ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0889 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 10109

ECLI: ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0889
Datum uitspraak: 01-02-2011
Datum publicatie: 01-02-2011
Zaaknummer(s): 10109
Onderwerp: Grensoverschrijdend gedrag
Beslissingen: Gegrond, (voorwaardelijke) schorsing inschrijving register
Inhoudsindicatie: Klager verwijt verweerster dat zij een seksuele verhouding heeft gehad met een patiënt. Voorwaardelijke schorsing van één jaar.

Uitspraak: 1 februari 2011

 

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

TE EINDHOVEN

heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 6 augustus 2010 binnengekomen klacht van:

A

geneesheer-directeur van de GGz te B

klager

tegen:

C

verpleegkundige

destijds werkzaam te B

wonende te D

verweerster

1. Het verloop van de procedure

Het college heeft kennisgenomen van:

-         het klaagschrift

-         het verweerschrift

-         een brief van de secretaris d.d. 27 oktober 2010 aan klaagster en het antwoord daarop d.d. 1 november 2010

-         een brief van verweerster d.d. 9 november 2010

-         een brief van de secretaris d.d. 10 november 2010 aan verweerster.

Na ontvangst van het verweerschrift heeft de secretaris de zaak naar een openbare zitting van het college verwezen. Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de hun geboden mogelijkheid in het kader van het vooronderzoek mondeling te worden gehoord.

De klacht is ter openbare zitting van 22 december 2010 behandeld. Partijen waren aanwezig.

2. De feiten

Het gaat in deze zaak om het volgende:

Verweerster heeft na een MBO-opleiding een opleiding van twee jaar gevolgd binnen de instelling voor geestelijke gezondheidszorg waar klager geneesheer-directeur is, waarna zij is gediplomeerd als verpleegkundige. Zij is terstond na het behalen van het diploma in januari 2010 gaan werken in de TBS-kliniek van de instelling. Zij heeft van eind april 2010 tot eind juni 2010 een seksuele verhouding gehad met een patiënt van de kliniek. Dit is bekend geworden bij de instelling. Verweerster is op non-actief gesteld en uiteindelijk ontslagen per 1 oktober 2010.

3. Het standpunt van klager en de klacht

Bij de instelling is bekend geworden dat verweerster een seksuele verhouding heeft gehad met een patiënt van de instelling. Nadat verweerster de opleiding had voltooid, is de inschatting gemaakt dat zij het werk in de TBS-kliniek aan zou kunnen. Naar aanleiding van het onderhavige gebeuren zijn maatregelen getroffen om meer structuur aan te brengen in de intervisie met name wat betreft het omgaan met persoonlijke gevoelens door de verpleegkundigen.

4. Het standpunt van verweerster

Verweerster ziet in dat zij onprofessioneel heeft gehandeld. Tijdens de nachtdienst had zij met de patiënt via de intercom veel contact. De patiënt was van haar leeftijd. Tijdens de nachtdienst was zij als verpleegkundige alleen in de afdeling. De seksuele contacten met de patiënt vonden plaats tijdens het onbegeleid verlof. Zij heeft een eind aan de verhouding gemaakt, waarop de instelling door de patiënt op de hoogte is gebracht van het gebeuren. Verweerster heeft spijt van het gebeuren. Zij is erg van streek geraakt door het gebeurde en moet therapie volgen. Zij werkt op dit moment in een verpleeghuis, maar zal voor verdere behandeling vanaf 3 januari 2011 in de ziektewet komen.

5. De overwegingen van het college

Door het aangaan en gedurende enige tijd onderhouden van seksuele contacten met een aan haar zorgen toevertrouwde patiënt, heeft verweerster gehandeld in strijd met de zorg die zij in haar hoedanigheid van verpleegkundige ten aanzien van de patiënt behoorde te betrachten. De gedragingen van verweerster vormen een ernstige inbreuk op het vertrouwen dat in haar als verpleegkundige moet kunnen worden gesteld. De klacht is derhalve gegrond. Het college acht het passend de maatregel van schorsing op te leggen. Gebleken is dat het gebeuren verweerster erg heeft aangegrepen; zij ondervindt nog steeds gezondheidsproblemen door het gebeuren. Omdat verweerster nog maar kort als verpleegkundige werkzaam was en zij inziet dat zij als verpleegkundige onjuist heeft gehandeld, zal het college de maatregel voorwaardelijk opleggen zoals hieronder omschreven.

 6. De beslissing

Het college:

-         verklaart de klacht gegrond;

-         legt verweerster de maatregel op van een voorwaardelijke schorsing van de inschrijving in het register voor één jaar onder de voorwaarde dat verweerster gedurende twee jaar - te rekenen vanaf de datum van de uitspraak van deze beslissing - niet het beroep van psychiatrisch verpleegkundige zal uitoefenen.

Aldus beslist door A.E.M. van der Putt-Lauwers als voorzitter, mr. W.E.M. Duynstee-Bijvoet als lid-jurist, G.P. Haas, C.E.B. Driessen en M. IJzerman als leden-beroepsgenoten, in aanwezigheid van mr. M. van der Hart als secretaris en in het openbaar uitgesproken op

1 februari 2011 in aanwezigheid van de secretaris.