ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG1530 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09203

ECLI: ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG1530
Datum uitspraak: 23-11-2011
Datum publicatie: 23-11-2011
Zaaknummer(s): 09203
Onderwerp: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose
Beslissingen: Gegrond, waarschuwing
Inhoudsindicatie: Klager verwijt verweerster, huisarts, onvoldoende onderzoek te hebben verricht en vervolgens een foutieve diagnose te hebben gesteld ten aanzien van klagers hoofdletsel. Klacht gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing.

Uitspraak: 23 november 2011

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

TE EINDHOVEN

heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 11 november 2009 binnengekomen klacht van:

A

wonende te B

klager

gemachtigde: mr. M.J.E. Spauwen te Kerkrade

tegen:

C

huisarts

destijds werkzaam te D

wonende te E

verweerster

gemachtigde: mr. L. Fedder te Utrecht

1. Het verloop van de procedure

Het college heeft kennisgenomen van:

- het klaagschrift en een aanvulling hierop

- het verweerschrift

- de repliek en twee aanvullingen hierop

- de dupliek

- een transcriptie ontvangen van de gemachtigde van klager d.d. 23 juli 2010.

De klacht is ter openbare zitting van 12 oktober 2011 behandeld. Partijen, bijgestaan door hun gemachtigde, waren aanwezig. De standpunten van partijen zijn toegelicht, waarbij de gemachtigde van klager gebruik heeft gemaakt van een schriftelijk stuk, dat is overgelegd.

2. De feiten

Het gaat in deze zaak om het volgende:

In de nacht van 6 op 7 augustus 2008 is klager slachtoffer geworden van mishandeling, waarbij hij letsel aan zijn hoofd opliep. Of klager ook even buiten bewustzijn is geweest staat niet vast. Omstreeks 2.30/2.45 uur meldde klager zich bij de huisartsenpost, waar verweerster dienstdoende huisarts was. Verweerster is tot de werkdiagnose zware kneuzing gekomen en heeft klager met een wekadvies aan een van zijn begeleiders naar huis gestuurd. Nadat klager thuis was gekomen, heeft zijn moeder om 3.45 uur verweerster gebeld met het verzoek alsnog röntgenfoto’s te (laten) maken. Dit heeft verweerster niet nodig gevonden. Zij deelde de moeder mede dat klager zich de volgende ochtend tot zijn eigen huisarts kon wenden.

Klager is diezelfde nacht naar het ziekenhuis te F gegaan, alwaar direct röntgenfoto’s zijn gemaakt, waaruit bleek dat hij een gebroken neus en een gecompliceerde botbreuk van het jukbeen had. Klager is meteen opgenomen en de volgende dag geopereerd.

3. Het standpunt van klager en de klacht

Klager verwijt verweerster het navolgende:

1. het onvoldoende verrichten van onderzoek alvorens een diagnose te stellen;

2. het stellen van een foutieve diagnose;

3. het nalaten van het verlenen van voldoende, kwalitatieve en correcte zorg;

4. het onzorgvuldig en onprofessioneel handelen;

5. het op onjuiste c.q. onfatsoenlijke wijze communiceren met klager en zijn moeder;

6. het onterecht opnemen in de administratie dat klager en diens moeder zeer agressief zijn;

7. het niet reageren op een door de moeder van klager ingediende klacht;

8. het schenden van de informatieplicht.

Klager heeft daartoe nog met name aangevoerd als volgt.

Indien verweerster op de verzoeken van klager en later van zijn moeder om röntgenfoto’s te maken, was ingegaan, had zij voormelde verwondingen/breuken gezien. Klager had wel gedronken, maar was niet zo onder invloed dat er geen communicatie meer mogelijk was. Er was geen sprake van dat hij zich luidruchtig gedroeg; daarvoor had hij te veel pijn. Hij had letsel aan zijn hoofd, een bloedende neus en veel pijn. Verweerster had naar klager moeten luisteren en met hem moeten overleggen in plaats van met de begeleider, die overigens ook wenste dat er foto’s gemaakt werden. Het ligt op de weg van verweerster als deskundige tot een goed oordeel te komen. Zonder foto’s te laten maken kon zij dat niet.

Uit de overgelegde opname van het telefoongesprek blijkt dat er helemaal geen sprake was van agressief gedrag van de moeder van klager. De moeder van klager was bezorgd en vroeg naar een nader onderzoek. Het is onterecht dat hij en zijn moeder als agressief in het administratiesysteem van Nightcare staan vermeld.

De klachtencommissie achtte de klacht gegrond en verweerster werd in de gelegenheid gesteld om binnen één maand te reageren richting de moeder van klager. Dat heeft zij niet gedaan. Klager is daarin teleurgesteld en acht het respectloos om geen enkele reactie te geven op de door zijn moeder ingediende klacht.

Tenslotte is klager van mening dat verweerster zonder toestemming van klager medische informatie heeft doorgegeven aan de rechtbank c.q. een rechercheur.

4. Het standpunt van verweerster

Verweerster heeft eerst uit de stukken, die bij het klaagschrift zijn overgelegd opgemaakt dat er tegen haar een klacht bij de klachtencommissie was ingediend. Brieven van die commissie hebben haar niet bereikt, zodat zij er niet van op de hoogte was en dus ook niet kon reageren.

