ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG1620 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1113
ECLI: | ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG1620 |
---|---|
Datum uitspraak: | 20-12-2011 |
Datum publicatie: | 20-12-2011 |
Zaaknummer(s): | 1113 |
Onderwerp: | Niet of te laat verwijzen |
Beslissingen: | Gegrond, berisping |
Inhoudsindicatie: | Huisarts wordt verweten dat hij de klachten van klager onvoldoende serieus heeft genomen en hem ten onrechte niet (tijdig) naar een specialist heeft doorverwezen om beter en uitgebreider onderzoek te laten doen, waardoor te laat is ontdekt dat klager longkanker had. Berisping. |
Uitspraak: 20 december 2011
HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
TE EINDHOVEN
heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 26 januari 2011 binnengekomen klacht van:
A
wonende te B
klager
gemachtigde mr. H.A.H.M. Albrecht te Eindhoven
tegen:
C
huisarts
werkzaam te B
wonende te D
verweerder
gemachtigde mr. E.P. Haverkate te Utrecht
1. Het verloop van de procedure
Het college heeft kennisgenomen van:
- het klaagschrift en een aanvulling daarop
- het verweerschrift en een aanvulling daarop
- de cd-rom, ontvangen van klager d.d. 11 oktober 2011
- de brief van de gemachtigde van klager d.d. 11 november 2011.
Ondanks herhaald verzoek heeft klager geen repliek ingediend.
Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de hun geboden mogelijkheid in het kader van het vooronderzoek mondeling te worden gehoord.
De klacht is ter openbare zitting van 14 november 2011 behandeld. Klager en zijn gemachtigde zijn, met bericht, niet verschenen. Verweerder was wel aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde.
2. De feiten
Het gaat in deze zaak om het volgende:
Klager heeft op 10 september 2010 verweerder bezocht in verband met pijn bij de onderste ribben na een val in mei 2010 op de wc-rand. Op 20 september 2010 kwam klager opnieuw bij verweerder. Hij had nog steeds pijnklachten. Om een ribfractuur uit te sluiten heeft verweerder op dezelfde dag een ribbenfoto laten maken. In hetzelfde consult heeft klager ook geklaagd over pijn in de borst. Hij heeft tegen verweerder gezegd dat hij zich daarover zorgen maakte, omdat hij een zus had die aan kanker overleden was en hij bang was dat hij misschien ook kanker had. Verweerder heeft eveneens op dezelfde dag een thoraxfoto laten maken. In het verslag van de radioloog staat daarover onder meer vermeld:
“Scherp afgrensbare nodulaire structuur craniaal in de rechterlong.(….)Indruk van massa rechts apicaal, advies verwijzing naar longarts.”
Op 24 september 2010 heeft klager verweerder opnieuw bezocht. In het medisch dossier van verweerder wordt bij dit consult alleen melding gemaakt van de uitslag van de ribbenfoto:
“ geen ribben rooster fractuur”. De uitslag van de thoraxfoto is daarin niet vermeld en ook blijkt daaruit niet dat hij die uitslag met klager toen heeft besproken.
Op 31 oktober 2010 bezocht klager in verband met buikklachten de afdeling spoedeisende hulp van een ziekenhuis in zijn woonplaats. Daar is een vlek op de long gezien en is klager verwezen naar de longarts. Deze constateerde dat er bij klager sprake was van een locoregionaal gemetastaseerd niet kleincellig longcarcinoom.
3. Het standpunt van klager en de klacht
De klacht van klager is dat verweerder zijn klachten onvoldoende serieus heeft genomen en dat verweerder hem eerder had moeten doorverwijzen naar het ziekenhuis om beter en uitgebreider onderzoek te laten doen.
4. Het standpunt van verweerder
Op basis van de uitslag van de thoraxfoto was verweerder van plan klager te verwijzen naar de longarts voor verder onderzoek. Inmiddels was het beeld veranderd in die zin, dat klager hevige pijn in de onderbuik kreeg. Verweerder heeft daarom zijn aandacht daarop gericht en op 7 oktober 2010 met spoed een echo van de onderbuik laten maken. Die leverde geen bijzonderheden op. Omdat de klachten bleven bestaan en de pijn zelfs toenam heeft verweerder klager op 25 oktober 2010 naar de MDL-arts in het ziekenhuis verwezen.
Voordat dit consult had plaatsgevonden (de afspraak was gepland op 19 november 2010) is klager op 31 oktober 2010 naar de spoedeisende hulp van het ziekenhuis gegaan. Verweerder is van mening dat hij de klachten van klager altijd serieus heeft genomen, maar dat achteraf bezien eerdere verwijzing naar de longarts voor de hand had gelegen.
5. De overwegingen van het college
Het college vindt het in ernstige mate onjuist dat verweerder geen gevolg heeft gegeven aan het duidelijke advies van de radioloog op basis van de thoraxfoto om klager door te verwijzen naar de longarts. Het door verweerder daarvoor aangevoerde argument, namelijk dat hij prioriteit had gegeven aan de kort daarna optredende buikklachten van klager, acht het college onjuist. Verder is het college van oordeel dat ook de verslaglegging in het dossier onvoldoende is. De uitslag van de thoraxfoto is niet in het dossier vermeld en ook blijkt daaruit niet dat verweerder die uitslag met klager heeft besproken tijdens het consult van 24 september 2010. Het college is van oordeel dat verweerder aldus ernstig is tekort geschoten in zijn zorg voor klager en dat de klacht gegrond is. Gelet op de ernst van de verweten gedragingen acht het college de maatregel van berisping in dit geval passend.
6. De beslissing
Het college:
- verklaart de klacht gegrond;
- berispt verweerder.
Aldus beslist door mr. dr. P.J.M. van Wersch als voorzitter, mr. E.J.M. Walstock-Krens als lid-jurist, dr. C.J.C.M. Hamilton, dr. G.H.M.I. Beusmans en J.C.F. Schellekens als leden-beroepsgenoten, in aanwezigheid van mr. C.W.M. Hillenaar als secretaris en in het openbaar uitgesproken op 20 december 2011 in aanwezigheid van de secretaris.