ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA2198 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H 16 - 2011

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA2198
Datum uitspraak: 07-11-2011
Datum publicatie: 29-11-2011
Zaaknummer(s): H 16 - 2011
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Grievende uitlatingen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Passage in de brief van verweerder, waarin hij een bij hem opgekomen vraag heeft verwoord, niet onnodig grievend. Klacht ongegrond.

H16-2011 Klacht

Raad van Discipline

In het ressort ’s-Hertogenbosch

Beslissing

inzake

de klacht van:

X,

klager

tegen

Y,

verweerder,

advocaat te Z.

−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−

1.         Verloop van de klachtprocedure.

Bij schrijven van 19 januari 2011 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement ´s-Hertogenbosch de stukken in bovenvermelde klachtzaak aan de raad doen toekomen welke stukken vermeld zijn in de bij voormelde brief gevoegde inventarislijst.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 19 september 2011, waarvoor partijen werden opgeroepen bij brieven van de griffier van 28 juni 2011, waarbij aan hen werd medegedeeld dat de stukken ter inzage zouden liggen ten kantore van de griffier tot 5 september 2011.

Bij de mondelinge behandeling zijn klager en verweerder verschenen.

2.         De feiten

2.1       Het volgende is komen vast te staan:

Verweerder was de advocaat van de ex-echtgenote van de zoon van klager in een echtscheidingszaak tegen de zoon van klager. In verband met de verdeling van de echtelijke woning heeft verweerder aan de advocaat van de zoon van klager een brief geschreven met daarin o.a. de volgende passage:

“(…)Het lijkt me, dat het toch niet zo kan zijn, dat de familie van Uw client het doelbewust op een executie laat aankomen om dan te trachten voor een gering bedrag de woning in eigendom te verwerven; (…..) Een dergelijke achterliggende opstelling zou ik van de vader van Uw client ook niet verwacht hebben.” 

            De brief is via de zoon van klager ter kennis van klager gekomen.

3.         De klacht

3          De klacht houdt het volgende in:

Verweerder heeft zich niet gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt, want hij heeft in een brief aan de advocaat van de zoon van klager o.a. geschreven, hetgeen hiervoor cursief is weergegeven.

Door deze passages, die ter kennis van klager zijn gekomen, voelt klager zich gekwetst, beledigd en in eer en goede naam aangetast.

4.         Het verweer

4.         Het standpunt van verweerder houdt in:

Verweerder was de advocaat van de ex-echtgenote van de zoon van klager in een echtscheidingszaak tegen de zoon van klager. De ontvlechting van de gemeenschap dreigde een chaos te worden; gedwongen verkoop van de echtelijke woning (met baby op komst) dreigde. In een brief aan de advocaat van de zoon van klager komen inderdaad voormelde passages voor, maar deze waren niet kwetsend en ook niet zo bedoeld. Verweerder wilde bewerkstelligen, dat alle partijen inclusief ouders bijeen kwamen om problemen het hoofd te bieden.

5.         Beoordeling van de klacht

5.1.      De klacht betreft het optreden van de advocaat van een wederpartij. Bij de beoordeling van een dergelijke klacht behoort er van te worden uitgegaan dat aan die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de tegenpartij worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. Klager is weliswaar niet de directe wederpartij van de cliënt van verweerder, maar de raad zal de klacht toch met inachtneming van dit uitgangspunt beoordelen, nu de gewraakte brief via de wederpartij van verweerder, zijnde de zoon van klager, ter kennis van klager is gekomen.

5.2.      Het is in zijn algemeenheid zo en in echtscheidingsprocedures in het bijzonder dat uitlatingen van de advocaat van een wederpartij vaak als onaangenaam worden ervaren. Dat betekent echter niet dat die advocaat de grens heeft overschreden van hetgeen hem als advocaat tegenover de wederpartij van zijn cliënt vrijstond. De raad is van oordeel dat de door klager gewraakte passage in de brief van verweerder naar objectieve maatstaven niet als onnodig grievend moet worden gekwalificeerd. Verweerder heeft slechts een bij hem opgekomen vraag verwoord. Daarbij zijn de belangen van klager niet nodeloos en op ontoelaatbare wijze geschaad.

5.3.      Al met al is de raad van oordeel dat verweerder geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. De raad wijst de klacht dan ook als ongegrond af.

6.         Beslissing

De raad verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. G.J.E. Poerink, voorzitter en mrs. I.E.M. Sutorius, A. Groenewoud, A.A. Freriks, A.A.J. Maat, leden, in tegenwoordigheid van mr. Th.H.G. van de Langenberg, griffier, en in het openbaar uitgesproken ter openbare zitting van de raad d.d. 7 november 2011

mr. Th.H.G. van de Langenberg,                                                mr. G.J.E. Poerink,

griffier.                                                                                      voorzitter.

Verzonden op: 8 november 2011

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.   Per Post.

     Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b.   Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

c.   Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.