ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1560 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2011.084

ECLI: ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1560
Datum uitspraak: 01-11-2011
Datum publicatie: 02-12-2011
Zaaknummer(s): C2011.084
Onderwerp: Overige klachten
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klaagster klaagt over het handelen van een orthopedisch chirurg ter zake van de door hem uitgevoerde operatie aan de elleboog van klaagster. Deze operatie moest worden uitgevoerd omdat klaagster haar bovenarm vlak boven haar elleboog had gebroken na een val van de fiets. Het RTG wijst de klacht af als kennelijk ongegrond. Het CTG ziet geen reden anders te oordelen en verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E

voor de Gezondheidszorg

Beslissing in de zaak onder nummer C2011.084 van:

A., wonende te B., klaagster in beide instanties,

tegen

C., orthopedisch chirurg, werkzaam te D., en wonende te E.,

verweerder in beide instanties.

1. Verloop van de procedure

A. - hierna te noemen klaagster - heeft op 16 september 2010 bij het Regionaal Tuchtcollege te Groningen tegen C. - hierna te noemen de arts - een klacht ingediend. Bij beslissing van 24 december 2010, onder nummer G2010/89, heeft dat College de klacht in raadkamer als kennelijk ongegrond afgewezen.

Klaagster is van die beslissing tijdig in hoger beroep gekomen. De arts heeft een verweerschrift in hoger beroep ingediend.

De zaak is in hoger beroep behandeld ter openbare terechtzitting van het Centraal Tuchtcollege van 22 september 2011, waar is verschenen de arts vergezeld van zijn partner. Klaagster is niet verschenen, alhoewel behoorlijk opgeroepen.

2. Beslissing in eerste aanleg

Het Regionaal Tuchtcollege heeft aan zijn voormelde beslissing de volgende overwegingen ten grondslag gelegd.

“2. Klacht

De klacht betreft het handelen van verweerder ter zake van een door hem bij klaagster uitgevoerde operatie aan haar elleboog in juni 2009 en zijn handelen in de periode daarna.

De klachten bestaan – zo begrijpt het College - uit de navolgende onderdelen:

- het heeft 4 uur geduurd alvorens tot een operatie werd overgegaan;

- er is opzettelijk verkeerd gesneden in een pees van de elleboog;

- er is niet juist gehecht;

- na de operatie heeft klaagster twee dagen antibiotica toegediend gekregen;

- als gevolg van de operatie heeft klaagster thans beperkingen;

- als gevolg van de operatie slikt klaagster al een maand verschillende pijnstillers.

3. Verweer

Verweerder heeft de klachten op alle onderdelen gemotiveerd bestreden.

4. Beoordeling van de klacht

Het College meent dat verweerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij klaagster medisch juist en adequaat heeft gehandeld. Het door verweerder overgelegde klinische en poliklinische dossier biedt daarvoor voldoende steun.

Nu uit de thans aanwezige stukken te concluderen valt dat uit niets blijkt van enige andere reden om verweerder een tuchtrechtelijk verwijt te maken, zal het College de klacht als kennelijk ongegrond afwijzen.”

3. Vaststaande feiten en omstandigheden

Voor de beoordeling van het hoger beroep gaat het Centraal Tuchtcollege uit van de feiten zoals deze zijn vastgesteld door het Regionaal Tuchtcollege en hiervoor onder “2. Klacht” zijn weergegeven.

4. Beoordeling van het hoger beroep

De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege, zodat het beroep moet worden verworpen.

5. Beslissing

Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

verwerpt het beroep.

Deze beslissing is gegeven door: mr. E.J. van Sandick, voorzitter, mr. H.C. Cusell en

mr.drs. R. Prakke-Nieuwenhuizen, leden-juristen en dr. W.J. Rijnberg en dr. J.A. Zonnevylle, leden-beroepsgenoten en mr. E.B. Schaafsma-van Campen secretaris en uitgesproken ter openbare zitting van 1 november 2011.

Voorzitter w.g.

Secretaris w.g.