ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0854 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1002

ECLI: ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0854
Datum uitspraak: 18-01-2011
Datum publicatie: 18-01-2011
Zaaknummer(s): 1002
Onderwerp: Geen of onvoldoende zorg
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Klaagster verwijt verweerster dat zij als huisarts op de huisartsenpost niet adequaat heeft gereageerd op de telefonische hulpvraag van klaagster en haar familie. Bij het vermoeden van een gaslek heeft de triagiste geadviseerd 112 te bellen, maar volgens klaagster had de huisarts eerder handelend moeten optreden. Het college is van oordeel dat klaagster zich terecht beklaagt over de gang van zaken, maar dat aan verweerster geen persoonlijk verwijt te maken valt nu zij niet op de hoogte was van de inhoud van het telefoongesprek. Ongegrond.  

Uitspraak: 18 januari 2011

 

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

TE EINDHOVEN

heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 7 januari 2010 binnengekomen klacht van:

A

wonende te B

klaagster

tegen:

C

huisarts

werkzaam te D

wonende te E

verweerster

gemachtigde mr. E.P. Haverkate te Utrecht

1. Het verloop van de procedure

Het college heeft kennisgenomen van:

-         het klaagschrift en de aanvulling daarop

-         het verweerschrift

-         een brief van het college d.d. 19 juli 2010

-         een brief van mr. Haverkate d.d. 22 september 2010

-         een brief van mr. Haverkate d.d. 18 november 2010

Ondanks herhaald verzoek heeft klaagster geen repliek ingediend.

Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de hun geboden mogelijkheid in het kader van het vooronderzoek mondeling te worden gehoord.

De klacht is ter openbare zitting van 6 december 2010 behandeld. Partijen waren aanwezig. Verweerster werd bijgestaan door haar gemachtigde.

2. De feiten

Het gaat in deze zaak om het volgende:

In de nacht van 14 op 15 november 2009 belde de 19-jarige dochter van klaagster om 01.43 uur met de huisartsenpost waar verweerster op dat moment als huisarts dienst had. Zij wilde  een arts. Zij deelde de triagiste mede dat vier personen van het uit vijf leden bestaande gezin plotseling last gekregen hadden van misselijkheid, braken en duizeligheid. Ze hadden niets aparts gegeten. De dochter vertelde dat moeder op de grond lag, duizelig was en bijna geen lucht kreeg. Er lag iemand bij de voordeur. De dochter begon zich zo slecht te voelen dat zij de telefoon aan een broer gaf, die zei dat vier personen onwel waren. Hij zei dat het probleem van boven kwam. Ook de broer vroeg om een visite van een arts. De triagiste adviseerde moeder op de bank te leggen en over 30 à 45 minuten terug te bellen. Zij heeft gezegd dat de arts, op verdenking van buikgriep/voedselvergiftiging, niet zou komen. Vervolgens kwam klaagster aan de lijn die het vermoeden uitsprak dat mogelijk van een gaslek sprake was. Ook zij vroeg om een visite van een arts. De triagiste heeft gezegd dat bij een gaslek de huisartsenpost geen hulp kon bieden en gaf het advies om ramen en deuren open te doen en de brandweer te bellen. Toen klaagster vroeg om het nummer van de brandweer zei de triagiste: daar heb ik het nummer niet van, dat mag u gaan opzoeken en als het een probleem is van het eten dan kan ik er ook niks aan doen.

Later in het gesprek adviseerde ze om 112 te bellen en naar de brandweer te vragen.

Klaagster heeft dat toen gedaan. De brandweer en ambulances zijn snel verschenen. Zij schrokken en zeiden dat ze niet veel later hadden moeten komen. Alle vijf gezinsleden zijn naar het ziekenhuis vervoerd en aan de zuurstof gelegd. Enkele minuten na het gesprek heeft verweerster het waarneembericht geautoriseerd, heeft daarbij gezien dat het niet goed was gegaan, heeft vastgesteld dat de ambulance en brandweer onderweg waren en heeft toen geen verdere actie meer ondernomen omdat zij vond dat voor haar geen taak meer was weggelegd.