In de nacht van 7 augustus 2008 verkeerde klager in alcoholisch geïntoxiceerde toestand. Klager maakte afwisselend grappen en andere geluiden. Op de vragen of er sprake was geweest van bewustzijnsverlies of –daling en of klager zich het voorval kon herinneren, kreeg verweerster geen duidelijk antwoord. Zij moest het doen met de bevindingen van dat moment.

Verweerster constateerde dat de rechter gelaatshelft van klager gezwollen was. Zij heeft een oriënterend neurologisch onderzoek verricht en een inschatting gemaakt van de mogelijkheid van een contusio cerebri. Tijdens het verrichten van diverse testjes, maakte klager telkens onaangename grapjes. Bij palpatie kon verweerster geen evidente fractuur vaststellen, wel forse kneuzingen. Een contusio sloot verweerster niet uit. Dit heeft verweerster kortgesloten met de begeleider, die vanwege zijn medische achtergrond de situatie goed leek te begrijpen. Zij heeft pijnstilling voorgeschreven, een wekadvies gegeven en op het hart gedrukt om bij een ongebruikelijk beloop direct contact met de huisartsenpost op te nemen en in elk geval de volgende dag via de eigen huisarts controle te laten plaatsvinden.

Klager heeft wel frequent om foto’s gevraagd, maar verweerster heeft dat vanwege de alcohol en het gedrag van klager niet gehonoreerd. Toen de moeder belde eiste zij dat een foto gemaakt zou worden. Het was een uitermate onaangenaam gesprek. Verweerster kan niet verweten worden dat zij het verloop van een contact naar waarheid heeft genoteerd. De dag erna is verweerster nog op haar privéadres gebeld door de moeder en uitgescholden, waardoor zij zich bedreigd heeft gevoeld.

In F is geen neusbeenfractuur bij klager vastgesteld. Pas op 8 augustus 2008 is klager geopereerd. Zij is van mening dat zij niet onzorgvuldig en/of onprofessioneel heeft gehandeld.

Verweerster heeft geen medische informatie van klager aan derden verschaft. Zij is wel benaderd daaromtrent, maar heeft aangegeven dat zij, gezien haar beroepsgeheim, geen informatie kon verschaffen. Het is haar niet bekend of Nightcare gegevens heeft verstrekt.

5. De overwegingen van het college

Ter zitting heeft klager verklaard dat hij zich van hetgeen zich op de huisartsenpost heeft afgespeeld niets meer kan herinneren. Dit duidt naar het oordeel van het college op een alcohol intoxicatie, daar tijdens het onderzoek direct na het trauma geen sprake was van retrograde amnesie (zich niet meer kunnen herinneren).

Klager heeft wel gesteld dat hij zich niet agressief heeft gedragen, maar verweerster heeft aangegeven dat de sfeer steeds grimmiger werd. Of dit alleen te maken had met het alcoholgebruik of ook met het feit dat verweerster niet op de frequente verzoeken van klager foto’s te laten maken inging, is thans niet meer vast te stellen.

Vast is komen te staan dat het gezicht van klager aan de rechterkant gezwollen was. Het college vraagt zich in gemoede af hoe het mogelijk is dat op grond van palpatie van het gezwollen gelaat kan worden geconstateerd dat er geen sprake was van een evidente fractuur. Gebleken is dat er sprake was van een hoog energetisch trauma. Naar het oordeel van het college had verweerster nader onderzoek moeten verrichten door foto’s te (laten) maken. Zij heeft zich – zoals zij stelt – daarvan laten weerhouden vanwege het alcoholgebruik en het gedrag van klager. Dit acht het college een blijk van onprofessioneel gedrag.

Duidelijk is dat de moeder van klager vervolgens met verweerster heeft gebeld. De standpunten van partijen over de toon van het gesprek lopen uiteen. Op grond van de overgelegde transscriptie kan naar het oordeel van het college niet worden geconstateerd dat de moeder zich agressief naar verweerster zou hebben opgesteld.

Verweerster heeft aangegeven dat zij niet op de hoogte was van de procedure bij de klachtencommissie en derhalve niet heeft gereageerd. Dit kan weliswaar als excuus gelden, maar niet is gebleken dat verweerster nadat zij kennis had genomen van de procedure, alsnog een reactie richting de moeder van klager heeft gegeven.

Het vermoeden van klager dat verweerster haar geheimhoudingsplicht zou hebben geschonden door medische informatie over hem aan de rechtbank c.q. een rechercheur te verstrekken, is niet onderbouwd, zodat – gelet op het verweer van verweerster – niet van schending van de geheimhoudingsplicht kan worden uitgegaan.

De klacht is dan ook gedeeltelijk gegrond als hiervoor overwogen.

Alles in overweging nemend, is het college van oordeel dat de maatregel van waarschuwing te dezen passend is.

6. De beslissing

Het college:

- verklaart de klacht gedeeltelijk gegrond als hiervoor overwogen en wijst de klacht voor het overige af;

- legt de maatregel van waarschuwing op.

Aldus beslist door mr. P.G.Th. Lindeman-Verhaar als voorzitter, mr. W.E.M. Duynstee-Bijvoet als lid-jurist, H.C.Th. Maassen, dr. C.J.C.M. Hamilton en J. Schelfhout als leden-beroepsgenoten, in aanwezigheid van mr. R. Sanders als secretaris en in het openbaar uitgesproken op 23 november 2011 in aanwezigheid van de secretaris.