ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0844 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.219

ECLI: ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0844
Datum uitspraak: 13-01-2011
Datum publicatie: 14-01-2011
Zaaknummer(s): C2010.219
Onderwerp: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroepschrift ontvangen ná de in artikel 73 lid 1 van de Wet BIG genoemde termijn van zes weken na de dag van verzending van de bestreden beslissing van het Regionaal Tuchtcollege. Klaagster heeft desgevraagd geen feiten en/of omstandigheden aangevoerd die het oordeel kunnen dragen dat het beroep is ingesteld zo spoedig als dit redelijkerwijs verlangd kon worden. Klaagster is niet-ontvankelijk in het beroep.

C E N T R A A L  T U C H T C O L L E G E

voor de Gezondheidszorg

Beslissing in de zaak onder nummer C2010.219 van:

                                               A., wonende te B., appellant,

tegen

                                               C., psychiater, wonende en werkzaam te B., verweerder in                                                    hoger beroep, gemachtigde: mr. N.P.B. Schmeitz, advocaat te                                                Amsterdam.

1.         Verloop van de procedure

            A. - hierna te noemen klaagster - heeft op 11 augustus 2009 bij het Regionaal             Tuchtcollege te Amsterdam tegen C. - hierna te noemen de psychiater - een klacht             ingediend. Bij beslissing van 16 maart 2010, onder nummer 09/262 heeft dat College          de klacht afgewezen. Klaagster is van deze beslissing in hoger beroep gekomen.

            Op 14 december 2010 heeft het Centraal Tuchtcollege de zaak buiten aanwezigheid   van partijen in raadkamer behandeld.

2.         Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

            2.1       Ingevolge het bepaalde in artikel 73 lid 1 van de Wet BIG kan beroep worden            ingesteld binnen zes weken na de dag van verzending van de bestreden beslissing van         het Regionaal Tuchtcollege. De beslissing is bij brief van 14 juni 2010 aan partijen   verzonden. Het beroepschrift had op 26 juli 2010 ontvangen moeten zijn. Het             beroepschrift is ingekomen op het secretariaat van het Regionaal Tuchtcollege op

            27 juli 2010, dus na het verstrijken van bovenvermelde termijn.

            Het Centraal Tuchtcollege heeft klaagster overeenkomstig het bepaalde in artikel 73    lid 3 van de Wet BIG bij brief van 2 september 2010 in de gelegenheid gesteld aan te            tonen dat het beroep is ingesteld zo spoedig mogelijk als redelijkerwijs verwacht kon     worden.

            De brief van 4 september 2010 waarin klaagster op dit verzoek reageert bevat naar het          oordeel van het Centraal Tuchtcollege geen feiten en/of omstandigheden die het           oordeel kunnen dragen dat het beroep is ingesteld zo spoedig als dit redelijkerwijs    verlangd kon worden.

            2.2       Uit het voorgaande volgt dat het beroepschrift niet voldoet aan het in artikel     73 lid 1 van de Wet BIG gestelde vereiste, zodat klaagster op grond van artikel 74

            lid 1 van de Wet BIG niet-ontvankelijk is in het beroep.

3.         Beslissing

            Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

                                               verklaart klaagster niet-ontvankelijk in het beroep.

Deze beslissing is gegeven in raadkamer door: mr. A.H.A. Scholten, voorzitter,

mrs. H.C. Cusell en P.M. Brilman, leden-juristen en prof.dr. P.P.G. Hodiamont en

A.C.L. Allertz, leden-beroepsgenoten en mr. F.C. Burgers en uitgesproken ter openbare zitting van 13 januari 2011, door mr. A.D.R.M. Boumans, in tegenwoordigheid van de secretaris.                                 Voorzitter   w.g.

                                               Secretaris  w.g.