ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1578 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.093
ECLI: | ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1578 |
---|---|
Datum uitspraak: | 01-12-2011 |
Datum publicatie: | 07-12-2011 |
Zaaknummer(s): | C2010.093 |
Onderwerp: | Overige klachten |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | Klagers hebben zich in eerste aanleg beklaagd over het feit dat de tandarts de vier premolaren bij hun minderjarige dochter heeft getrokken. Het RTG heeft de tandarts hiervoor de maatregel van doorhaling in het register opgelegd. De tandarts is van deze beslissing niet in beroep gegaan. Thans dient de tandarts een herzieningsverzoek ex artikel 52 Wet BIG in. Er is echter geen sprake van naderhand nieuw gebleken feiten en omstandigheden. Het herzieningsverzoek wordt afgewezen. |
C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E
voor de Gezondheidszorg
Beslissing op het verzoek in de zaak onder nummer C2010.093 van:
A., tandarts, wonende te B., C., verzoeker,
strekkende tot herziening van de beslissing d.d. 9 februari 2002 van het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle in de zaak onder nummer 72/01 T, op de klacht van
D. en E., wonende te F., klagers,
tegen
A., tandarts, wonende te G., H., verweerder.
waarbij aan de tandarts de maatregel van doorhaling is opgelegd.
1. Verloop van de procedure
Het verzoek tot herziening d.d. 28 maart 2010 is per mail ingekomen bij het Centraal Tuchtcollege op 30 maart 2010. Op 7 juni 2010 heeft het Centraal Tuchtcollege een brief d.d. 3 juni 2010 ontvangen en op 10 juni 2010 is een mail ontvangen. Op
5 oktober 2010 heeft het Centraal Tuchtcollege een brief d.d. 20 september 2010 ontvangen als aanvulling op het verzoek tot herziening van 28 maart 2010.
Op verzoek van klagers in eerste aanleg, heeft de heer Hooijmaaier, orthodontist, een brief d.d. 10 maart 2011 geschreven aan het Centraal Tuchtcollege welke is binnengekomen op 11 maart 2011.
Het Centraal Tuchtcollege heeft drs. H.J. van Iterson (lid-tandarts van het Centraal Tuchtcollege) en mr. K.E. Mollema (plaatsvervangend voorzitter van het Centraal Tuchtcollege) benoemd tot rapporteur. Mr. K.E. Mollema heeft op 23 oktober 2010 schriftelijk gerapporteerd en drs. H.J. van Iterson op 23 november 2010.
Op 14 oktober 2011 is de pleitnota van de tandarts door het Centraal Tuchtcollege ontvangen.
Het verzoek is behandeld ter openbare terechtzitting van het Centraal Tuchtcollege van 25 oktober 2011, waar de tandarts is verschenen. Klagers zijn (met bericht van verhindering) niet verschenen.
2. Beoordeling van het verzoek
Het gaat in deze zaak om het volgende. In de zaak 72/01 T verwijten klagers de tandarts de extractie van de vier premolaren bij hun toentertijd minderjarige dochter I.. Het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle heeft de klacht gegrond verklaard en de tandarts de maatregel van doorhaling opgelegd. Tegen deze beslissing heeft de tandarts geen beroep ingesteld.
Alvorens op het herzieningsverzoek in te gaan, verdient het navolgende aandacht. Uit de door de tandarts aan het Regionaal Tuchtcollege gerichte brief d.d 2 februari 2002 waarin hij aangeeft wegens een auto-ongeval niet te kunnen reizen, blijkt dat de oproep voor de openbare behandeling op 9 februari 2002 bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle de tandarts heeft bereikt.
De beslissing van het Regionaal Tuchtcollege is op 7 maart 2002 per aangetekende en per gewone post andermaal verzonden naar het adres van de tandarts in H., doch retour ontvangen door het Regionaal Tuchtcollege.
De tandarts heeft kennelijk op enig moment zijn woonadres in H. verlaten en is elders (in Frankrijk) gaan wonen. Hij heeft echter noch in zijn brief van 2 februari 2002 melding gemaakt van een blijkbaar aanstaande adreswijziging, noch nadien het Regionaal Tuchtcollege in kennis gesteld van zijn nieuwe adres. Evenmin heeft de tandarts zelf geïnformeerd naar de uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege. Van die beslissing is hij ook niet in beroep gekomen. Dat de tandarts - naar eigen zeggen - eerst in maart 2010 op de hoogte geraakte van het feit dat zijn inschrijving als tandarts was doorgehaald in het register, is een omstandigheid die - gelet op bovenstaande - voor zijn rekening en risico dient te komen.
Ter beoordeling ligt thans het herzieningsverzoek van de tandarts voor. Met de rapporteurs is het Centraal Tuchtcollege van oordeel dat het verzoek tot herziening voldoet aan de eisen die daaraan in artikel 52 van Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) in verbinding met artikel 23 van het Tuchtrechtbesluit worden gesteld. De tandarts is daarom ontvankelijk in het zijn verzoek tot herziening.
Herziening is een buitengewoon rechtsmiddel dat kan worden ingesteld indien hoger beroep niet meer kan worden ingesteld. Herziening van een onherroepelijk geworden tuchtrechtelijke eindbeslissing is echter alleen mogelijk wanneer naderhand omstandigheden zijn gebleken die naar ernstig vermoeden tot een afwijkende beslissing zouden hebben geleid, indien zij tijdig bekend waren geworden.
De thans voorliggende vraag is of sprake is van dergelijke naderhand gebleken omstandigheden.
De rapporteur mr. K.E. Mollema concludeert kort gezegd dat het herzieningsverzoek geen blijk geeft van omstandigheden en/of feiten die pas zijn gebleken ná de datum van de onherroepelijk geworden uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege Zwolle. De rapporteur drs. H.J. van Iterson komt kort gezegd eveneens tot de conclusie dat geen sprake is van naderhand gebleken nieuwe tandheelkundige feiten of omstandigheden.
Het verzoek tot herziening bevat, naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege, in de kern een herhaling van de stellingen en verweren die de tandarts reeds in zijn verweerschrift, dupliek en zijn schriftelijke uiteenzetting in verband met de zitting bij het Regionaal Tuchtcollege van 9 februari 2009 heeft verwoord. Daarmee vertoont het herzieningsverzoek veeleer de kenmerken van een beroepschrift.
Uit de stukken, de rapportages en hetgeen ter zitting van 25 oktober 2011 naar voren is gebracht, blijkt dat geen sprake is van achteraf gebleken feiten en/of omstandigheden. Het Centraal Tuchtcollege komt derhalve tot de beslissing dat het verzoek tot herziening ongegrond is.
Ten overvloede wijst het College de tandarts op de in artikel 50 van Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) geboden mogelijkheid om onder de aldaar omschreven omstandigheden wederom in het register te worden ingeschreven.
3. Beslissing
Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:
wijst het verzoek tot herziening af.
Deze beslissing is gegeven door: mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, mr. M. Zandbergen en mr. J.M.T. van der Hoeven-Oud, leden-juristen en prof.dr. A. Vissink en
mr.drs. R. van der Velden, leden-beroepsgenoten en mr. E.B. Schaafsma-van Campen, secretaris en uitgesproken ter openbare zitting van 1 december 2011.
Voorzitter w.g.
Secretaris w.g.