ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG1480 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2010/352

ECLI: ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG1480
Datum uitspraak: 23-08-2011
Datum publicatie: 24-08-2011
Zaaknummer(s): 2010/352
Onderwerp: Schending beroepsgeheim
Beslissingen: Gegrond, waarschuwing
Inhoudsindicatie:  

 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

TE AMSTERDAM

Het college heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 23 november 2010 binnengekomen klacht van:

A,

wonende te B,

k l a a g s t e r,

tegen

C,

bedrijfsarts,

wonende te D,

werkzaam te E,

v e r w e e r d e r.

1.          Het verloop van de procedure

Het college heeft kennisgenomen van:

-                     het klaagschrift;

-                     het verweerschrift met de bijlagen;

-                     de repliek met de bijlagen;

-                     de dupliek;

-                     de correspondentie betreffende het vooronderzoek;

-                     het proces-verbaal van het op 21 april 2011 gehouden verhoor in het kader van het vooronderzoek.

De klacht is ter openbare terechtzitting behandeld. Klaagster werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door haar echtgenoot, F. Verweerder was in persoon aanwezig.

2.          De feiten

Op grond van de stukken en hetgeen ter terechtzitting heeft plaatsgevonden kan van het volgende worden uitgegaan:

2.1.       Verweerder is als bedrijfsarts werkzaam bij G. Klaagster werd door verweerder sociaal-medisch begeleid in het kader van de Wet Verbetering Poortwachter.

2.2.       Op 31 augustus 2010 heeft verweerder klaagster tijdens een telefonisch spreekuur gesproken. Bij brief van eveneens 31 augustus 2010 heeft verweerder daarover het volgende, voor zover hier van belang, aan de werkgever van klaagster meegedeeld:

Uw medewerker werkt op dit moment niet. De belangrijkste reden van het verzuim is dat uw medewerker lichamelijke klachten heeft, met name ernstige knieklachten rechts. De behandeling van de klachten is tot nu toe adequaat. Op 26-08-10 heeft er een second opinion in H te I  plaatsgevonden. Na bestudering van het medische dossier door de specialist zal er contact met uw medewerker worden opgenomen. 

(…)

Arbeidsconflict

Uw werknemer ervaart tevens een arbeidsconflict. (…) Ik raad u aan om het conflict op te lossen door een conflictbemiddelaar/mediator in te schakelen.

Nieuwe afspraak

Ik heb een nieuwe telefonische afspraak met uw medewerker gepland op 06-10-2010.”

2.3.       Op 6 oktober 2010 heeft verweerder klaagster opnieuw tijdens een telefonisch spreekuur gesproken. Bij brief van 7 oktober 2010 heeft verweerder daarover het volgende, voor zover hier van belang, aan de werkgever van klaagster meegedeeld:

Uw medewerker werkt op dit moment niet. De belangrijkste reden van het verzuim is dat uw medewerker lichamelijke klachten heeft, met name knieklachten. De behandeling van de klachten is tot nu toe adequaat. Uw medewerker heeft een second opinion laten doen in H. De uitslag hiervan is momenteel nog niet bekend.

(…)

Arbeidsconflict

Uw medewerker ervaart tevens een arbeidsconflict. Ik raad u aan om het arbeidsconflict op te lossen door een conflictbemiddelaar/mediator in te schakelen. Indien u een offerte wilt aanvragen kunt u contact opnemen met onze Reintegratie afdeling. Voor

nadere informatie verwijs ik u naar de website J.

3. De klacht en het standpunt van klaagster

De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerder privacy gevoelige informatie en onder het beroepsgeheim vallende gegevens aan de werkgever van klaagster heeft doorgegeven, terwijl klaagster uitdrukkelijk aan verweerder had verzocht om dat niet te doen. Klaagster stelt dat het handelen van verweerder heeft geleid tot verstoring van de arbeidsrelatie met haar werkgever.

4. Het standpunt van verweerder

Verweerder heeft erkend onzorgvuldig te hebben gehandeld en heeft daarvoor zijn excuses aan klaagster aangeboden, maar hij betwist dat door zijn handelen het reeds

bestaande arbeidsconflict verder is opgelaaid.

5. De overwegingen van het college

5.1.      Uitgangpunt is dat een bedrijfsarts een vertrouwensband heeft met de werknemer en op grond van artikel 88 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg gebonden is aan een medisch beroepsgeheim. In dat kader verstrekt de bedrijfsarts niet meer info rmatie aan de werkgever dan strikt noodzakelijk is. Dit noodzakelijkheidscriterium brengt met zich dat er in beginsel louter gevolgtrekkingen worden meegedeeld aan de werkgever. Gegevens over de aard en oorzaak van de ziekte zijn in principe niet noodzakelijk in dat kader en dienen dan ook niet aan de werkgever te worden verstrekt. Alleen met uitdrukkelijke toestemming van de werknemer kan de bedrijfsarts (aanvullende) informatie aan de werkgever verstrekken.

5.2.      Op grond van de door de KNMG opgestelde “Code gegevensverkeer en samenwerking bij arbeidsverzuim en re-integratie” verstrekt een bedrijfsarts aan de werkgever informatie over:

• de werkzaamheden waartoe de werknemer nog wel of niet meer in staat is (functionele

beperkingen, restmogelijkheden en implicaties voor het soort arbeid dat de werknemer nog kan verrichten),

• de verwachte duur van het verzuim,

• de mate waarin de patiënt/werknemer arbeidsongeschikt is (gebaseerd op functionele

beperkingen, restmogelijkheden en implicaties voor het soort arbeid dat de werknemer nog kan verrichten),

• en de eventuele aanpassingen of werkvoorzieningen die de werkgever in het kader van de re-integratie moet treffen.

5.3.      Verweerder heeft erkend dat hij met de door hem op 31 augustus 2010 en

7 oktober 2011 aan de werkgever van klaagster gegeven informatie over de knie van klaagster, over de second opinion en over het aanwezig zijn volgens klaagster van een arbeidsconflict, in strijd met zijn beroepsgeheim en het uitdrukkelijk verzoek van klaagster om die informatie niet aan haar werkgever te verstrekken heeft gehandeld. De conclusie van het voorgaande is dan ook dat de klacht gegrond is. Verweerder heeft gehandeld in strijd met de zorg die hij ingevolge artikel 47, eerst lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg  jegens klaagster had behoren te betrachten. De oplegging van de maatregel waarschuwing is daarom passend en geboden. Deze waarschuwing is een zakelijke terechtwijzing die de onjuistheid van een handelwijze naar voren brengt zonder daarop het stempel van laakbaarheid te drukken.

6. De beslissing

Het Regionaal Tuchtcollege waarschuwt verweerder.

Aldus gewezen op 28 juni 2011 door:

mr. T.L. de Vries, voorzitter,

M. Bakker, P.A.M. Beker en dr. W.J.W. Bos, leden-arts,

mr. Q.R.M. Falger, lid-jurist,

mr. P.J. van Vliet, als secretaris,

en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van 23 augustus 2011 door de voorzitter in aanwezigheid van de secretaris.

w.g. T.L. de Vries, voorzitter

w.g. P.J. van Vliet , secretaris