Tijdens het gesprek zat verweerster schuin tegenover de triagiste, bezig met autoriseren van verslagen. Aan het begin van het telefoongesprek heeft de triagiste contact met verweerster gehad, die de triagiste heeft geadviseerd eerst door te vragen. Zij heeft flarden van het (vrij langdurige) telefoongesprek gevolgd.

De triagiste heeft later excuses aangeboden aan klaagster en haar gezin. Verweerster heeft geen contact meer met klaagster gehad.

3. Het standpunt van klaagster en de klacht

Klaagster heeft de klacht over de wijze waarop haar hulpverzoek is behandeld ingediend om dergelijke situaties bij anderen te voorkomen.

4. Het standpunt van verweerster

De betrokkenheid van verweerster in deze zaak is zeer beperkt geweest. Bij het eerste overleg aan het begin van het telefoongesprek was er nog weinig informatie bekend, zo stelt verweerster. De triagiste meldde dat er sprake was van vier personen die misselijk waren en overgaven. Verweerster heeft de triagiste geadviseerd eerst door te vragen. De triagiste heeft het gesprek zelfstandig afgewikkeld. Vervolgens kreeg verweerster het waarneembericht ter autorisatie onder ogen. Het telefoongesprek was toen beëindigd. Omdat op dat moment bleek dat de brandweer en de ambulance al naar klaagster onderweg waren, heeft verweerster geen verdere actie meer ondernomen.

5. De overwegingen van het college

Voor alle betrokkenen is duidelijk dat klaagster zich volkomen terecht beklaagt over de wijze waarop haar zeer dringende en ernstige hulpvraag is behandeld. Het heeft maar een haartje gescheeld of er waren doden gevallen.

Het college is echter slechts bevoegd een oordeel te geven over het handelen van verweerster, te weten of verweerster heeft gehandeld in strijd met de haar betamende zorgplicht ten opzichte van klaagster en haar gezin.

Of verweerster persoonlijk enig verwijt valt te maken, kan het college niet vaststellen. Verweerster is immers tuchtrechtelijk in beginsel niet verantwoordelijk te stellen voor fouten van anderen. Wel zou haar een tuchtrechtelijk verwijt kunnen worden gemaakt als zij van het verloop van het telefoongesprek op de hoogte was. In dat geval had zij immers moeten begrijpen dat haar persoonlijk ingrijpen onmiddellijk geboden was.

Het college heeft onvoldoende aanwijzingen om te kunnen vaststellen dat verweerster tijdens het telefoongesprek signalen heeft gekregen waaruit zij had behoren af te leiden dat zij handelend moest optreden. Toen zij, weinige minuten na het einde van het telefoongesprek, wel op de hoogte kwam, werd tevens duidelijk dat adequate hulp voor het gezin onderweg was en was er voor verweerster geen noodzaak meer tot handelen. Hoezeer onbevredigend het ook voor klaagster is, het college kan niet tot een veroordeling van verweerster komen.

Wel wenst het college nog de navolgende opmerking te maken. Hoewel het standpunt van verweerster dat zij slechts zeer beperkt betrokken is geweest niet onjuist is gebleken en zij, zoals gezegd, in beginsel niet tuchtrechtelijk verantwoordelijk kan worden gesteld voor fouten van derden, had het haar niet misstaan als zij meer betrokkenheid en empathie had betoond dan zij heeft gedaan.

Het college zal, om redenen aan het algemeen belang ontleend, bepalen dat deze beslissing zal worden gepubliceerd in de Staatscourant en ter publicatie zal worden aangeboden aan Medisch Contact.

6. De beslissing

Het college:

-         wijst de klacht af;

-         bepaalt dat deze beslissing, zodra zij onherroepelijk zal zijn, zal worden gepubliceerd in de Staatscourant en ter publicatie zal worden aangeboden aan Medisch Contact.

Aldus beslist door mr. H.P.H. van Griensven, als voorzitter, mr. W.E.M. Duynstee-Bijvoet als lid-jurist, prof. dr. G.G.M. Essed, A.F.A. van de Reepe en G.B.W.M. Wensing als leden-beroepsgenoten, in aanwezigheid van mr. M. van der Hart als secretaris en in het openbaar uitgesproken op 18 januari 2011 in aanwezigheid van de secretaris.