ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG1213 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2010-176

ECLI: ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG1213
Datum uitspraak: 05-07-2011
Datum publicatie: 06-07-2011
Zaaknummer(s): 2010-176
Onderwerp: Overige klachten
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klaagster verwijt de huisarts dat deze tekort is geschoten in de door haar in acht te nemen zorgvuldigheid door (een deel van) het originele huisartsendossier te vernietigen zonder daarvan een kopie of gescande versie beschikbaar te houden. Waarschuwing      

Datum uitspraak: 5 juli 2011

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te 's-Gravenhage heeft de navolgende beslissing gegeven inzake de klacht van:

A ,

wonende te B,

klaagster,

tegen:

C , huisarts,

wonende  te B ,

de persoon over wie wordt geklaagd,

hierna te noemen de arts.

1. Het verloop van het geding

Het klaagschrift is ontvangen op 14 september 2010. Mr. D. Zwartjens, advocaat te Utrecht, heeft namens de arts verweer tegen de klacht gevoerd, waarna partijen achtereenvolgens hebben gerepliceerd en gedupliceerd. Van de aan hen gegeven gelegenheid om in het vooronderzoek te worden gehoord hebben zij geen gebruik gemaakt. De mondelinge behandeling door het College heeft plaatsgevonden ter openbare zitting van 17 mei 2011. Partijen zijn verschenen en hebben hun standpunten toegelicht. De arts werd bijgestaan door mr. Zwartjens voornoemd.

2. De feiten

Klaagster heeft vanwege een ongeluk ongeveer 10 jaar geleden, een uitgebreide ziektegeschiedenis en in verband daarmee bij veel specialisten gelopen, waardoor een aanzienlijk medisch dossier was opgebouwd.

Klaagster was  in mei 2010 van een andere huisarts overgegaan naar de praktijk van verweerster. Na ongeveer 3 maanden besloot zij wederom over te stappen naar een nieuwe huisarts. Zij vroeg daarop bij (de assistente van) de arts haar medisch dossier op dat, toen zij dit kwam ophalen, uit slechts 4 velletjes bestond.. Toen zij vroeg naar de rest van het dossier bleek dat het dossier abusievelijk was vernietigd.

3. De klacht

Klaagster verwijt de arts dat zij tekort is geschoten in de door haar in acht te nemen zorgvuldigheid door (een deel van) het originele huisartsendossier te vernietigen zonder daarvan een kopie of een gescande versie beschikbaar te houden.

Tevens maakt klaagster het verwijt dat de doktersassistente wat lacherig deed toen zij het dossier kwam ophalen en met een brede glimlach zei dat ze niets meer voor klaagster kon betekenen omdat het dossier er niet meer was.

4. Het standpunt van de arts

De arts heeft de verwijten deels erkend maar tevens gesteld dat haar niet een zodanig verwijt treft dat dit tot gegrondverklaring en/of oplegging van een maatregel zou moeten leiden.

5. De beoordeling

5.1.      Wat het eerste klachtonderdeel betreft, moet door de erkening op dat punt van de arts als vaststaand worden aangenomen dat zij het medisch dossier heeft vernietigd voordat, zoals de bedoeling was, dit was ingescand met de bedoeling dat het aan het elektronische patiëntendossier zou worden gekoppeld. De arts heeft haar spijt hierover tegenover klaagster meermalen uitgesproken. Zij heeft om de schade van klaagster zo beperkt mogelijk te houden, alles in het werk gesteld om het dossier weer op orde en compleet te krijgen. De arts blijkt het ontbrekende deel van het dossier voor een groot deel te hebben kunnen achterhalen en weer aan het dossier te hebben toegevoegd. Voor zover dat nog niet gelukt is, heeft zij aangeboden om op indicatie van klaagster kopieën van de nu nog ontbrekende stukken te achterhalen. De arts heeft inmiddels een praktijkprotocol ontwikkeld waarin zogenoemde dubbelchecks zijn opgenomen teneinde herhaling te voorkomen.

5.2       Niettemin acht het College de fout van de arts, anders dan namens haar is bepleit en ondanks haar spijtbetuigingen en de door haar genomen maatregelen, verwijtbaar en n iet van dien aard dat een maatregel achterwege zou moeten blijven.

5.3       Nog daargelaten of de arts voor de aan de assistente toegeschreven bejegening aansprakelijk zou zijn, kan niet vastgesteld worden dat de assistente van haar reactie tegenover klaagster een verwijt kan worden gemaakt. Het is goed voorstelbaar, zoals de arts als verklaring heeft gegeven, dat de assistente mogelijk wat onbeholpen, met de situatie niet goed raad wist omdat zij moest vaststellen dat het dossier er “nu eenmaal” niet meer was. Daarom is dit klachtonderdeel ongegrond.

5.4       Uit het voorgaande volgt dat de klacht voor het eerste onderdeel gegrond is en dat een  maatregel moet worden opgelegd. De maatregel zal die van een waarschuwing zijn, waarbij erop wordt gewezen dat met deze maatregel wordt beoogd een zakelijke terechtwijzing te geven die de onjuistheid van een handelwijze naar voren brengt zonder daarop het stempel van laakbaarheid te drukken.

6. De beslissing

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te ’s-Gravenhage:

legt de arts de maatregel op van WAARSCHUWING.

Deze beslissing is gegeven door: mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter, mr. M.W. Koek, lid-jurist, dr. B. van Ek, F.G.A.J. Hakvoort-Cammel en prof. dr. M.W. Hengeveld, leden-artsen, bijgestaan door mr. J.P. Hoogland, secretaris, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 juli 2011.

voorzitter                                                                                              secretaris

Tegen deze beslissing kan binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift ervan schriftelijk hoger beroep worden ingesteld bij het Centrale Tuchtcollege voor de Gezond­heidszorg door:

a.         de klager en/of klaagster, voorzover de klacht is afgewezen, of voorzover hij/zij niet-ontvankelijk is verklaard;

b.         degene over wie is geklaagd;

c.         de hoofdinspecteur of de regionale inspecteur van de volksgezondheid, wie de aangelegenheid uit hoofde van de hun toevertrouwde belangen aangaat.

Het tot het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg gerichte beroep­schrift wordt ingezon­den bij de secretaris van het Regionaal Tuchtcolle­ge voor de Gezondheidszorg te

's-Gravenhage, door wie het binnen de beroepstermijn moet zijn ontvangen.