgen zo pijnlijk waren geweest, had zij nooit met de behandeling ingestemd.

4. Het standpunt van de tandarts

De tandarts had op 6 september 2010 een extractie van de twee verstandskiezen van klaagster gepland vanwege chronische pericoronitis. Toen klaagster aangaf op te zien tegen de behandeling en naar een andere oplossing vroeg, heeft de tandarts een operculotomie voorgesteld en daarbij verteld dat dit op termijn waarschijnlijk niet de meest ideale oplossing was omdat mogelijk de 38 dan alsnog geëxtraheerd zou moeten worden. Klaagster koos voor operculotomie, waarna de behandeling is uitgevoerd.

Na haar verzoek op 10 september 2010 om uitgeschreven te worden uit de praktijk wilde klaagster niet met de tandarts doorverbonden worden. Omdat de tandarts vervolgens tevergeefs trachtte klaagster telefonisch te bereiken, heeft hij haar een brief gestuurd met uitleg over de behandeling. Hierop ontving de tandarts een grof en beledigend mailbericht van klaagsters vader.  

5. De beoordeling

5.1     Het staat vast dat klaagster voorafgaand aan de voorgenomen extractie van haar verstandskiezen op 6 september 2010 heeft aangegeven dat zij daar tegenop zag en de tandarts heeft gevraagd of er ook een andere behandeling mogelijk was. Dat de tandarts hierop een operculotomie heeft voorgesteld acht het College niet onzorgvuldig. Deze behandeling kan in het algemeen een oplossing bieden doordat vanwege de verwijdering van het tandvlees op de verstandskiezen het ontstaan van ontstekingen kan worden voorkomen en de verstandskiezen mogelijk kunnen worden behouden. Ook heeft het College geen aanwijzingen dat de behandeling niet juist zou zijn uitgevoerd.

5.2.    Zoals de tandarts ter zitting heeft aangegeven op basis van zijn ervaringen, wordt een operculotomie doorgaans niet als zeer pijnlijk ervaren. Deze behandeling kan ook in dat opzicht in het algemeen een redelijk alternatief bieden voor een extractie. Hoewel de pijnbeleving van patiënten afhankelijk is van de situatie en per persoon verschillend, was er evenwel geen reden om te verwachten dat de pijn bij klaagster als gevolg van de behandeling ernstig zou zijn. De tandarts heeft klaagster een spoelmiddel meegegeven ter voorkoming van infecties. Dat er bij klaagster na de behandeling toch een infectie is ontstaan, die de nodige pijn en ongemakken voor haar tot gevolg hadden, was voor de tandarts niet te voorzien en hoefde ook niet te worden voorzien.

5.3.    Het College kan zich voorstellen dat klaagster vanwege de vervelende gevolgen van de behandeling en de daarna alsnog gevolgde extractie achteraf bezien niet voor operculotomie zou hebben gekozen. Dit betekent echter niet dat de tandarts in dat verband een verwijt gemaakt dient te worden. Het College heeft geen aanwijzingen dat de tandarts in dat verband klaagster voorafgaand aan de keuze voor de operculotomie onvoldoende heeft geïnformeerd.

5.4.    Alles overziend, kan het College niet vaststellen dat de tandarts een tuchtrechtelijk verwijt gemaakt kan worden. De klacht dient dan ook te worden afgewezen.

6. De beslissing

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te ’s-Gravenhage beslist als volgt:

wijst de klacht af.

Deze beslissing is gegeven door: mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. R.P. Wijne, lid-jurist, H.C. Teune, H.W. Luk en J.M.W. Croes, leden-tandartsen, bijgestaan door mr. C.G. Versteeg, secretaris en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 juli 2011.

voorzitter                                                                                              secretaris

Tegen deze beslissing kan binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift ervan schriftelijk hoger beroep worden ingesteld bij het Centrale Tuchtcollege voor de Gezond­heidszorg door:

a.         de klager en/of klaagster, voorzover de klacht is afgewezen, of voorzover hij/zij niet-ontvankelijk is verklaard;

b.         degene over wie is geklaagd;

c.         de hoofdinspecteur of de regionale inspecteur van de volksgezondheid, wie de aangelegenheid uit hoofde van de hun toevertrouwde belangen aangaat.

Het tot het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg gerichte beroep­schrift wordt ingezon­den bij de secretaris van het Regionaal Tuchtcolle­ge voor de Gezondheidszorg te

's-Gravenhage, door wie het binnen de beroepstermijn moet zijn ontvangen.